
Sign up to save your podcasts
Or


Moed laten zakken
‘Wij kunnen gebukt onder de lasten en moeilijkheden die hetambtmet zich meebrengt, ertoe komen de moed te laten zakken. Wij blijven dan nog wel zitten maar er gaat van ons geen kracht en geen initiatief meer uit. De trouw zal dan zeker verslappen. Wij tonen geen belangstelling meer voor wat er in de kerk gebeurt, misschien nog maar alleen voor wat er gebeurt in eigen gemeente. Wij laten ons gezicht niet meer zien op de bredere vergaderingen van de kerk. De volharding is uit ons werk.
Zou deze geest van de moedeloosheid en verslapping zich van ons meester maken, dan is onze kracht gebroken, is er van ons voor de kerk niet veel meer te verwachten. Dan zijn wijzelf mede de oorzaak van het verderf en de ondergang van de kerk.
Moed houden
Het kan gelukkig echter ook anders. Zoals een palm pleegt te groeien onder druk zo kan het ook ons gaan in ons ambtswerk. Wij kunnen er sterker door worden. Gestaald in het geloof. Wij kunnen er mannen onder worden, die weten waar zij voor staan. Voor God een kind maar voor de mensen een man! Levend en werkend vanuit de kracht van Gods eeuwige trouw. Dan zijn wij waar wij zijn moeten, waar wij nodig zijn en waar wij geroepen worden. Dan schamen wij ons niet. Dan trotseren wij desnoods smaad, maar laten ons ook niet door vleierij verschalken. Dan zijn wij banger voor de lof dan voor de kritiek, omdat wij onszelf zo goed kennen.
Wie in onze tijd ambtsdrager is, ik moet zeggen: mag zijn — want het is en blijft een voorrecht, een genade — die heeft nodig dicht te leven bij de bron van het eeuwig zekere en vaste Woord van God. Hij zal zich, zoals het bevestigingsformulier het zo schoon zegt, moeten oefenen in de overleggingen van het geloof. Hij moet geworteld staan in het Geloof der kerk. Hij moet weten wat zijn opdracht is, met welke boodschap hij komen mag tot de mens. Dan kan hij vandaar uit de woorden vinden die hij zeggen moet, mits God zelf hem licht en wijsheid schenkt.
Welkom
Zo is onze arbeid toch nog zinvol. Kan zij vrucht dragen voor de kerk, voor Gods eeuwig koninkrijk. Terwijl wij bovendien zullen ervaren, dat de zegenende ziel vet zal worden (Spr. 11: 25) Daarom toch een welkom, een hartelijk welkom aan het adres van alle broeders, die (opnieuw) pas bevestigd zijn. De Heere sterke u. Hij geve u dat uw gezin meewerkt. Hij zij met u in al uw arbeid!’
By Ds. A.S. MiddelkoopMoed laten zakken
‘Wij kunnen gebukt onder de lasten en moeilijkheden die hetambtmet zich meebrengt, ertoe komen de moed te laten zakken. Wij blijven dan nog wel zitten maar er gaat van ons geen kracht en geen initiatief meer uit. De trouw zal dan zeker verslappen. Wij tonen geen belangstelling meer voor wat er in de kerk gebeurt, misschien nog maar alleen voor wat er gebeurt in eigen gemeente. Wij laten ons gezicht niet meer zien op de bredere vergaderingen van de kerk. De volharding is uit ons werk.
Zou deze geest van de moedeloosheid en verslapping zich van ons meester maken, dan is onze kracht gebroken, is er van ons voor de kerk niet veel meer te verwachten. Dan zijn wijzelf mede de oorzaak van het verderf en de ondergang van de kerk.
Moed houden
Het kan gelukkig echter ook anders. Zoals een palm pleegt te groeien onder druk zo kan het ook ons gaan in ons ambtswerk. Wij kunnen er sterker door worden. Gestaald in het geloof. Wij kunnen er mannen onder worden, die weten waar zij voor staan. Voor God een kind maar voor de mensen een man! Levend en werkend vanuit de kracht van Gods eeuwige trouw. Dan zijn wij waar wij zijn moeten, waar wij nodig zijn en waar wij geroepen worden. Dan schamen wij ons niet. Dan trotseren wij desnoods smaad, maar laten ons ook niet door vleierij verschalken. Dan zijn wij banger voor de lof dan voor de kritiek, omdat wij onszelf zo goed kennen.
Wie in onze tijd ambtsdrager is, ik moet zeggen: mag zijn — want het is en blijft een voorrecht, een genade — die heeft nodig dicht te leven bij de bron van het eeuwig zekere en vaste Woord van God. Hij zal zich, zoals het bevestigingsformulier het zo schoon zegt, moeten oefenen in de overleggingen van het geloof. Hij moet geworteld staan in het Geloof der kerk. Hij moet weten wat zijn opdracht is, met welke boodschap hij komen mag tot de mens. Dan kan hij vandaar uit de woorden vinden die hij zeggen moet, mits God zelf hem licht en wijsheid schenkt.
Welkom
Zo is onze arbeid toch nog zinvol. Kan zij vrucht dragen voor de kerk, voor Gods eeuwig koninkrijk. Terwijl wij bovendien zullen ervaren, dat de zegenende ziel vet zal worden (Spr. 11: 25) Daarom toch een welkom, een hartelijk welkom aan het adres van alle broeders, die (opnieuw) pas bevestigd zijn. De Heere sterke u. Hij geve u dat uw gezin meewerkt. Hij zij met u in al uw arbeid!’

5 Listeners

218 Listeners

51 Listeners

123 Listeners

178 Listeners

34 Listeners

3 Listeners

76 Listeners

14 Listeners

32 Listeners

70 Listeners

38 Listeners

35 Listeners

9 Listeners

2 Listeners