Dit verhaal vertelt over Tschen en Shen, twee sterren die broers zijn en zonen van de Gouden Koning van de Hemel. Na een ruzie waarbij Tschen, Shen sloeg, zwoeren ze elkaar nooit meer aan te kijken. Hierdoor verschijnt Tschen alleen 's avonds (als avondster) en Shen alleen 's ochtends (als ochtendster), nooit tegelijk. De moraal van het verhaal is dat broers vreedzaam met elkaar moeten leven, anders zijn ze als Tschen en Shen.