Je wilt als ouder je kind de ruimte geven voor zijn emoties.
Je wilt je kind een gevoel van zelfbeschikkingsrecht, van vrijheid meegeven
en het vooral de frustraties van je eigen kindertijd besparen waar je als”lastig” werd bestempeld
en de liefde van je ouders leek te verliezen als je je boosheid of verdriet uitte.
Maar je wilt als ouder ook dat je kind luistert naar grenzen.
Je mag nou eenmaal niet in de woonkamer voetballen
en de tanden moeten gepoetst voordat het verhaaltje gelezen wordt.
En als je kind om half zeven s ochtends na een halfuur krijsend op de grond rollen
nog steeds volhoudt dat het chocola wil,
weet je soms niet wat je anders moet doen dan boos worden of straffen.
Hoe kun je omgaan met de boosheid en frustratie van je kind zonder leeg te lopen?
En hoe kun je je eigen grenzen bewaken en grenzen aangeven zonder boos te hoeven worden?
En hoe kun je je kind helpen met frustraties om te gaan? En natuurlijk ook, hoe kun je frustraties vermijden?
De sleutel zit hem in een houding waar je noch autoritair, noch passief bent.
Een houding waarbij je de verbinding met je kind voorop stelt.
En wel zonder je eigen behoeften, gevoelens, grenzen en waarden uit het oog te verliezen.
Een manier van opvoeden waarbij je iedere weerstand, iedere emotie kunt omhelzen,
omdat je weet hoe het te gebruiken om je relatie met jezelf en met je kind te verdiepen.