Het is herfst en tijd om het bos in te gaan, waar de bladeren geel kleuren. Trossen bessen hangen aan het hek, zoals de oranje bitterzoet met scharlakenrode zaden. De bessen van de kornoelje zijn donkerblauw en groeien op felrode stengels. Veel vruchten hebben felle kleuren om dieren aan te trekken die de zaden verspreiden. De sumak heeft rode zaden met haartjes, maar het is onduidelijk of vogels ze eten. Een kind zou dat kunnen onderzoeken. De Indiase komkommerwortel heeft paarse bessen en de wortel smaakt naar komkommer. Patrijsbessen zijn helderrood en hebben twee gaatjes waar de bloemen zaten. Jan-op-de-preekstoel heeft dieprode bessen. Salomonszegel heeft donkerblauwe bessen en de valse Salomonszegel rode. De wintergroene planten hebben rode bessen. Er zijn witte en rode banebessen en nardusbessen. De gloeiende berberisbessen en de doornen zijn helder met hun 'haag'. Zwarte elzen zijn bezaaid met rode wasachtige kralen.