De drie Spoorwegkinderen, Roberta (Bobbie), Peter en Phyllis, leiden een bevoorrecht leven in Londen totdat hun vader plotseling spoorloos verdwijnt door valse beschuldigingen van spionage. Het gezin verhuist noodgedwongen naar een sober huisje, 'Spoorzicht', vlak bij een spoorlijn, die al snel het centrale punt van hun bestaan wordt. Vastbesloten hun ongelukkige moeder te helpen en de tijd te verdrijven, beleven de kinderen talloze avonturen langs de rails: ze redden een trein van een aardverschuiving, sluiten vriendschap met de 'oude heer' uit de 9.15-trein en een Russische banneling, en ontdekken hoe ze hun buurman, de Stationschef, kunnen bijstaan. Bobbie ontdekt uiteindelijk het vreselijke geheim van haar vader in de hoop hem vrij te pleiten, wat leidt tot de onthulling van de waarheid en de langverwachte, vreugdevolle thuiskomst van hun vader.