Ik hoop zo dat het ons dit jaar nog is gegeven
Een lange hete zomer om ons in te storten
Maar de seizoenen gaan nog sneller dan het leven
En over zeven weekjes gaan de dagen korten
Och och och hoe is dat zo gekomen
Och och och hoe is dat toch gegaan
Ik krijg onderhand een hartverzakking
Mijn bijbestelde pillen zitten keer op keer
En ook nu weer in een andere verpakking
En daarom werken ze natuurlijk ook niet meer
In de Rotterdamse haven trof de kiene
Never nooit verzakende douane
In een container boordevol met cocaïne
Twaalf dozen met bananen
Dit lied is niet van echt te onderscheiden
Je hoort en ziet dat ik het vol met fouten liet
’k Heb dat expres gedaan om jullie te misleiden
Want ik ben ChatGPT ... of niet
Dit lied was sowieso al niet om aan te horen
Daarom heb ik het al gauw gerepareerd
’t Is anderhalf toontje hoger dan tevoren
Maar het wordt toch nooit meer niet verkeerd
Mijn ouwe mannen-luier is van digitaal
Incontinentiemateriaal
Dat zei al gauw meneer je hebt gelekt
Maar toen bleek dat mijn luier was gehackt
Hier in de hemel klinkt een lied
Dat luister geeft aan klein verdriet
Of is het groot het hindert niet
Want die het zingt is Paul van Vliet
Hoe menigeen ook alle dagen bikkelt
Zoals wij doen zo moet het blijkbaar niet
Wij maakten bijna alles veel te ingewikkeld
En bijna alles doet ’t dan ook niet
De Duitsers die blijken met plezier
Een helm op te zetten op de fiets
Om nu niet flauw te doen zing ik voor u hier
In dit coupletje verder niets
Over een tijdje wil ik euthanasie
Maar tevergeefs heb ik daarvoor naar hulp gezocht
Ik ben dus typisch een van die bejaarden die
Dan maar een supersnelle e-bike heeft gekocht
Ik ken een man wiens vrouw frigide was
Hij ging bij haar weg na twintig jaren pas
Want hij was lief bedaard en wijs
En hij ging niet over één nacht ijs
Ik laat tegenwoordig vaak mijn tranen gaan
Maar dan snotter ik al gauw mijn zakdoek vol
En daarom grijp ik nu voortaan
Meteen al naar de keukenrol
Lieve mensen hoort en ziet
Wij weten weer wat pril geluk is
Een theedoek een sopje een kwastje een lied
Bij de vaatwasser die stuk is
Ik ben alleen nog in mijn nopjes
Daar ben ik onderhand wel achter
Met apparaten met vier knopjes
Aan en uit en zacht en zachter
Ik hou van buiten lopen maar
Ik moet als oude wandelaar
Om de zevenduizend passen
Een plekje weten om te plassen
De kille inlogmaatschappij
Die ik in wanhoop vaak verketterde
Die rangschikt tegenwoordig mij
Onder Ouderen en Laaggeletterden
Herken je dit als ik vertel
Hun herrie die dendert door de muren
Er is een hemel en een hel
En het verschil dat is je buren
Ik heb een schrift om te noteren
Wat vrienden zoal niet mankeren
En tevens wie of ze wanneer en
Aan wat ook weer gaan opereren
Jij maakt je op en zegt neerslachtig
Moet je zien ik ben één rimpel en één vouw
Dan zeg ik lief ik vind je prachtig
En dan zeg jij ik heb niks aan jou
Tekst en muziek: Marc De Koninck
Coverfoto: Roy Beusker
Copyright: © lente 2023