Share Droge Dialogen
Share to email
Share to Facebook
Share to X
Dutch springs are crazy! Here are 3 Dutch expressions that capture this madness… If you want to learn more Dutch expressions and Dutch phrases about spring, check out this article https://directdutch.com/2022/03/five-… Een fijne lente gewenst!
Watch this short video with some quick tips to improve your Dutch pronunciation at home!
(Door Petra Hisgen)
Mevrouw Escher zit bij het raam en ziet er heel triest uit. Haar gezicht is aan één kant heel dik.
De telefoon gaat en mevrouw Escher neemt op.
Mevrouw Escher: Babbo?
Mevrouw Mondriaan: Annelies? Ben jij dat? Ik heb toch het goede nummer?
Mevrouw Escher mompelt: Hmpf, ja…b’m pies
Mevrouw Mondriaan: He? Wat zeg je? Pies? Moet je naar de w.c.?
Mevrouw Escher: Mee, mee!! B’m momp….
Mevrouw Mondriaan: Hè? Zeg je nou: je mond? Wat is er met je mond?
Mevrouw Escher: Pijmp! Beel pijmp!
Mevrouw Mondriaan: Heb je pijn in je mond? Heb je kiespijn?
Mevrouw Escher: Ja, ja. Ip kam miet pratem.
Mevrouw Mondriaan: Aha, je kunt niet praten. Heb je pijnstillers in huis?
Mevrouw Escher: Meemp!!!!!
Mevrouw Mondriaan: Nee? Nou dan ga ik direct voor je naar de drogist. Ik ben over tien minuten bij je! Hou vol!!
Mevrouw Escher: Bamp je!
Mevrouw Mondriaan: Geen dank, hoor. Ik doe dit graag voor mijn beste vriendin.
Tien minuten later staat mevrouw Mondriaan voor de deur. Ze heeft een sleutel van het huis van mevrouw Escher voor noodgevallen. Ze gaat de zitkamer binnen en ziet haar vriendin bij het raam zitten als een ziek vogeltje.
Mevrouw Mondriaan: Ach, kind! Wat zie je er slecht uit! Nou, ik heb heel veel pijnstillers voor je gekocht, genoeg voor twee weken. Ik hoop natuurlijk niet dat je twee weken kiespijn hebt, hoor. Wacht even, dan zal ik een glas water voor je pakken in de keuken.
Mevrouw Escher zegt niets terug maar kijkt haar vriendin dankbaar aan. Ze zucht.
Mevrouw Mondriaan komt terug van de keuken en geeft haar vriendin het glas water en twee tabletten: Hier, drink maar op en dan zal je snel geen pijn meer hebben.
Na tien minuten ziet mevrouw Escher er al veel beter uit. Ze glimlacht zelfs een beetje.
Mevrouw Escher: Dank je wel, Adèle! Ik voel me al veel beter. Die pijnstillers helpen echt. Nu kan ik tenminste weer goed praten.
Mevrouw Mondriaan: En ik kan je gelukkig weer goed verstaan! Ik heb ook een film voor je meegenomen. Je kunt toch naar buiten dus ik dacht dan kunnen we gezellig samen kijken naar The Marathon Man met je grote favoriete acteur Dustin Hoffman.
Mevrouw Escher: Klein zul je bedoelen….
Mevrouw Mondriaan: Klein?
Mevrouw Escher: Ja, Dustin Hoffman is heel klein als man, maar wel erg leuk. En ik hou van klassieke romantische sportfilms.
Mevrouw Mondriaan: Ja, deze film is tof. Hij is heel cool. Zo cool dat je het niet kan geloven. Ik hoop dat je er blij mee bent.
Mevrouw Escher: O, ja! Je bent echt mijn allerbeste vriendin.
Tekst: Petra Hisgen, ingesproken door Pieter van der Weel en Petra Hisgen
Mevrouw Mondriaan en mevrouw Escher vieren Kerstavond en helpen een arm meisje.
Bibberend staat mevrouw Escher voor de deur bij mevrouw Mondriaan. Ze belt aan.
Het is al donker. Een ijzige wind blaast alle sneeuwvlokken bijna horizontaal door de straat.
Mevrouw Mondriaan opent de deur.
Mevrouw Mondriaan: Ach, lieve kind! Kom snel in mijn warme huis voordat de sneeuw naar binnen waait.
Mevrouw Escher: Brrr, wat is het koud, Adèle. En het is al zo donker, hè? Het is pas zes uur!
Mevrouw Escher schudt de sneeuw van haar jas en hoed en loopt de heerlijk warme kamer in.
Mevrouw Mondriaan: Ja, het is al heel donker, het is echt winter. Maar Annelies, ga lekker bij de openhaard zitten. Wil je iets warms drinken?
Mevrouw Escher gaat zitten en kijkt de kamer rond. Er staat een kerstboom met kaarsjes. Op de eettafel ziet ze heel veel lekker eten.
Mevrouw Escher: Hè, hè, ik zit. Wat een reis! De bus was te laat. Ik had het zo koud, dus, ja, ik wil graag iets warms drinken, Adèle. En wat ruikt het lekker, al dat eten. Is het niet een beetje teveel voor ons tweetjes?
Mevrouw Mondriaan: Ach, dat hoort bij Kerstmis; veel en lekker eten. Ik heb glühwein, zelf gemaakt! Wacht even, ik zal je een glaasje geven en dan neem ik er zelf ook eentje.
Mevrouw Mondriaan gaat naar de keuken en komt terug met twee glazen warme glühwein. Ze geeft Escher een glas en gaat ook bij de open haard zitten.
Mevrouw Mondriaan: Gezellig, hè? Ik zal ook de kaarsjes in de kerstboom aan doen, dan wordt het nog gezelliger. Als je naar buiten kijkt, ziet het er zo somber en koud uit. Gelukkig zitten we binnen. Ik ga even de lucifers pakken in de keuken.
Mevrouw Mondriaan komt terug uit de keuken: Hè, jeetje, ik heb geen lucifers meer. Hoe moet dat nu met de kaarsjes? Dan maar geen lichtjes, niets aan te doen.
Mevrouw Escher is een heel klein beetje teleurgesteld. Nou ja, ze is bij haar beste vriendin op Kerstavond, dat is toch veel belangrijker dan kaarsjes. Dan staat ze staat plotseling op van haar stoel, loopt naar het raam.
Mevrouw Mondriaan: Wat is er, Annelies?
Mevrouw Escher: Adèle, kijk jij ook eens, ik dacht dat ik iets voor het raam zag. Of nee, het is niet iets maar iemand! Nou breekt mijn klomp, het is een meisje! Ach, ze ziet er zo triest uit.
Mevrouw Escher krijgt een paar traantjes in haar ogen.
Mevrouw Mondriaan: Ja, Annelies, je hebt gelijk. Ik zie ook een klein meisje. Wat doet een klein meisje in de kou op Kerstavond op straat?
Mevrouw Escher: Ach, arm kind, misschien heeft ze geen huis of familie. En het is Kerstavond!
Mevrouw Mondriaan: Ik geloof dat ze iets in haar hand heeft. Ze probeert iets te verkopen aan mensen op straat, zie ik. Maar iedereen loopt snel door….
Mevrouw Escher: Toch geen drugs?? Dit is een nette straat.
Mevrouw Mondriaan: Nee, joh, geen drugs. Wacht, ik pak even mijn bril! O, nu zie ik het: het zijn zwavelstokjes (matchstick). En niemand wil ze kopen. Wat denk jij: zullen we haar vragen….?
Mevrouw Escher: Ja, dat is een goed idee, Adèle, laten we haar vragen om binnen te komen. Hier is het warm en we hebben genoeg te eten en te drinken. Ik ben bang dat ze anders dood gaat van de kou: een klein bevroren meisje, zonder mama en papa en het is Kerstavond. Dat is verschrikkelijk!!!
Mevrouw Mondriaan: Doen we! En dan slaan we ook twee vliegen in klap: zij heeft eten en ik heb lucifers om de kaarsjes aan te doen.
(Door Petra Hisgen)
Mevrouw Escher komt thuis na een bezoek aan de kapper. Ze is niet helemaal blij met haar nieuwe kapsel en besluit haar vriendin te bellen.
Mevrouw Mondriaan is een broodje kroket aan het eten als mevrouw Escher haar belt.
Mevrouw Mondriaan neemt de telefoon op: Beb evrouw Mobriaa.
Mevrouw Escher: Adèle? Ben jij dat? Wat praat je gek.
Mevrouw Mondriaan: O, sorry, ik zat net een heerlijk broodje kroket te eten en mijn mond was nog niet leeg.
Mevrouw Escher: Ja, maar, Adèle, je mag niet met volle mond praten!
Mevrouw Mondriaan: Jaja, dat weet ik ook wel, Annelies. Maar, waarom bel je?
Mevrouw Escher: Er is zo iets dramatisch gebeurd! Ik weet niet wat ik moet doen. Het komt nooit meer goed. Wat een ellende!
Mevrouw Mondriaan: Nou, dat zal wel meevallen. Je bent altijd zo snel in paniek. Vertel me eerst wat er aan de hand is.
Mevrouw Escher: Ik ben naar de kapper geweest.
Mevrouw Mondriaan: Dus?
Mevrouw Escher: Ik zie er niet uit. Mijn haar, o jee! Ik kan het niet uitleggen. Je zou het moeten zien. Wat vreselijk en ik heb morgen een dinertje met de Vermeertjes. Zo kan ik me niet vertonen.
Mevrouw Mondriaan: Wat heeft die kapper dan gedaan? Heeft hij al je haar weggeschoren en ben je nu kaal? Of heeft hij je haar groen geverfd?
Mevrouw Escher: Nee, dat niet. (ze zucht diep)
Mevrouw Mondriaan (een beetje ongeduldig): Nou, wat heeft hij dan gedaan wat zo vreselijk is?
Mevrouw Escher: Ik heb haarextensies.
Mevrouw Mondriaan: En? Dat wilde je toch zelf?
Mevrouw Escher: Jawel, ik wilde een beetje meer haar maar nu zie ik eruit als Marie Antoinette.
Mevrouw Mondriaan: Marie Antoinette? Je bedoelt de vrouw van, eh hoe heet hij ook alweer? O, ja, Lodewijk XVI.
Mevrouw Escher: Ja, precies. Ik heb een soort witte taart bovenop mijn hoofd. Ik ben minstens 10 cm langer. Het ziet er heel gek uit.
Mevrouw Mondriaan (moet lachen): Ik zie het probleem niet. Je bent nu eindelijk net zo lang als ik.
Mevrouw Escher (beledigd): Nou, Adèle, zo klein ben ik ook weer niet.
Mevrouw Mondriaan: Stuur me via whatsapp een foto, dan kan ik je even bekijken. Het zal vast niet zo dramatisch zijn als jij zegt.
Mevrouw Escher stuurt een selfie naar haar vriendin.
Mevrouw Mondriaan bekijkt de foto: Jeetje, Annelies, wat kan jij overdrijven, zeg. Je ziet er fantastisch uit. Ik geef toe dat het kapsel een beetje hoog is maar een nachtje slapen en alles zit weer goed. Ik denk dat Johannes zijn ogen uitkijkt als hij je ziet. Pas maar op, Annelies, misschien wordt hij wel verliefd op je!
(Door Petra Hisgen)
Mevrouw Mondriaan en mevrouw Escher gaan wandelen in de duinen en hebben een bijzondere ontmoeting
Mevrouw Escher zit in de tuin en denkt aan mevrouw Mondriaan. Op datzelfde moment gaat de telefoon.
Mevrouw Escher: Nee, maar, Adèle! Ik zat net aan je te denken. Wat zullen we vandaag gaan doen? Een stukje fietsen en wandelen, misschien?
Mevrouw Mondriaan: Nou, Annelies, en jij zegt precies wat ik dacht. Wat zijn we toch goede vriendinnen!
Mevrouw Escher en mevrouw Mondriaan moeten lachen.
Mevrouw Escher: Dus? Waar wil je naartoe gaan?
Mevrouw Mondriaan: Een paar weken geleden zijn we naar Meijendel geweest om naar de galloways te kijken maar er was geen enkele koe te zien. Dat was jammer. Dus ik dacht: zullen we nog een keertje gaan? Misschien hebben we vandaag wel geluk.
Mevrouw Escher: Prima idee! Al moet ik wel zeggen dat ik het idee om zo’n koe te zien wel een beetje griezelig vind. Die beesten zijn zo groot en hun hoorns ook. Brrr…monsters!
Mevrouw Mondriaan: Welnee, het zijn helemaal geen monsters. Wees toch niet altijd zo’n angsthaas. Er kan je niets gebeuren. Ik kom je oppikken. Tot zo!
Mevrouw Escher: Oké, tot zo!
Een kwartiertje later arriveert mevrouw Mondriaan bij het huis van mevrouw Escher. Ze staat al klaar. Ze fietsen samen naar de duinen en plaatsen hun fietsen bij het bezoekerscentrum. Ze kopen daar een wandelkaart en beginnen aan hun wandeling. Het is een heerlijke dag, niet te warm, niet koud en met weinig wind. Een goede dag om door de duinen te wandelen.
Mevrouw Mondriaan: Kijk, Annelies, hier op de kaart kunnen we zien waar die koeien en fjordenpaarden zijn die hier in de duinen lopen. Wat spannend!
Mevrouw Escher: Eh, ja, heel spannend.
Mevrouw Mondriaan en mevrouw Escher lopen via een hekje de duinen in. Ze kijken hun ogen uit. Wat is er veel te zien: watervogels, fazanten, vlinders, kikkers, konijnen. En kijk daar eens: een duinmeertje in het riet. Wat is dat mooi. Mevrouw Escher rent als een jong meisje het duin af naar het meertje. Mevrouw Mondriaan volgt haar rustig.
Mevrouw Escher: Kijk eens, Adele, allemaal kleine kikkertjes! Wat schattig.
Mevrouw Escher buigt zich naar het water en….plons! daar ligt ze in het water. Gelukkig is het niet diep. Mevrouw Mondriaan moet heel hard lachen als ze haar vriendin in het water ziet spartelen. Mevrouw Escher schiet ook in de lach. Maar dan opeens houdt mevrouw Escher op met lachen. Zij kijkt heel verschrikt en wijst naar iets achter mevrouw Mondriaan zonder een woord te zeggen.
Mevrouw Mondriaan: Wat is er aan de hand?
Mevrouw Escher in paniek: Adèle! Daar achter je! Kijk uit! O, jeetje!
Mevrouw Mondriaan kijkt achterom en ziet tot haar grote schrik een groot donderbruin beest staan op de top van een duin. De galloway loeit luid, dan komt er nog een en nog een en…
Mevrouw Escher stapt bliksemsnel uit het water en zegt: Help! Wat doen we nu? [ Ze bibbert van angst.]
Mevrouw Mondriaan: Oei! Ik schrik me een hoedje. Kom, Annelies, ik blijf hier geen minuut langer. Ik vind die koeien toch wel een beetje eng. Wat zijn ze groot, hè? En het zijn er ook zoveel.
Mevrouw Mondriaan en Escher lopen heel snel weg. Als ze omkijken zien ze dat de koeien rustig grazen.
Mevrouw Escher: Pfff, wat een opluchting dat ze niet in ons geïnteresseerd zijn. Maar, Adèle, ik dacht dat jij helemaal niet bang was voor die koeien. Jij vond mij toch een angsthaas. Hoe zit dat?
Mevrouw Mondriaan: Ja, eh, ja, ik eh, sorry, Annelies. Ik ben minder stoer dan ik dacht. Kom, laten we weer gaan genieten van de natuur. Kijk daar eens: een mooi, lief, klein konijntje! En daar nog één… Kijk nou, hoe schattig, die ene klimt op de ander zijn rug.
Mevrouw Escher: Haar rug, zul je bedoelen!
The podcast currently has 7 episodes available.