Een afschuwelijk zeemonster redt een jongen, Ko-Ko, van een wrak. Ko-Ko ontdekt dat het monster hem van eten voorziet en wenst dat het kon praten, wat het monster toestaat. Het monster vertelt dat hij een betoverde zeegod is en dat een tweede wens nodig is om hem te bevrijden. Ze redden een meisje, die wenst dat het monster weer mens wordt. De betovering is verbroken en de zeegod verandert het eiland in een paradijs. Ko-Ko en het meisje zullen trouwen. Het verhaal benadrukt dat schoonheid van binnen zit, mededogen kan transformeren en wensen in vervulling kunnen gaan.