Het Sneeuwklokje, een bloem in een bol onder de sneeuw, verlangt naar de zomer. Ze trotseert de winterkou en komt boven de sneeuw uit, waar ze door de zonnestralen wordt geprezen als de eerste en enige bloem. Weer en Wind proberen haar te breken, maar kinderen ontdekken haar en dragen haar mee. De bloem komt in een brief met verzen terecht, maar wordt weggegooid als de liefde tussen de briefschrijver en zijn geliefde bekoelt. Uiteindelijk wordt de bloem door een ander gevonden en gekoesterd in een boek. Het verhaal illustreert de kracht van hoop en doorzettingsvermogen, zelfs in moeilijke omstandigheden, en hoe schoonheid, hoewel vergankelijk, toch gekoesterd kan worden.