Jonge Duitse mariniers jagen de vluchtelingen in het hotel de schrik op het lijf. Iedereen vertrekt hals over kop. De Nederlandse strijdkracht wordt gemobiliseerd, maar iedereen gelooft in de neutraliteit van Nederland. Ondertussen verdiept de liefde van Frits. En dan wordt het uiteindelijk toch nog oorlog. Het hotel wordt geconfisqueerd.

Het hotel wordt ingenomen door de Duitsers. De familie Schiller mag met een klein gezelschap boven de bar verblijven. Onderwijl trekt de tijd aan hen voorbij en wachten ze op het einde van de oorlog. Frits, Hein en Elsa en Corry beleven de bezetting van het hotel ieder op hun eigen manier. Als deze is afgelopen maken ze de balans op.

De clientèle verandert langzaam, de eerste gevluchte Duitse artiesten plaats nemen aan de vastegastentafel bij Schiller. Vervreemding slaat toe door de toestroom van vluchtelingen die als trekvogels neerstrijken bij Schiller. In het hotel heerst algehele verwarring en angst voor spionage.

Frits Schiller ontdekt de liefde te midden van alle commotie.

De jazz zwengelt de emoties aan in het hotel. Het hotel zindert van passie en erotiek. Iedereen is getuige van een driehoeksverhouding die beëindigd wordt met een moord. Opeens krijgt de dood een opmerkelijke plaats in het leven.

Frits ziet de eerste propagandafilm die hem veel angst aanjaagt, omdat hij aanvoelt dat het tij gaat keren.

De familie Schiller krijgt te maken met verdeeldheid van binnenuit. Het personeel wordt aangestoken door de esprit van de tijd en staakt. Frits Schiller weet door inventiviteit het tij te keren, maar de door hem zo gewaardeerde clientèle staat daar recht tegenover.

Een paard veroorzaakt commotie en gevoelens van paniek die Frits zich later zal herinneren en zelfs zijn steun en toeverlaat, de Taaie, wordt aangestoken door het vrijheidsvirus.

Elsa maakt haar terugkeer in het hotel en de relatie tussen Hein en Elsa wordt hechter. Samen voeren zij oppositie tegen Frits die zich steeds meer één waant met zijn Goden. Frits vindt zijn rol als gastheer en gaat weer tekenen en schilderen.

Alles staat in het teken van vooruitgang en optimisme terwijl Corry, geheel in contrast met de tijd, een teleurstelling krijgt te verwerken.

Door toedoen van de jonge actrice Corry Italiaander komt Frits in contact met

de theaterwereld en zo lift het hotel mee op de bruisende energie van de begintijd van het Interbellum.

Frits Schiller ontdekt zijn rol als gastheer en het hotel wordt een belangrijke ontmoetingsplaats voor de beau monde. De zwerver Hadjememaar sterft uit naam van de democratie in het hotel.

Vanuit de heropening van het hotel in 1950 kijken de Schillers terug op de oude wereld van het Interbellum.

Frits Schiller herinnert zich zijn vader, een Duits emigrant. Hij, zijn broer Hein en zus Elsa blikken terug op hun jeugd in het dranklokaal, de invloed van hun vader en de belangrijke levenskeuze die Frits moet maken als zijn vader sterft: wordt hij kunstschilder of hotelier?