Vier muzikanten spelen bij een kasteelruïne en krijgen van een grijs mannetje elk een beukentak. Drie muzikanten gooien de tak weg, maar de basspeler bewaart hem in zijn bas. De volgende ochtend blijkt de tak in goud veranderd te zijn. De andere muzikanten zoeken tevergeefs naar hun takken. Het verhaal benadrukt het belang van waardering voor simpele geschenken en het respecteren van onbekende krachten.