Hoi, hartelijk welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Vandaag een bonus-aflevering. Ik ben bezig met een boek over de geschiedenis van de Bijbel waarin ik het antwoord zoek op cruciale vragen over de betrouwbaarheid van de Bijbel.
Als je deze aflevering luistert in de maand september van 2025, dan kun je ook meedoen aan een speciale win actie, waarbij je kans maakt op het winnen van al mijn boeken. Je hoeft alleen maar je e-mailadres in te vullen op bijbellezenmetjan.nl/win.
Alle deelnemers krijgen gratis het eBook De Bijbel in 1 Dag. Maar dat is niet enige. Je krijgt ook mijn eBook over de ontstaansgeschiedenis van de Bijbel zodra het af is.
Dus ga naar Bijbellezenmetjan.nl/win om kans te maken op de de paperbacks van mijn boeken. Dan krijg je ook later het andere eBook.
In deze speciale aflevering wil ik het met je hebben over een belangrijke vraag: is de Bijbel wel Gods Woord? Of is het mensenwerk?
Is de Bijbel Gods Woord of mensenwerk?
Het gebeurt vaak op momenten dat je het niet verwacht.
Bij het koffieapparaat op je werk gaat het gesprek ineens over geloof. Je verzamelt je moed en zegt: ‘In de Bijbel staat…’
Nog voor je zin af is, reageert je collega: ‘De Bijbel? Dat vervalste boek? Dat kun je toch niet serieus nemen.’
Met je beker in de hand voel je een knoop in je maag.
Of je zit bij familie aan tafel. Iemand zegt: ‘Hoe kun je daar nou in geloven? Iedereen weet toch dat bisschoppen in Nicea bepaalden welke boeken erin mochten en welke niet. Ze hielden alleen wat in hun straatje paste.’
En dan die filmpjes op social media. Mensen die met stelligheid beweren dat monniken eeuwenlang fouten maakten bij het overschrijven. Soms gaat het nog verder: verhalen over geheime groepen zoals de illuminati die de Bijbel zouden hebben gemanipuleerd.
In onze tijd hoor je het steeds opnieuw: de Bijbel zou een sprookjesboek zijn. Een leugen. Een oud wetboek dat achterhaald is. Wat zeggen anderen tegen jou over dat boek waar jij van houdt?
Ik ben er zelf ook niet ongevoelig voor. Soms hoor ik dat stemmetje in mijn hoofd: Wat als ze gelijk hebben? Wat als het boek waarin ik geloof, waardoor ik bid om kracht en waarin ik troost vind, niet meer is dan een mensenwerk? Verhalen die door machthebbers zijn aangepast?
Alleen al het stellen van die vragen voelt als verraad aan mijn geloof. Maar de vragen zijn er wel. En ze doen pijn, omdat ze raken aan wat ons het meest dierbaar is.
De Bijbel is het meest gelezen boek ter wereld, maar ook een boek dat omgeven is door dit soort vragen en complottheorieën. Ze verdwijnen nooit helemaal. Daarom wil ik ze serieus nemen.
Durf je het aan om samen met mij op onderzoek te gaan?
We beginnen bij de eerste en meest fundamentele vraag: Is de Bijbel Gods Woord, of toch vooral mensenwerk?
Waar de vraag vandaan komt
Dit spanningsveld bestaat al zo lang als het christendom zelf.
Aan de ene kant zijn er gelovigen die zeggen: ‘De Bijbel is door God gegeven. Elk woord, elke komma klopt.’ Voor hen voelt twijfelen aan de betrouwbaarheid bijna als verraad.
Aan de andere kant staan critici die de Bijbel zien als elk ander oud boek. Zij wijzen op tegenstrijdigheden, op verhalen die historisch niet te controleren zijn, en op teksten die duidelijk uit verschillende tijden komen. ‘Dit is gewoon mensenwerk,’ zeggen ze. ‘Oude verhalen die door de eeuwen heen zijn aangepast.’
En eerlijk: ze hebben niet helemaal ongelijk. De eerste vijf Bijbelboeken worden vaak aan Mozes toegeschreven. Maar kan dat wel? Hoe kan hij dan zijn eigen dood beschrijven (Deuteronomium 34)?
Soms staan er ook zinnen die duidelijk uit een latere tijd komen. Neem Genesis 22:14. Daar lezen we dat Abraham de plaats waar hij zijn zoon bijna offerde ‘De HEER zal erin voorzien’ noemt. En dan volgt: ‘Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’
Dat klinkt alsof iemand veel later terugkijkt.
Daarnaast ontdekten wetenschappers dat er verschillende schrijfstijlen door elkaar heen lopen. Het voelt alsof je een puzzel probeert te leggen waarvan de stukjes niet helemaal passen.
Hoe reageren mensen daarop?
• Sommige christenen wuiven de vragen weg: ‘Je moet dit gewoon geloven. God kan alles.’ Ze doen alsof de Bijbel rechtstreeks uit de hemel is gevallen. Maar dat voelt toch wrang. Alsof je je verstand uit moet zetten.
• Anderen gaan de andere kant op: ‘Zie je wel? Het is gewoon mensenwerk. Hooguit kun je er nog wat levenslessen uit halen.’
Maar… de Bijbel zelf vertelt hoe hij is ontstaan.
Het begin van schrijven in de Bijbel
De eerste keer dat God zegt: ‘Schrijf dit op’ staat in Exodus 17. Israël trekt net bevrijd uit Egypte door de woestijn. Dan vallen de Amalekieten hen aan. Er volgt een strijd die Israël met Gods hulp wint.
Na de overwinning zegt God tegen Mozes: ‘Schrijf dit als herinnering in een boekrol.’
Het gaat om dit moment. Dit verhaal van redding.
De tweede keer komt een paar hoofdstukken later, in Exodus 24. Mozes is terug van de berg met de Tien Geboden en andere wetten. Hij vertelt het volk wat God gezegd heeft. Zij antwoorden: ‘Alles wat de HEER gesproken heeft, zullen wij doen.’ Daarna schrijft Mozes de woorden op.
Twee keer schrijven. Twee keer gaat het niet om een neutraal verslag, maar om identiteit en relatie.
Het ene document vertelt het verhaal van redding. Het andere legt vast wat het betekent om Gods volk te zijn. Samen vormen ze de kern van de Bijbel: elke generatie opnieuw leren wie we zijn, waar we vandaan komen, waarom we bestaan, en hoe onze relatie met God eruitziet.
Wie goed leest, ziet overal menselijke sporen. En de Bijbel verbergt dat niet.
Neem het laatste hoofdstuk van Deuteronomium. Daar staat hoe Mozes sterft. Hij verdwijnt gewoon. En: ‘Tot op de dag van vandaag is er geen profeet meer opgestaan zoals Mozes.’ Duidelijk geschreven vanuit een later moment.
Of kijk naar Numeri 21, waar wordt geciteerd uit het ‘Boek van de oorlogen van de HEER’. Het Hebreeuws is daar veel ouder dan de rest. Toch worden deze Bijbelboeken aan Mozes toegeschreven.
Mozes werkte dus met bronnen die al bestonden en na zijn dood is er dus nog aan de tekst gewerkt.
Ook bij de profeten zie je dit. Jeremia had een secretaris, Baruch, die zijn woorden opschreef. Toen koning Jojakim de eerste boekrol verbrandde, schreef Baruch een tweede versie – en voegde er zelfs meer woorden aan toe.
En de Psalmen? We denken vaak aan David, maar er zijn veel andere namen die worden genoemd als psalm-schrijvers: Salomo, Asaf, Ethan, Heman, en zelfs Mozes. Het is een verzameling gedichten en liederen die groeide door de eeuwen heen, met bijdragen van verschillende dichters en zangers.
Gods inspiratie door de Geest
Toch presenteert de Bijbel zichzelf niet als gewoon mensenwerk. Paulus schrijft aan Timoteüs: ‘Elke Schrift is door God geïnspireerd’ (letterlijk: God-ademend).
Let op: hij zegt niet dat alleen de schrijvers geïnspireerd waren. Hij zegt dat de teksten zelf God-ademend zijn. Het eindresultaat draagt Gods adem, ook al waren er generaties van mensen bij betrokken.
De brief aan de Hebreeën laat dit mooi zien. Daar wordt Psalm 95 twee keer geciteerd. De ene keer staat er: ‘Zoals de Heilige Geest zegt…’ De andere keer: ‘Zoals David zegt…’ Voor de schrijver was dat geen tegenstelling. Dezelfde tekst heeft zowel een menselijke als een goddelijke auteur.
Inspiratie betekent dus niet dat God elk woord dicteerde en mensen alleen maar noteerden. Het betekent dat Gods Geest door mensen en hun culturen heen werkte, door generaties van schrijvers en redacteuren, door het hele proces van ontstaan en overdracht.
De spanning tussen God en mens
Voor ons kan dit ongemakkelijk zijn. We willen graag weten: wat is precies gebeurd en wat is literaire creativiteit? Zijn de namen die we lezen echt historisch, of soms symbolisch bedoeld?
Die spanning is er. En die hoeft niet opgelost te worden.
De naam Abel bijvoorbeeld betekent in het Hebreeuws ‘damp’. En inderdaad: hij verdwijnt snel uit het verhaal. Paulus noemt de tovenaars van farao bij naam (Jannes en Jambres), terwijl die namen nergens in Exodus staan. Schrijvers bewaren geschiedenis én geven er creatief vorm aan.
De Bijbel schaamt zich daar niet voor. Zoals Jezus volledig mens én volledig God was, zo is de Bijbel volledig menselijk én volledig geïnspireerd. Het is niet ondanks het menselijke element betrouwbaar, maar juist omdat God via hen tot ons spreekt.
Een mozaïek van God en mens
De Bijbel is geen kant-en-klare download uit de hemel. Het is een mozaïek, opgebouwd door eeuwen heen. Menselijke stemmen en Gods adem, verweven tot één geheel.
Mozes schreef. De Levieten bewaarden. Profeten spraken. Schrijvers noteerden. Psalmisten zongen. Redacteuren voegden samen. En door dit alles heen blies Gods Geest zijn adem.
Geen ‘dicteerder’ die woord voor woord dicteerde. Maar een God die mensen inschakelde, hen meenam, hun stemmen gebruikte. Het resultaat: een boek dat menselijk oogt, maar goddelijk klinkt.
Daarom is de vraag ‘Gods Woord of mensenwerk?’ verkeerd gesteld. Het is geen óf-óf. Het is én-én. De Bijbel is volledig menselijk én volledig Gods Woord. En precies daardoor spreekt hij vandaag nog met kracht.
En dat past bij wie God is. Hij doet zijn werk altijd samen met mensen.
• Adam en Eva mochten over de schepping waken.
• Noach mocht de ark bouwen.