Prinses Prunella is een verwend kind dat een dove jongen, Robert, als speelkameraad kiest. Robert is alleen doof voor onaangename geluiden. Prunella wil dat Robert een "echte lieve jongen" wordt en haar kan troosten wanneer ze huilt. Robert verlaat het kasteel en ontmoet een feeënjongen en een oude vrouw, die hem opdragen een dappere, aardige, dwaze en wijze daad te verrichten. Na twee jaar keert hij terug, nadat hij deze daden heeft verricht, en kan hij eindelijk Prunella's tranen horen. Ze zijn herenigd en hoewel ze het oneens zijn over de schoonheid van bos- en stadsgeluiden, leven ze gelukkig verder. Het verhaal benadrukt het belang van vriendelijkheid, moed en het waarderen van verschillen.