1 & 2 Timotheüs (5 minuten)
Behalve zijn brieven aan kerken schreef Paulus ook enkele ‘pastorale brieven’ gericht aan mensen die hij persoonlijk goed kende. Zo schreef hij twee brieven aan Timoteüs, een man uit het Turkse Lystra. Paulus leerde Timoteüs waarschijnlijk kennen tijdens zijn eerste zendingsreis.
Zijn moeder en oma hadden hem al veel geleerd over het Oude Testament en Paulus vertelde de jonge Timoteüs over Christus, waarna hij tot geloof kwam. Later ging hij met Paulus mee op reis, waarschijnlijk vanaf zijn tweede zendingsreis.
Timoteüs was toen waarschijnlijk nog net een tiener of inmiddels een jongvolwassene, want vijftien jaar later omschrijft Paulus hem nog steeds als een jonge man. Hij werd een echte vertrouweling van Paulus. Regelmatig stuurde Paulus hem op pad om namens hem werk te doen in kerken die al waren gesticht.
1 Timoteüs is vermoedelijk geschreven ná Paulus’ eerste gevangenschap in Rome. Dus ergens tussen de jaren 62 en 64. Timoteüs verbleef op dat moment in Efeze, waar bepaalde mensen vals onderwijs gaven. Deze mannen waren druk met het bestuderen van het Oude Testament en belandden in allerlei oeverloze discussies. Wat zij de mensen leerden, kwam niet langer overeen met wat Jezus, Paulus en de andere apostelen onderwezen.
Dit leidde tot rare ideeën over voedsel, het huwelijk en seks. Het gevolg was een diepe verdeeldheid in de kerk. Precies zoals Jezus dat niet had bedoeld. Het Oude Testament en de wet van God bestuderen is goed, omdat we zo zullen ontdekken wat goed en wat verkeerd is. Zo had het voor Paulus ook gewerkt. Het goede nieuws is natuurlijk dat we in Jezus Christus genade ontvangen. Paulus is daar zelf het meest duidelijke voorbeeld van. Hij vervolgde de vroege kerk immers, maar ook hij mag bij Jezus’ familie horen.
Aan Timoteüs de taak om deze leiders te corrigeren. Hij moet ervoor zorgen dat de christenen in Efeze zich wijden aan gebed voor de leiders van het Romeinse rijk en voor vrede. Die vrede moet ertoe leiden dat het evangelie zich verder kan verspreiden. God wil immers dat alle mensen worden gered.
De mannen die met elkaar in conflict zijn, moeten zich toewijden aan trouw gebed, zegt Paulus nog voor hij in gaat op een ander probleem. Er was een groep rijke vrouwen die maar wat graag helemaal opgedirkt naar de samenkomsten kwam, compleet met de mooiste en duurste mantels en sieraden. En ze hadden tijdens de bijeenkomsten ook regelmatig het hoogste woord. Van hen zegt Paulus dat zij zich waardig en sober moeten kleden.
Dat is nog wel te begrijpen. Een stuk lastiger is de volgende tekst waarin Paulus zegt dat de vrouwen niet mogen onderwijzen en geen gezag over mannen mogen hebben. Dit kan op drie manieren worden uitgelegd:
1. Sommigen geloven dat Paulus hier zegt dat vrouwen onder geen enkele omstandigheid mannen mogen onderwijzen of leiden;
2. Anderen denken dat Paulus bedoelt dat vrouwelijke leiders ook mannen mogen onderwijzen, mits ze zelf correct onderwijs hebben ontvangen;
3 En weer anderen geloven dat Paulus hier zegt dat alleen deze vrouwen in Efeze geen onderwijs mogen geven vanwege hun gedrag in deze kerk.
Welke interpretatie klopt, is moeilijk te zeggen. Christenen discussiëren er al eeuwenlang over. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat deze groep specifieke vrouwen in Efeze zich moeten laten bijscholen door Timoteüs, zodat ze zullen groeien in geloof.
Uit de andere brieven van Paulus weten we bovendien dat hij vond dat vrouwen een belangrijke rol hadden in het verspreiden van het evangelie, zeker als het ging om het bereiken van andere vrouwen met het onderwijs van Jezus. Lydia uit Filippi was bijvoorbeeld een belangrijke kerkleider.
In zijn brief aan Timoteüs gaat hij dieper in op de toestand van het leiderschap. Timoteüs moet opzieners en diakenen aanstellen. Ofwel leiders en dienaars. De mannelijke leiders moeten hun gezinnen op een vaderlijke en waardige manier leiden. De dienaars zijn mannen én vrouwen die allerlei taken in de kerk uitvoeren.
Ook van hen wordt geestelijke volwassenheid verwacht. Dat betekent een sober en waardig leven. Een man mag bijvoorbeeld maar één vrouw hebben. Hij noemt dit zo nadrukkelijk omdat het hebben van meer dan één vrouw regelmatig voorkwam in die tijd.
Hierna vertelt Paulus aan Timoteüs hoe hij moet omgaan met het verkeerde onderwijs op het gebied van voedsel en het huwelijk. ‘Waarom zou God ons voedsel verbieden dat Hij zelf heeft gemaakt?’, vraagt Paulus zich hardop af. Hetzelfde geldt voor trouwen. Waarom zou je dat verbieden? Het slaat nergens op. Toch moet Timoteüs niet als een wilde tekeergaan. Hij moet de oude mannen met respect corrigeren.
Weduwen, slaven en meesters
Er is ook nog een misstand met het helpen van de weduwen. Blijkbaar stonden bij de christenen in Efeze de rijke weduwen vooraan in de rij om hulp te ontvangen, maar Paulus zegt dat de hulp alleen moet worden gegeven aan de weduwen die het echt nodig hebben: vrouwen zonder man of andere familie die voor hen zorgt.
Timoteüs moet ook de huishoudens met slaven aanspreken. Het kan niet zo zijn dat slaven op hun meester neerkijken, ook al zijn ze in Christus gelijk. Ze moeten hem juist met nog meer inzet en eer dienen, zodat Gods naam wordt grootgemaakt.
Op die manier krijgen christenen een positief imago en zullen nog meer mensen tot geloof komen, probeert Paulus daarmee aan te geven. En de rijke mensen in deze wereld mogen niet hoogmoedig zijn. Hun hoop ligt niet besloten in rijkdom maar in Jezus Christus. Geldzucht is zelfs de wortel van al het kwaad.
Paulus besluit zijn eerste brief met een persoonlijke noot voor Timoteüs: ‘Waak over hetgeen je is toevertrouwd’.
De tweede brief aan zijn trouwe medewerker heeft een andere toon. Niet dat Paulus ontevreden is over Timoteüs. Integendeel. Maar deze brief kon wel eens de laatste brief zijn die Paulus ooit heeft geschreven.
Het is ergens tussen het jaar 64 en 67 en Paulus zit opnieuw gevangen in Rome. Dit keer is hij niet onder huisarrest geplaatst. Hij zit in een donkere, koude cel diep onder de grond. Uit vrees voor vervolging komen andere christenen niet meer bij hem op bezoek. Alleen Jezus is nog bij hem. Paulus weet vrij zeker dat hij ditmaal niet wordt vrijgelaten. Dat komt ook uit. Hij wordt niet veel later onthoofd.
Timoteüs leidt nog steeds de kerk in Efeze en Paulus vraagt hem zo vlug mogelijk op bezoek te komen. ‘Neem mijn mantel mee, de winter komt eraan’, zegt hij. Of Timoteüs Paulus nog heeft gezien voor zijn sterven, is niet bekend.
Paulus schreef deze brief ook om Timoteüs te bemoedigen. Het lijkt erop dat hij onder grote druk is komen te staan. De valse leraren zijn nog steeds actief en de vervolging is toegenomen. ‘Houd je vuur brandend’, zegt Paulus.
Met andere woorden: ‘Blijf je werk met passie doen. Wees niet bang. God heeft je een Geest gegeven van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam je daarom niet voor de Heer en niet voor mij. Ik zit gevangen voor het evangelie. Lijden hoort erbij. Laat je niet afleiden door wat niet belangrijk is. Focus op je missie’.
Met een kort gedicht probeert hij Timoteüs nog meer moed in te praten:
‘Als wij met Hem gestorven zijn,
zullen we ook met Hem leven;
zullen we ook met Hem heersen;
als wij Hem verloochenen,
zal Hij ons ook verloochenen;
als wij Hem ontrouw zijn,
want zichzelf verloochenen kan Hij niet.’ - 2 Timoteüs 2: 11-13
Dat is ook wat Timoteüs de gelovigen moet blijven voorhouden. Ook mag hij de confrontatie met de corrupte leraren niet uit de weg gaan. Zij geloofden waarschijnlijk dat de opstanding alleen geestelijk was en dat deze dus had plaatsgevonden tijdens de bekering van de gelovige. Paulus benadrukt dat dit niet klopt.
‘Elke schrifttekst is door Jezus geïnspireerd’
Dit valse onderwijs werkt als een kwaadaardige tumor in het menselijk lichaam. Toch moet Timoteüs zich hier niet door laten afleiden. God weet wie werkelijk bij Hem horen. Daarom moet Timoteüs de valse leraren zachtmoedig terechtwijzen, in de hoop dat ze tot inkeer komen.
Voor Timoteüs en zijn team is het belangrijk dat ze zich vasthouden aan wat het Oude Testament leert. Het Oude Testament ging door Jezus in vervulling. ‘Elke schrifttekst is door God geïnspireerd’, zegt Paulus, ‘en kan gebruikt worden om onderricht te geven.’
Dat onderwijs heeft als doel te corrigeren waar het fout gaat in je denken en handelen, maar ook om mensen op te voeden zodat ze een waardig leven voor Jezus leiden, en ze toegerust worden om Hem te dienen.
Beide brieven aan Timoteüs zijn erg belangrijk. Ze laten ons een stukje zien van hoe het met de kerk verder ging na Handelingen. Ook wordt duidelijk hoe Paulus moest lijden voor het geloof, en dat er altijd tegenstand en zelfs vervolging zal zijn.
Jezus volgen, is niet makkelijk. Het kan zelfs tot grote problemen leiden. Toch moeten we ons vasthouden aan de hoop die we in Jezus vinden. Hij is voor ons gestorven en opgestaan. En Hij zal opnieuw komen. Tot die tijd moeten we hem trouw dienen onder alle omstandigheden.