Een prins wordt door een heks in een iep veranderd. In de boom woont hij met duiven en hij ontmoet de Koning van de Bomen, die belooft hulp te zoeken. Een arm meisje, die vaak bij de iep zit, hoort dat de boom gekapt zal worden en verstopt zich erin. Ze zingt en jaagt zo de houthakkers weg. De houthakker komt terug, maar de Koning van de Bomen en tovenaar Gorbodoc verschijnen. De tovenaar verandert de iep terug in de prins en straft de heks. De prins trouwt met het meisje en ze leven gelukkig. Het verhaal benadrukt moed, vriendelijkheid en de overwinning van het goede op het kwade.