Een programma waar kinderen hun mening konden uiten over maatschappelijke thema’s, dat was ‘Vinger in de pap’. In dat programma zaten ook liedjes met een onderwijzende insteek, gemaakt door Wim De Craene, zoals bijvoorbeeld ‘De Ballade Van De Puistjes’. Jan Delvaux laat je nog eentje van die plaat uitgebracht door de BRT horen: ‘Schoollopen’.

Will Tura volgde de Rode Duivels overal naartoe: Spanje, Mexico of Rome. De voetballers zongen toen vals en uit volle borst mee met ‘De Rode Duivels Gaan Naar Spanje’. Maar de koning van de voetballiedjes was Raymond van het Groenewoud. Hij zong liedjes over verschillende voetbalclubs en zelfs over een specifieke speler. Jan Delvaux laat je de ode over de Hollandse Gouden Schoen horen.

In de jaren ’70 was er eeuwige toogpraat in de Leuvense cafés die altijd open waren. Er zaten veel mannen met lang haar en grote plannen, waaronder Steve Turcksin. De Leuvense Eric Clapton trad in het jaar 1978 maar liefst 250 keer op. Jan Delvaux laat je de man horen die zijn gitaar kon laten zingen.

Johnny White groeit op in het Nederlands en Frans, maar zijn eerste single is in het Duits. Johnny Wittevrouw verkoopt meer dan 100.000 singles van ‘Verloren hart, verloren droom’, maar moet het onderspit delven tegen Nicole en Hugo om op het Eurosongfestival te geraken. Jan Delvaux vertelt je hoe hij aan zijn bijnaam “Johnny Weed” komt.

Hoe leerde Arno z’n Frans? Het antwoord is simpel: de liefde. Sonia Dufour leert hem de taal van de liefde en neemt zelf een paar nummers op met de hele bende van T.C. Matic. Jan Delvaux laat je haar eerste single ‘Bonjour’ horen.

Thomas Van Cottom begint als drummer bij ‘Venus’ tot hij uit de groep wordt gegooid. Dat ontslag wordt een geluk bij een ongeluk, want hij wordt opgebeld door één van zijn helden, Bonnie “Prince” Billy, om een plaat met hem op te nemen. Na drie jaar werken als tourmanager van Stromae, start hij een nieuw project met oude vrienden. Jan Delvaux vertelt je het verhaal van deze Brusselaar.

Een artiest die nooit echt doorbrak bij het grote publiek, dat was Hugo Dellas. Toch deed hij vaak mee aan wedstrijden zoals de Knokke Cup of de voorrondes van Eurosong. Hij schreef ooit een nummer met een zeer vreemde tekst. Jan Delvaux laat je het epische ‘Torens van Babel’ horen.

In café Manifesto in Genk weigert cafébaas Marc Danny Mommens een pint. Danny trekt naar Gent en wordt bekend met Sex Machines en Viva la Fête. Hij opent club Kinky Star en trekt daarvoor aan de mouw van jawel, cafébaas Marc. Die Marc ontdekt later zelfs als talentscout ’t Hof van Commerce. Jan Delvaux neemt je mee op doorreis van Genk naar Gent.

Eind jaren ‘70 had je enkel Raymond van het Groenewoud die al eens een gedurfd nummer uitbracht in eigen taal. Tot er plots rebelse jongens uit Lebbeke het nummer ‘Ja Ja Nee Nee’ opnemen. Hun carrière loopt minder wanneer ze hun tweede single op de radio afkraken. Met een derde singletje sluiten ze hun carrière dan ook ‘Definitief’ af. Jan Delvaux laat je enthousiast nee knikken op hun debuutnummer.

Uit Brugge komen er twee Ricky’s die hun plaats opeisen in de Belgische muziekscene. Artiest Ricky Morvan ontstaat na een fout bij de drukkerij en wordt twee keer Belgisch kampioen in rock-‘n-roll dansen. De tweede Ricky, met achternaam Gordon, is vooral bekend door zijn covers van Elvis Presley. Jan Delvaux laat je de gelijknamige artiesten uit het Venetië van het Noorden kennen.