Rai-Den, de Dondergod, stuurt zijn zoon Rai-Taro naar de aarde, waar hij wordt aangenomen door een arm boerengezin. Rai-Taro helpt hen met zijn weersvoorspellingen en toewijding. Op zijn achttiende keert Rai-Taro terug naar de hemel, door zijn pleegouders verdrietig achterlatend. Het verhaal leert over goedheid, dienstbaarheid, de band tussen ouders en kinderen en dat het helpen van anderen groter is dan wat voor goud dan ook.