
Sign up to save your podcasts
Or
Petrus is één van de meest interessante personages uit het Nieuwe Testament. Zijn broer Andreas liet hem Jezus ontmoeten. Beiden behoorden tot de twaalf leerlingen die door Jezus werden uitgekozen om het meest met Hem te mogen optrekken.
Van die twaalf was Petrus de onbetwiste leider. Hij was de leerling ‘met het hart op de tong’. Hij sprak eerst en dacht dan pas na, een echte ‘alles-of-niets-persoon’. Jezus stak veel tijd in het vormen van Petrus’ karakter. Petrus heette eigenlijk ‘Simon’, maar nadat hij Jezus ‘Messias’ had genoemd, ging Jezus hem ‘Petrus’ noemen. Dat betekent ‘steen’ of ‘rots’. Als Petrus iets goeds deed, gebruikte Jezus zijn nieuwe naam. Maar iedere keer dat hij de mist in ging, noemde Jezus hem weer ‘Simon’.
Petrus was ook de leerling die Jezus volgde na zijn arrestatie en degene die Hem publiekelijk afviel door te ontkennen dat Hij bij Jezus hoorde. Na Zijn opstanding nam Jezus Petrus apart en vroeg Hij hem drie keer of hij van Hem hield. Zo herstelde Jezus de gebroken Petrus, die nu echt wist dat hij buiten Jezus om niets te bieden had. Hij kon alleen leven en werken vanuit Jezus’ genade. Dat is ook de boodschap die Petrus bracht aan iedereen die maar naar hem wilde luisteren.
Na de komst van de heilige Geest met Pinksteren leidde Petrus de eerste kerk in Jeruzalem, maar na een aantal jaar ging hij het evangelie brengen naar heidenen. Hij was getrouwd en zijn vrouw ging met hem mee op zijn zendingsreizen. Uiteindelijk belandde Petrus in Rome, waar hij twee brieven schreef die bewaard zijn gebleven.
Christenen worden zondebok
De eerste noemen we 1 Petrus en deze is waarschijnlijk rond het jaar 64 geschreven. Keizer Nero was net aan de macht gekomen. Hij wilde Rome grondig verbouwen tot eer en glorie van hem zelf. Daarvoor moest eerst veel worden afgebroken en dus liet hij de stad in brand steken, aldus een hardnekkig gerucht in die tijd.
Talloze Romeinen raakten hun huis kwijt, tempels met afgoden werden verwoest en ongetwijfeld vielen er ook veel doden en gewonden. Dit leidde tot een diepe crisis. Of Nero nu wel of niet verantwoordelijk was voor de brand: hij had een zondebok nodig. Hij wees de christenen aan die de Romeinse cultuur toch al afwezen. De vervolging die losbrandde was ongekend. Veel gelovigen stierven de marteldood.
Petrus schreef zijn brieven aan de kerken in Klein-Azië (het huidige Turkije), waar ook vervolging was. De eerste brief van Petrus is een aanmoediging om te blijven geloven, zelfs als je moet lijden. Hij laat zien dat lijden erbij hoort. Mensen die God oprecht volgen, zijn altijd in de minderheid geweest en hebben het altijd zwaar gehad.
Toch is er juist voor hen hoop. Die hoop is te vinden in Jezus Christus. Vervolging biedt zelfs een kans om de liefde van Jezus door te geven. Uiteindelijk zal Jezus terugkomen, al weten we niet wanneer.
Lijden en vervolging als zuiverend vuur
Petrus begint zijn brief met een groet en daarna prijst hij God voor Zijn rijke genade. Wij leven in hoop dankzij de dood en opstanding van Jezus. Er wacht ons namelijk een erfenis die nooit verloren zal gaan. Om die reden kunnen wij gelukkig zijn, zelfs als we allerlei beproevingen te verduren hebben. Hierdoor kan de echtheid van ons geloof blijken. Lijden in het algemeen en vervolging in het bijzonder werkt als een zuiverend vuur.
Petrus zegt dat de profeten uit het Oude Testament al wisten dat de Messias moest lijden en ze probeerden erachter te komen wanneer dit zou gaan gebeuren. Zij kregen het antwoord niet. Maar nu is Jezus gekomen en daarom moeten wij al onze hoop op Hem vestigen. ‘Laten we als gehoorzame kinderen zijn’, zegt Petrus. ‘Leid een heilig leven en ontdoe je van alles wat slecht is.’
Petrus trekt hier de verhaallijn van het Oude Testament door naar de levens van de mensen in zijn tijd. Nu, ongeveer tweeduizend jaar later, spelen wij nog steeds een rol in het grote verhaal van God en mens. In Petrus’ woorden: wij zijn Gods volk.
Wat houdt dat in? Bijvoorbeeld dat wij zijn als vreemdelingen in een land ver van huis. We wonen er wel, maar zijn in veel opzichten toch anders. Als we te midden van de ongelovigen een goed leven leiden, dan komen de mensen die het ons lastig maken wellicht tot inkeer.
Gelovigen moeten het gezag van de overheid erkennen. Door het goede te doen, moeten we onwetende dwazen de mond snoeren. We zijn vrij, maar mogen die vrijheid niet misbruiken om ons te misdragen.
Staat je leven in het teken van het Evangelie?
Petrus roept slaven op om goed te zijn voor hun meesters, ook voor degenen die hen slecht behandelen. Het is een blijk van genade als je onverdiend leed kunt verdragen. Dat deed Jezus ook en zo heeft Hij ons gered. Hetzelfde geldt voor vrouwen die tijdens hun huwelijk tot geloof gekomen maar van wie de man nog ongelovig is. Zij moeten goed voor hem zijn, in de hoop dat hij tot geloof komt.
Bij dit soort teksten is het goed je te realiseren dat de Bijbel hier in het algemeen spreekt. Het gaat te ver om in dit boek dieper in te gaan op onderwerpen als trouwen met ongelovige partners, scheiden, of misbruik en mishandeling in het huwelijk. Dit zijn hele delicate onderwerpen en als je Bijbelverzen uit hun verband rukt, kun je elk standpunt onderbouwen met de Bijbel. Zoek daarom altijd pastorale hulp als je vragen op dit terrein hebt.
Petrus’ boodschap is dat ons leven in het teken moet staan van het evangelie. Dat kan betekenen dat we offers moeten brengen, zoals Jezus dat voor ons deed. Neem christelijke mannen bijvoorbeeld. Zij moeten goed omgaan met hun vrouw. Zij is minstens zo belangrijk als hijzelf. Zij is zijn gelijke en hij mag niet als een dictator over haar heersen. Zo laten we Christus’ liefde zien aan de mensen om ons heen.
Wees niet verbaasd als je moet lijden
Hoewel mensen tot geloof komen als wij leven zoals Jezus wil, zal deze houding van christenen de vervolging helaas niet stoppen. Daarom wijst Petrus ons op de verlossing in Jezus Christus, die ook allerlei onrecht moest verdragen. Doordat Hij dit deed, redde Hij ons. Wij zijn door ons geloof verbonden met Jezus’ lijden, dood en opstanding. Het symbool van deze verbondenheid is de doop.
We mogen daarom niet verbaasd zijn als ook wij moeten lijden vanwege ons geloof. Sterker nog, we zouden vreugdevol moeten zijn. Het betekent namelijk dat we bij God horen.
Petrus roept de leiders van de kerken op om dienende leiders te zijn en tot slot wijst hij de christenen erop wie de echte vijand is: de duivel die altijd op zoek is naar een prooi om te verslinden. We moeten ons verzetten tegen hem door trouw te blijven geloven en te doen wat Jezus ons heeft geleerd.
Petrus sluit af met een groet mede namens zijn medewerker Silvanus, die de brief heeft opgesteld voor Petrus. Dan doet hij de groeten van ‘de gelovigen in Babylon’. Petrus bevindt zich in Rome, een stad die net zo slecht was als het oude Babylon. Hij noemt de naam ‘Rome’ niet, waarschijnlijk omdat hij is ondergedoken en hij niet wil dat de Romeinen weten waar hij zit. Het is ook een verwijzing naar de ballingschap, toen het volk van God zich als vreemdeling bevond in het Babylonische rijk.
Petrus is één van de meest interessante personages uit het Nieuwe Testament. Zijn broer Andreas liet hem Jezus ontmoeten. Beiden behoorden tot de twaalf leerlingen die door Jezus werden uitgekozen om het meest met Hem te mogen optrekken.
Van die twaalf was Petrus de onbetwiste leider. Hij was de leerling ‘met het hart op de tong’. Hij sprak eerst en dacht dan pas na, een echte ‘alles-of-niets-persoon’. Jezus stak veel tijd in het vormen van Petrus’ karakter. Petrus heette eigenlijk ‘Simon’, maar nadat hij Jezus ‘Messias’ had genoemd, ging Jezus hem ‘Petrus’ noemen. Dat betekent ‘steen’ of ‘rots’. Als Petrus iets goeds deed, gebruikte Jezus zijn nieuwe naam. Maar iedere keer dat hij de mist in ging, noemde Jezus hem weer ‘Simon’.
Petrus was ook de leerling die Jezus volgde na zijn arrestatie en degene die Hem publiekelijk afviel door te ontkennen dat Hij bij Jezus hoorde. Na Zijn opstanding nam Jezus Petrus apart en vroeg Hij hem drie keer of hij van Hem hield. Zo herstelde Jezus de gebroken Petrus, die nu echt wist dat hij buiten Jezus om niets te bieden had. Hij kon alleen leven en werken vanuit Jezus’ genade. Dat is ook de boodschap die Petrus bracht aan iedereen die maar naar hem wilde luisteren.
Na de komst van de heilige Geest met Pinksteren leidde Petrus de eerste kerk in Jeruzalem, maar na een aantal jaar ging hij het evangelie brengen naar heidenen. Hij was getrouwd en zijn vrouw ging met hem mee op zijn zendingsreizen. Uiteindelijk belandde Petrus in Rome, waar hij twee brieven schreef die bewaard zijn gebleven.
Christenen worden zondebok
De eerste noemen we 1 Petrus en deze is waarschijnlijk rond het jaar 64 geschreven. Keizer Nero was net aan de macht gekomen. Hij wilde Rome grondig verbouwen tot eer en glorie van hem zelf. Daarvoor moest eerst veel worden afgebroken en dus liet hij de stad in brand steken, aldus een hardnekkig gerucht in die tijd.
Talloze Romeinen raakten hun huis kwijt, tempels met afgoden werden verwoest en ongetwijfeld vielen er ook veel doden en gewonden. Dit leidde tot een diepe crisis. Of Nero nu wel of niet verantwoordelijk was voor de brand: hij had een zondebok nodig. Hij wees de christenen aan die de Romeinse cultuur toch al afwezen. De vervolging die losbrandde was ongekend. Veel gelovigen stierven de marteldood.
Petrus schreef zijn brieven aan de kerken in Klein-Azië (het huidige Turkije), waar ook vervolging was. De eerste brief van Petrus is een aanmoediging om te blijven geloven, zelfs als je moet lijden. Hij laat zien dat lijden erbij hoort. Mensen die God oprecht volgen, zijn altijd in de minderheid geweest en hebben het altijd zwaar gehad.
Toch is er juist voor hen hoop. Die hoop is te vinden in Jezus Christus. Vervolging biedt zelfs een kans om de liefde van Jezus door te geven. Uiteindelijk zal Jezus terugkomen, al weten we niet wanneer.
Lijden en vervolging als zuiverend vuur
Petrus begint zijn brief met een groet en daarna prijst hij God voor Zijn rijke genade. Wij leven in hoop dankzij de dood en opstanding van Jezus. Er wacht ons namelijk een erfenis die nooit verloren zal gaan. Om die reden kunnen wij gelukkig zijn, zelfs als we allerlei beproevingen te verduren hebben. Hierdoor kan de echtheid van ons geloof blijken. Lijden in het algemeen en vervolging in het bijzonder werkt als een zuiverend vuur.
Petrus zegt dat de profeten uit het Oude Testament al wisten dat de Messias moest lijden en ze probeerden erachter te komen wanneer dit zou gaan gebeuren. Zij kregen het antwoord niet. Maar nu is Jezus gekomen en daarom moeten wij al onze hoop op Hem vestigen. ‘Laten we als gehoorzame kinderen zijn’, zegt Petrus. ‘Leid een heilig leven en ontdoe je van alles wat slecht is.’
Petrus trekt hier de verhaallijn van het Oude Testament door naar de levens van de mensen in zijn tijd. Nu, ongeveer tweeduizend jaar later, spelen wij nog steeds een rol in het grote verhaal van God en mens. In Petrus’ woorden: wij zijn Gods volk.
Wat houdt dat in? Bijvoorbeeld dat wij zijn als vreemdelingen in een land ver van huis. We wonen er wel, maar zijn in veel opzichten toch anders. Als we te midden van de ongelovigen een goed leven leiden, dan komen de mensen die het ons lastig maken wellicht tot inkeer.
Gelovigen moeten het gezag van de overheid erkennen. Door het goede te doen, moeten we onwetende dwazen de mond snoeren. We zijn vrij, maar mogen die vrijheid niet misbruiken om ons te misdragen.
Staat je leven in het teken van het Evangelie?
Petrus roept slaven op om goed te zijn voor hun meesters, ook voor degenen die hen slecht behandelen. Het is een blijk van genade als je onverdiend leed kunt verdragen. Dat deed Jezus ook en zo heeft Hij ons gered. Hetzelfde geldt voor vrouwen die tijdens hun huwelijk tot geloof gekomen maar van wie de man nog ongelovig is. Zij moeten goed voor hem zijn, in de hoop dat hij tot geloof komt.
Bij dit soort teksten is het goed je te realiseren dat de Bijbel hier in het algemeen spreekt. Het gaat te ver om in dit boek dieper in te gaan op onderwerpen als trouwen met ongelovige partners, scheiden, of misbruik en mishandeling in het huwelijk. Dit zijn hele delicate onderwerpen en als je Bijbelverzen uit hun verband rukt, kun je elk standpunt onderbouwen met de Bijbel. Zoek daarom altijd pastorale hulp als je vragen op dit terrein hebt.
Petrus’ boodschap is dat ons leven in het teken moet staan van het evangelie. Dat kan betekenen dat we offers moeten brengen, zoals Jezus dat voor ons deed. Neem christelijke mannen bijvoorbeeld. Zij moeten goed omgaan met hun vrouw. Zij is minstens zo belangrijk als hijzelf. Zij is zijn gelijke en hij mag niet als een dictator over haar heersen. Zo laten we Christus’ liefde zien aan de mensen om ons heen.
Wees niet verbaasd als je moet lijden
Hoewel mensen tot geloof komen als wij leven zoals Jezus wil, zal deze houding van christenen de vervolging helaas niet stoppen. Daarom wijst Petrus ons op de verlossing in Jezus Christus, die ook allerlei onrecht moest verdragen. Doordat Hij dit deed, redde Hij ons. Wij zijn door ons geloof verbonden met Jezus’ lijden, dood en opstanding. Het symbool van deze verbondenheid is de doop.
We mogen daarom niet verbaasd zijn als ook wij moeten lijden vanwege ons geloof. Sterker nog, we zouden vreugdevol moeten zijn. Het betekent namelijk dat we bij God horen.
Petrus roept de leiders van de kerken op om dienende leiders te zijn en tot slot wijst hij de christenen erop wie de echte vijand is: de duivel die altijd op zoek is naar een prooi om te verslinden. We moeten ons verzetten tegen hem door trouw te blijven geloven en te doen wat Jezus ons heeft geleerd.
Petrus sluit af met een groet mede namens zijn medewerker Silvanus, die de brief heeft opgesteld voor Petrus. Dan doet hij de groeten van ‘de gelovigen in Babylon’. Petrus bevindt zich in Rome, een stad die net zo slecht was als het oude Babylon. Hij noemt de naam ‘Rome’ niet, waarschijnlijk omdat hij is ondergedoken en hij niet wil dat de Romeinen weten waar hij zit. Het is ook een verwijzing naar de ballingschap, toen het volk van God zich als vreemdeling bevond in het Babylonische rijk.