Eeuwenlang was het Zeeuwse Veere een bruisende havenstad waar schepen uit de hele wereld aanlegden en exotische kooplui, doorgewinterde schippers en blakende matrozen de vele herbergen en logementen bevolkten. De stad floreerde maar in herberg De Griffioen was het slecht toeven en menig bezoeker kwam er niet levend vandaan. Wat was de rol van de waard? En wisten de verloren zielen nog van zich te laten horen?