Dit verhaal beschrijft de iglo's van de Inuit, een slim volk dat leeft in het koude Noordpoolgebied. De Inuit bouwden iglo's van ijs en sneeuw en maakten ze warm en gezellig met bontdekens en vuurtjes. Ze waren vindingrijk en gebruikten alles wat ze hadden om hun huizen comfortabel te maken. Iglo's waren een plek voor familie en vrienden om samen te komen. Het verhaal benadrukt de vindingrijkheid, de aanpassingsvermogen en de gemeenschapszin van de Inuit.