“Prins Erik heeft besloten zich op den landbouw toe te leggen.”

“En al was het dan maar een schijnaanval, toch verkeerde iedereen aan het Panama-kanaal in angstige spanning.”

“Te Milaan vertoeft op het oogenblik een oorlogs-invalied, die door zes moeders wordt betwist als haar zoon.”

“De sneeuw is verdwenen, maar zijn blankheid heeft een schuilplaats gezocht in genoemde winkels.”

“Man en vrouw trokken er arm aan arm van door.”

“de poëzie der schemering…”

“Op de 6e verdieping van een huis der Champs-Elysées, te Parijs, woonde een meisje.”

“De policiemannen hielden hem aan en brachten hem naar den amigo.”

“En er waren ook prinsjes: schapen van kindertjes.”

“Terwijl Mad. Janne sliep, was de kerel in den kelder gebroken en dronk er zooveel wijn als hij maar kon.”