Koning Winter, een gemene heerser, probeert de gouden bladeren van Koning Vorst te stelen, maar de bladeren veranderen in bruine bladeren. Woedend besluit hij het paleis van Koning Vorst aan te vallen. Koning Vorst en zijn feeën verdedigen zich, en de winter-feeën worden verslagen. Koning Vorst en zijn feeën nemen de mantel van Koning Winter af en versieren het bos met witte kransen, waardoor het er prachtig uitziet. Niemand weet hoe dit is gebeurd, maar iedereen geniet van de schoonheid. Het verhaal benadrukt het belang van eerlijkheid en de gevolgen van hebzucht.