Op kerstavond stelen ondeugende aardmannetjes de arrenslee van de Kerstman omdat ze zelf nooit cadeautjes krijgen. Ze nemen al het speelgoed en snoepgoed mee naar hun huis in het bos. Een fee spreekt hen echter streng toe en herinnert hen eraan dat ze de kerst voor duizenden kinderen bederven. Vol spijt brengen de aardmannetjes alles terug, net op het moment dat de Kerstman hen vindt. Hoewel hij nu erg laat is, begrijpt de Kerstman hun wens en haast hij zich om alsnog alle cadeautjes te bezorgen.