Dit verhaal is een allegorie over de invloed van geluk, zonneschijn en inspiratie op het leven. Zonneschijn vertelt hoe een gouden zwaan geluk verspreidt: een gouden veer maakt een koopman rijk, een blad verandert een herdersjongen in een geleerde, en een gouden ei geeft vier arme jongens verschillende talenten (kunst, muziek, poëzie). Ten slotte brengt amber geluk en tevredenheid aan een arme visser. Wind en Regen, symbolen van negativiteit, proberen de verhalen te onderbreken, maar Zonneschijn zet door, benadrukkend hoe geluk en talenten in verschillende levensvormen tot uiting kunnen komen, zelfs in armoede.