Johanna Smink-van Wolferen werd in oktober 1924 geboren in Westervoort, als tweede dochter in een gezin van zes: vader, moeder, drie dochters en een zoon. Als zestienjarige maakte ze de uitbraak van de oorlog mee, letterlijk in huis: een kogel sloeg door het dak, de brug sprong en de kat zat van schrik op tafel. In deze aflevering van Kind op de vlucht deelt ze haar herinneringen aan het leven tijdens de oorlog, de gedwongen evacuatie en de terugkeer naar een verwoest dorp.
Johanna vertelt hoe ze met haar ouders en zussen vertrok naar Keijenborg – deels lopend, deels op de fiets – met alleen wat ondergoed mee. Onderweg overnachtten ze in Hummelo. Dankzij een oud-collega van haar vader konden ze terecht bij een gezin in Keijenborg. Vanuit daar trok Johanna later naar Apeldoorn, waar ze hielp bij een bevalling en uiteindelijk ook de bevrijding meemaakte.
Na de oorlog keerde ze terug naar Westervoort, waar haar ouderlijk huis onbewoonbaar was. Er lagen mijnen om het huis en het achterhuis was kapot. Pas maanden later kon het gezin terug naar huis. In deze aflevering blikt Johanna terug op de kracht van haar familie, de gastvrijheid van vreemden en de veerkracht die nodig was om opnieuw te beginnen.