God zegt ons dat Hij iedere zondaar die op deze aarde heeft geleefd en in zijn/haar graf ligt te slapen, zal herrijzen wanneer Hij deze wereld laat verdwijnen dat Hij en ons de Nieuwe Hemel en Aarde ervoor in de plaats geeft. Vers 13 zegt: “En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.” Het lichaam van iemand die verdrinkt zal waarschijnlijk opgegeten zijn door de vissen, terwijl dat van iemand die verbrand is, geen herkenbare vorm achterlaat. En toch zegt de Bijbel ons hier dat wanneer de eindtijd komt, God iedereen weer zal herleven en Hij ze zal veroordelen door ze of naar de Hemel te sturen of de hel, of zij nu door Satan zijn opgeslokt, gedood door de hel of verbrand.
Voor God ligt het Boek des Levens waarin de namen geschreven staan van degenen die het eeuwige Koninkrijk van de Hemel binnengaan. Ook zijn er de Boeken der daden, welke de namen en zonden van iedereen noteert die in de hel geworpen zal worden. In deze Boeken der daden zijn alle zonden geschreven die iemand heeft begaan terwijl hij/zij op deze aarde leefde. Al deze dingen zijn bepaald door God in Zijn voorzienigheid.