Advent. Op weg naar Kerst. Deze vierde week in Bethlehem. Dat is woonplaats van de rijke Boaz. Hij trouwt met Ruth uit Moab.

Jezus komt in Jeruzalem, nu zal hij koning worden. De hoge verwachting slaat om in spot: de profeet van Nazareth in Galilea als koning?

Jezus zou de scheldnaam Nazarener krijgen. Daarom komen Jozef en Maria, na hun vlucht naar Egypte, terug in Nazareth.

Jozef en Maria moeten uit Nazareth vertrekken. Want de keizer in Rome beveelt een volkstelling. Een pion in Gods hand, om de profetie te vervullen.

Zacharia profeteert over de Messias als de spruit die gekroond wordt en als Priesterlijke Koning zal heersen.

Jesaja profeteert over de Messias als de scheut uit de afgehouwen stronk van Davids koningshuis. Het woordje ‘scheut’ is in het Hebreeuws ‘netzer’, Nazareth.

Nazareth wordt onderschat. Toch wordt de engel Gabriël naar dit verachte dorp gezonden. Want daar woont Maria.

Advent. Op weg naar Kerst. Deze tweede week vanuit Nazareth. Kan er uit Nazareth iets goeds komen? Dat is de vraag van Nathanaël aan Filippus.

De engel Gabriël belooft Maria de geboorte van de Messias. De bevestiging van deze waarheid is in Hebron te vinden, bij Elisabet.

De oude vrouw Elisabet droeg de smaad van kinderloosheid. Met Zacharias is zij voor God rechtvaardig en onberispelijk.

Deze week met Arjan IJsselstein.