Kleine Lasse, een dapper jongetje, zeilt de wereld rond in boten gemaakt van erwtendoppen. Hij ontmoet de tuinman en vaart stiekem met vaders boot de zee op, maar zonder roeispanen drijft hij af. Huilend valt hij in slaap en wordt meegenomen door Nukku Matti naar Dromenland. Een droomjongen neemt hem mee op reis langs Azië, Amerika, Polynesië en Afrika. Uiteindelijk keren ze terug naar huis, waar Kleine Lasse de vertrouwde omgeving herkent. Hij wordt wakker in de boot, terug op de kust, en keert huiswaarts. De vertelling suggereert dat het avontuur een droom was, maar benadrukt de waarde van thuis en de troost van bekende plekken.