Dit sprookje vertelt het verhaal van een prins die, verliefd op een meisje van lagere adel, van haar wordt gescheiden door zijn vader. Tijdens een jacht belandt de prins in een spookachtig jachtslot, waar hij een griezelige geest ontmoet. Door hoffelijk te zijn en haar te helpen, verbreekt hij een betovering en herenigt hij zich met zijn ware liefde. Het verhaal benadrukt de kracht van beleefdheid en innerlijke schoonheid.