Hoofdstuk 12 toont ons hoe Gods Kerk de tegenspoed zal aanschouwen op het eind der tijden. Vers 1 zegt, “En er werd een groot teken gezien in den hemel; namelijk een vrouw, bekleed met de zon; en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.” De “vrouw gekleed in de zon” verwijst naar Gods Kerk op deze aarde en de zin “met de maan onder haar voeten” betekent dat de Kerk nog steeds onder de heerschappij van de wereld is. Dit zegt ons dat Gods Kerk op deze wereld, en de heiligen die erbij behoren, God zullen verheerlijken als zij gemarteld worden.
De zin “op haar hoofd een garland van twaalf sterren” toont dat de Kerk tegen Satan zal vechten op het einde der tijden en voor het geloof gemarteld zal worden. Zoals het Woord van God ons vertelt, zal Gods Kerk inderdaad overwinnen. Alhoewel Satan ons op verschillende manieren zal bedreigen, ons zal laten lijden, ons kwaad zal doen en uiteindelijk zelfs ons leven zal vragen om ons geloof te vernietigen, zullen we nog altijd ons geloof verdedigen en rechtschapen gemarteld worden. Dit is de overwinning van het geloof.