Een visser vangt een betoverde bot die hem wensen vervult. Zijn vrouw, Ilsebil, steeds ontevreden, wenst een hut, een kasteel, koningschap, keizerschap en het pausschap. Uiteindelijk wil ze net als God zijn, waarop de bot hen terugplaatst in hun armoedige pot. Het verhaal waarschuwt tegen grenzeloze ambitie en laat zien dat tevredenheid belangrijker is dan macht en rijkdom.