Een dolfijn redt een aap van een schipbreuk, denkend dat het een mens is. De aap schept op over zijn adellijke afkomst en beweert Piraeus, de haven, te kennen. De dolfijn beseft zijn vergissing en laat de aap achter. Het verhaal illustreert het gevaar van bedrog en zelfverheerlijking en hoe valse trots tot een val kan leiden.