Lampen aan doen als het donker wordt, is tot een eeuw geleden niet vanzelfsprekend. Mensen zijn in die tijd veel meer afhankelijk van de wisseling dag en nacht. Bob Benschop van het Streekarchief Voorne-Putten is het archief in gedoken om te onderzoeken hoe het eiland verlichting heeft gekregen. Voordat er verlichting is, is de nacht echt donker. De maan zorgt zo nu en dan voor wat licht maar bij bewolking is het pikkedonker. Benschop: "In de archieven van Brielle en Hellevoetsluis kom je het nog wel eens tegen: een lijk dat de volgende dag uit de haven wordt gedregd omdat iemand in het donker te water was geraakt". Niet alleen buiten is er weinig licht, ook binnen is het niet eenvoudig om licht te maken. Het schijnsel van kaars, open haard of misschien wel een olielamp is niet voor iedereen weggelegd. "Arbeiders gaan vroeg de bedstee in, met zonsondergang naar bed. 'Met de kippen op stok' zoals ze op het platteland zeggen", aldus Benschop. Werkdagen De zomer heeft langere dagen en dus ook langere werkdagen. Uit de archieven blijkt dat op de marinewerf in Hellevoetsluis de werkdag vanaf het voorjaar elke paar weken een kwartier eerder begint. Van juni tot september maken de werknemers dagen van vijf uur 's ochtends tot zes uur 's avonds. De werf hanteert een winter- en een zomerloon. Halverwege de negentiende eeuw verandert er veel. De opkomst van olie en gas zorgen voor ongekende hoeveelheden licht: gasverlichting. Brielle krijgt rond 1850 een gasfabriek en Hellevoetsluis in 1860. Gaslicht wordt vooral gebruikt voor straatverlichting en de verlichting van fabrieken en openbare gebouwen. Proeven met licht Gasverlichting wordt al snel opgevolgd door elektrische verlichting. Brielle maakt er op 10 februari 1877 kennis mee als het leger proeven houdt op het Havenhoofd. Burgers zijn er totaal niet op voorbereid, weet Bob Benschop. De krant schrijft erover: "Honderden Briellenaren waren op de mare: Brand! Brand! Naar het hoofd gesneld, om de electrisch verlichte Maas en Brielsche Heuvel in oogenschouw te nemen. Men kon duidelijk de menschen aan den overkant van de rivier zien en een op de rivier bewegend roeibootje volgen, waarbij men een prachtig effect waarnam, door het vallen van ’t electrisch licht op de golven der Maas." Een paar maanden later, op een zomeravond in augustus 1877 worden de Briellenaren opnieuw op het spektakel getrakteerd. Afwisselend de stad en de Maas worden verlicht. De Buffel Hellevoetsluis loopt een paar jaar later uit als ramtorenschip De Buffel (nu museumschip) wordt uitgerust met een electrisch zoeklicht. De Brielsche Courant doet er uitgebreid verslag van: "De Buffel zette de vesting telkens in het helderste licht, hetgeen een prachtig, en voor velen een vreemd schouwspel opleverde". In 1916 geeft een aantal gemeenten opdracht de mogelijkheden te onderzoeken voor een elektriciteitsnet aan te leggen op de eilanden Voorne-Putten, West-IJsselmonde en Rozenburg. In 1920 wordt een plan gepresenteerd om dit gezamenlijk aan te pakken. De oprichting van de N.V. Electriciteits-Maatschappij Voorne-Putten volgt in 1921. De twintig gemeenten sluiten een lening af van 900.000 gulden. Dat blijkt al snel niet genoeg, een tweede lening van 700.000 gulden is nodig. Van dit geld moet een hoogspanningsnet met met transformatorstations en een bovengronds laagspanningsnet in alle plaatsen uit de grond worden gestampt. Zuidland De aanleg gaat in januari 1921 van start. De eerste gemeente die wordt aangesloten op het stroomnet is Zuidland. Nadat het elektrisch licht daar op 1 december 1921 aan gaat, worden in hoog tempo de overige gemeenten aangesloten. Op 15 februari 1922 is het werk klaar: in totaal 69 km hoogspanningskabel, 79 km laagspanningskabel en 34 transformatorhuisjes is aangelegd. De totale kosten bedragen 1.298.000 gulden. Bij de start is het aantal aansluitingen 800. In de daaropvolgende jaren groeit het snel. In 1934 zijn het er 8000. Dat is