Praatminuutje Podcast

Sluitertijd: Een fatale liefdesgeschiedenis. Podcast 005.


Listen Later




Bedenkelijke pedagogen!
 

Dertig jaar en een dag later zaten de munten van een ander soort betalingsmiddel los in Lodewijks broekzak. De knip trekken hoefde dus niet eens. Wat de koop alleen maar bespoedigde.

‘Twee?’ De jongen schudde het hoofd. ‘Nee, vier euro meneer.’ Er als een volleerd marktkoopman aan toevoegend dat hij het nergens goedkoper kreeg. Afdingen dat hem het gevoel gaf iets bij de tijd op te tellen, de tijd dat als moment een beetje duurder werd in plaats van goedkoper. Zal wel iets met z’n leeftijd te maken hebben als optelsom van afgeprijsde waan.

Voor een appel en een ei op de kop tikken van een begeerd object. Een beetje het gevoel een dief te zijn. Op een bepaald moment in z’n leven kon hij niets meer doen zonder het idee te hebben iets van een ander te jatten. Maar ook steeds vaker het gevoel zelf slachtoffer te zijn van een vermogensdelict bijvoorbeeld bij het afrekenen van de boodschappen. Wat hem als pedagoog steeds meer deed twijfelen, niet alleen aan zichzelf, meer nog aan z’n medemensen. Schepsels die hem bedoeld dan wel onbedoeld een kunstje probeerde te flikken. Was dat niet de kern van het economisch gebeuren: de ander een poot uitdraaien! Dat wist hij nog uit de stalling van z’n pa vroeger. Die zei bijvoorbeeld tegen een klant die een band had lek gereden dat deze poreus was. Het rubber was dan op.

Een belangrijke bron van inkomsten voor Apostel senior. Poreus als vonnis over de portemonnee van een fietsende pechvogel. Die konden dan de knip trekken. Een ‘poepflapje of twee’. Vooral als het rubber van de buitenband ook nog eens sporen van slijtage vertoonde en het canvas was te zien. Bestond er iets ontluisterender als fietser met haast dan het plotseling tot diep in het lichaam voelen van het plaveisel omdat er geen lucht meer tussen steen of asfalt en het ijzer van de velg zat. De plek van bestemming plotseling oneindig ver weg.

Het besparen van een fikse wandeling mocht daarom best wat kosten. Dat noemde pa dan een ‘Tevredenstein.’

De een z’n voornemen tot het laten plakken van een band was de ander z’n verdienste bij het aan de man brengen van het benodigde aan fietsgerei. Wat voor ieder aan te bieden waar of goed gold. Nieuw dan wel gebruikt zoals op de vrijmarkt. Dat vergde enige bedenktijd. Als ergens de wereld om draaide dan was het wel slijtage en aftakeling. Maar ook om onverschilligheid, of de schijn ervan. Het net doen of men niet was geïnteresseerd in het op de vrijmarkt van het bestaan aangebodene.

Waarom een ander het gevoel geven iets van waarde te hebben! Misschien dat hij daarom aan de jongen vroeg hoe ie heette. ‘Thomas,’ klonk het een beetje bedremmeld.

Vroeger als kwekeling stelde hij zich aan een klas kinderen voor, of beter gezegd dat deed z’n mentor of mentrix, meestal het laatste, omdat vrouwen nu eenmaal oververtegenwoordigd waren en nog steeds zijn in het onderwijs, vooral in het lager onderwijs. Niet echt een beroep voor mannen dus, al heet het tegenwoordig dan ‘leraar’. Het menselijk streven bij een beroepsgroep te willen horen een paar sporten hoger op de maatschappelijke ladder. Maar daar was eind jaren zeventig nog niet echt veel sprake van in de basale overdracht van kennis door een meester of juf.

‘Dit is Lodewijk en die gaat jullie een les geven vandaag. Hij wil namelijk net als ik onderwijzer worden.’ Dan ging hij voor het bord staan als een moeilijk te nemen hindernis richting het speelkwartier, wat in de praktijk nogal tegen viel en de klas alvast een voorschotje nam op het gillen en schreeuwen buiten op het schoolplein. Maar steeds vaker was er sprake van een stilzwijgende gewapend soort van onderwijskundige vrede, net of een klas wist dat hij helemaal geen onderwijzer wilde worden.

Ergens waren kinderen best wel vergevingsgezind, meer dan een volwassene.
...more
View all episodesView all episodes
Download on the App Store

Praatminuutje PodcastBy Bertus Boshut