Het DNA in onze cellen is zo dun, dat je het onder een normale microscoop niet kunt zien. Om de verschillende eigenschappen van DNA te kunnen onderzoeken, bedenken wetenschappers manieren om de onzichtbare strengen toch in beeld te krijgen.
Op de afdeling Fysica van Levensprocessen aan de VU gebruiken ze daar een laserpincet voor. Mitochondriën zijn celorganellen die hun eigen DNA hebben. Het zijn de energieleveranciers van de cel. Hoe meer energie een cel nodig heeft, hoe meer mitochondriën er in die cel zitten. Een spier- of hersencel heeft dus relatief veel mitochondriën. Er wordt aangenomen dat mitochondriën oorspronkelijk bacteriën waren die in de loop van de evolutie zijn gaan samenwerken op celniveau.
Het DNA in de mitochondriën is sindsdien sterk vereenvoudigd omdat het niet meer zelfstandig hoefde te bestaan. Daardoor is mitochondriaal DNA een goed model voor onderzoek naar samenwerkende eiwitten.