Ceres' dochter Proserpina wordt ontvoerd door koning Pluto naar de onderwereld. Ceres laat de aarde verdorren uit verdriet. Om de aarde te redden, wordt afgesproken dat Proserpina terug mag, maar omdat ze zes granaatappelzaden heeft gegeten in de onderwereld, moet ze zes maanden per jaar bij Pluto doorbrengen. Zo ontstaan de seizoenen. Het verhaal benadrukt de band tussen moeder en dochter, de oorsprong van de seizoenen en de acceptatie van het lot.