Een uil, die overdag slaapt, wordt gestoord door een luid zingende sprinkhaan. De uil, die slim is, nodigt de sprinkhaan uit voor wijn, zogenaamd om zijn zangkunsten te verbeteren. De sprinkhaan, gevleid, accepteert de uitnodiging, maar wordt opgegeten door de uil. Het verhaal waarschuwt voor vleierij en benadrukt dat een schijnbare vriendelijkheid soms een valstrik kan zijn.