Share Heldere communicatie
Share to email
Share to Facebook
Share to X
By www.tekstmodel.nl
The podcast currently has 7 episodes available.
Remco Claassen is trainer, spreker en schrijver. Hij is de nummer één op het gebied van Persoonlijk Leiderschap en effectiviteit in Nederland. En bij velen bekend om zijn boeken.
Remco: Wijsheid in essentie heeft te maken met in hoeverre jij slagkracht kunt creëren tussen mensen. Ongeacht de setting. In hoeverre ben jij in staat met jouw aanwezigheid energie toe te voegen in plaats van dat het energie kost?
In deze podcast van 43:57 minuten spreekt Paula van Gemen met Remco Claassen over zijn boek ‘WIJ’.
De beste manier om deze show te supporten kost je maar een paar seconden. Laat een bericht en/of rating achter op iTunes. En deel deze podcast op social media… bedankt!
The post Remco Claassen | Mensen willen en kunnen wel veranderen, maar willen niet veranderd worden. appeared first on Schrijftraining van tekstmodel.
Remco Claassen is trainer, spreker en schrijver. Hij is de nummer één op het gebied van Persoonlijk Leiderschap en effectiviteit in Nederland. En bij velen bekend om zijn boeken IK, WIJ en Verbaal Meesterschap.
In deze podcast van 35:48 minuten ontdek je:
Luister hieronder naar Remco Claassen en Paula van Gemen …
Ontvang 26 technieken waarmee je meteen het verschil maakt!
Ja, die wil ik ook!
Paula van Gemen: Goedemorgen Remco. Je hebt een mooie uitspraak die mij maar niet loslaat. En die gaat: als je geen plan hebt voor je eigen leven, word je ingezet in andermans plannen. Wanneer in jouw leven heb jij bedacht: wow, ik moet mijn eigen plan gaan maken.
Remco Claassen: Ik vind het wel leuk dat je hem mooi noemt want de meeste mensen in het publiek die hebben vaak zoiets van oeh dit is een vreselijke kreet. Vreselijke slogan maar ja je hebt wel gelijk.
Het is voor mij het meeste belangrijke moment denk ik, ik was toen commercieel manager bij een IT-bedrijf. Ik ben techneut van oorsprong. En ik was op weg naar een klant in België volgens mij.
En dan ben je 28 jaar, en dan heb je alle opleidingen van de wereld gehad van commercie want ze hebben bepaald dat het goed voor je is. Dat zei iedereen tegen mij. Allemaal trainingen gehad, een heel MD doorlopen.
Dikke leasebak, mooi salaris. Op weg naar je werk. En je begint te kwispelen op het moment dat je hoort dat het niet hoeft. Ik denk heej, hier gaat iets heel erg mis.
Want je zit in de prime of your existence op die leeftijd. Je moet eigenlijk Boem Ho' gaan voor alles wat beweegt. Ik dacht, hey, dat is vreemd.
Toen was ik eigenlijk al een beetje bezig met lesjes draaien en op de bühne staan. Dus ik had al een performance-side. En toen merkte ik dat het sales gedeelte daar niks mee van doen had. Dus ik miste een heel belangrijk deel van mijn talenten en mijn passie in het beroep dat ik deed.
Terwijl, en dat is ook het enge wat ik ook andere mensen probeer bij te brengen: Je kunt er op ge-assest worden, je kunt 360 graden ge-feedbackt worden, je kunt allerlei tools … ik ben ge-typologiseerd, in alle richtingen ge-meyersbriggst, ge-learyrosed, ge-bigfived, ge-lowsixt, ge-enneagramd.
En ik ben dus door al die tooling naar een functie toegegroeid waar ik niet hoorde. Dat vond ik zo ontzettend eng dat wij in de begeleiding van mensen de kwispel vergeten.
Waar ik mensen heel erg op probeer te begeleiden is, je moet natuurlijk kijken hoe je het doet en wat je kan. Dus gedrag en competenties. Maar probeer ook eens minstens de helft van je zoektocht te kijken vanuit een energie-perspectief. Wat geeft gedrag jou nou. Laadt het je batterijtje op of kost het energie?
Als je met een loep op HRM-end en coachend Nederland kijken gaat, is het heel dominant op talenten gebaseerd. Hoe je het doet en wat je kan. En dat is een zeer belangrijke component in jouw succes uiteindelijk, maar ik denk dat er nog veel meer achter zit. Dus drive achter je talent. Dat is energie. Dat is een batterijtje.
Dus, bij mij was het dus per ongeluk. Ik ben de meest begeleide, de meest getrainde IT-er op aarde. Toch ben ik naar een functie gegroeid die niet bij mij paste. Waar ik dus meer van ging kwispelen toen ik hoorde dat ik niet mocht dan wanneer het door was gegaan.
Als ik hetzelfde nu had gehad, en ik ben onderweg naar een mooie zaal. En ik weet dat een paar honderd man zit te wachten op een van mijn onderwerpen. En ze zeggen, ja het is afgefikt en we moeten het uitstellen. Dan zou ik authentiek balen. Dat is gewoon klote.
En ik ben ook heel benieuwd hoeveel mensen dat zouden hebben als ze op weg gaan naar hun werk en ze horen dat het ontploft is. Ben je dan blij?
Paula van Gemen: Dat is dus een goede vraag die je jezelf kan stellen.
Remco Claassen: Nou ja, ik steek hem meestal wat minder destructief in. Daarom heb ik die kwispel-metafoor. Ik ben nogal een hondenman. En ik vind honden die zijn zo puur. Die laten precies zien hoe het zit. Dat zie je aan dat staartje. Dat is gewoon taal.
Die metafoor trek ik door in mijn trainingen. Dan zeg ik tegen mensen: let eens wat meer op je staart. Hoe sta je 's ochtends op. Is het met een volle kwispel? Is die half? Heb je zoiets van: hier moet ik even doorheen, vanmiddag wordt het leuk.
Ik geloof heilig in het feit dat je lijf op minutenbasis aangeeft wat wel of niet bij je past. Geeft iets energie of kost iets energie. Dat is een zeer puur introspectief tool waar wij eigenlijk niet op getraind worden.
Als ik naar mezelf kijk, zo ben ik dus ook op het verkeerde pad terecht gekomen. Op het verkeerde pad, dat klinkt wel heel raar.
Ik kon goed rekenen. Laat ik het iets minder stoer brengen. De rest was gewoon klote qua punten. Dus rekenen dat was het enige wat nog een beetje voldoende was. Daar heb ik mijn pakket op gekozen want anders kon ik niet over.
Dan kom je met een exact-pakket in vijf HAVO terecht. En dan zit je in een tijd van de computers. Boosting. Kies exact en ja, informatica. Dat is gaaf. Nou uh, die heb ik ook doorlopen, Cum Fraude afgestudeerd.
Dan ben je Technische Ingenieur, kom je in het zakenleven terecht. Zien ze dat je communicatief vaardig bent en iets met mensen hebt. O ja, sales, dat wordt het. Ga je door een assessment, ga je door typologiemodellen. Alles klopte, zit je dus met 28 jaar in je leasebak als commercieel manager langzaam leeg te bloeden.
Paula van Gemen: En dan kwispel je als je klant afzegt. En wat heb je toen gedaan?
Al die goeroes die op mijn pad kwamen … ik denk van dat is gaaf'. En toen merkte ik aan mezelf dat ik daar niet niet over kon praten. Ik moest er altijd over lullen. Ik dacht misschien is dat wel leuk om dat eens zelf te gaan doen.
Dus ik heb me ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Een flipover gehuurd, en ernaast gaan staan. Ik denk, ik moet lullen, dat is het. Dus ik had al een performing-gen, en daar is kennis bij gekomen.
Dat was dus een hobby'tje, totdat ik dus ontdekte, en toen had ik dus een soort twilight zone periode waar ik 90 procent van mijn week sales dingen moest doen, en 10 procent bezig was met die hobby.
Toen is eigenlijk de basis van mijn eerste boek ontstaan. Dat je dingen kan, en dat je gedrag laat zien. Maar dat dat gepaard moet worden, dus in balans moet zijn met die energiehuishouding.
Dus waar ik mijn publiek ernstig mee confronteer is; oké, je kan een hoop dingen, je weet een hoop dingen, maar hoe zit het met je batterij. Hoe zit het met je kwispelstaart. En dan confronteer ik mensen daar eigenlijk mee uhh ja als je je leven moet herdefiniëren, maar nu met een bril, kijkend naar je staart.
En dan kun je erachter komen dat je compleet op het verkeerd pad zit. Op een pad met talent en kennis en vaardigheden, maar niet op een pad van energie.
En sommige mensen hebben daar een burn-out voor nodig om daar achter te komen. Een burn-out is niks anders dan opgebrand'. Energie is weg. En dat heeft redenen. Dus die energielekken moet je opzoeken.
En als je dat weet, kun je je batterij-kennis gaan koppelen aan dat vaardighedenpakketje. En dan kan je groeien naar een bepaald niveau, dat is congruentie, waar het dus klopt. Dat je kunt zijn wie je bent, puur en vanuit hoe je het graag doet. En als je in die modus zit dat het ook nog eens energie geeft.
Ik denk, wat is hier aan de hand. En de mensen die ik al die jaren heb begeleid en die zelf die modus hebben bereikt, die komen unaniem tot dezelfde ontdekking dat iedereen de mogelijkheid heeft om te komen tot een werk- of levensinrichting, die niet alleen je talenten en vaardigheden aanzet, maar dus ook je batterij voedt.
En wat ik zo mooi vind, en dat is dan het laatste deel, je moet eigenlijk zorgen dat de congruente status ontstaat, en daarna is het relatief eenvoudig om die toestand om te vormen in voordeel naar anderen.
Dat heb ik een keer per ongeluk gezegd. Dat staat hoogstwaarschijnlijk ook in een van mijn boeken. Dat is in een interview naar voren gekomen, iemand zei: kun je leiderschap in één zin samenvatten. Ik schrok van die vraag want mijn programma is 40 uur over leiderschap. Dan lukt het soms nog niet. Maar je hebt die microfoon in je gezicht en de camera stond aan, dus ik riep iets en dat is volgens mij de essentie.
Leiderschap is niks anders dan weten wat je wilt, en dat kunnen transformeren in het voordeel naar anderen.
En dat bleef maar rondcirkelen in mijn hoofd. Dat is volgens mij de ultieme succesformule. Je moet goed weten wie je bent en wat je wilt. Dus die congruente modus en je batterij matchen met talent. En als je dat dan weet om te vormen in voordeel naar anderen, dan heb je dus werk gecreëerd waar je van gaat kwispelen, waar je energie van krijgt op een manier dat je waarde toevoegt.
Het is eigenlijk heel simpel. Als jullie, de luisteraars, een oplossing zijn van andermans werk, als jullie een oplossing hebben voor andermans problemen heb je altijd werk. Als de manier waarop je die oplossingen aandraagt in lijn ligt met jouw passie en talent, dan heb je altijd leuk werk!
Dus, vandaar ook de volgorde in mijn boeken: ik probeer de mensen eerst fundamenteel egocentrisch te maken. Dat klinkt heel gek want het is een naar woord, maar ik wil zo dat je je ego centraal stelt dat je precies weet wat nou energie geeft en wat je graag doet.
En als je dat goed in kaart hebt, dan ga je dat daarna dat is het WIJ-boek geworden omzetten in sociale slagkracht. Het mooie is dat ik dus per ongeluk in die modus ben geland omdat ik dubbele beroepen had.
Ik ben communicatief, ik werk graag met mensen, ik zit graag in een zendende rol. En dat deed ik in de sales en dat deed ik op de bühne. Maar het verschil was dus die batterij.
Paula van Gemen: En dat is voor iedereen bereikbaar.
Remco Claassen: Ja, iedereen heeft passie en iedereen heeft talent. Dat moet je opzoeken en omklappen naar voordeel voor de ander.
Maar als je dus ziet vanuit dit perspectief, vanuit de tekst die we nu hebben ingesproken, en je kijkt vanuit het laatste kwartier hoe wij tot nu toe mensen behandelen in onderwijs, maar ook in HR-land, als coaches en trainer, dan missen we dus eigenlijk altijd die staart.
We zijn mensen op gedrag, competenties, kennis aan het begeleiden. En we vergeten of het wel gaat kwispelen dan.
Het mooiste zou zijn als ik nu, wetend wie ik ben, opnieuw zou mogen kiezen eh vanaf mijn 12de, dan was ik psychologie gaan doe, of sociologie of uh iets met -ologie.
Paula van Gemen: Maar was je dan even ver gekomen als nu?
Remco Claassen: Ja, dat is lastig. Ik denk dat uiteindelijk wel goed komt. Als mensen maar die batterij ontdekken. Want je kunt heel lang op een pad blijven vastzitten, een pad dat gebaseerd is op oude parameters, alleen maar op je opleiding.
Soms zijn mensen nog niet eens echt helemaal blij met hun opleiding. Dan zit je in een complete ketting van artsen of advocaten in je familie eh ja, logisch dat ik de zaak overneem of dat ik in die beroepslijn zit.
En als je daar dan eenmaal in zit, en je hebt 12 jaar gestudeerd in je functie, en je komt erachter dat het niet matcht met je kwispel, dat is eng. Dan moet je wel aan de bak.
Paula van Gemen: Dus je zegt: ga op zoek naar jouw batterij, hoe jij je batterij kunt opladen. Waar jij van gaat kwispelen. Maar stel je nou voor dat jij op je 28ste erachter komt dat je op een heel verkeerd pad zit. Dus datgene waar jij 12, 13, 14 jaar voor gestudeerd hebt.
Remco Claassen: Ja, dat is scary shit. Maar dat is wel wat je ik gebruik in mijn training eigenlijk twee pilaren:
Richting, dus kompas. Je moet intelligent worden vanuit je staart.
En je moet dus het lef hebben om daar ook iets aan te doen.
De keerzijde is bij iedereen bekend. Als je lang genoeg dingen blijft doen die niet bij je passen dan loop je leeg. En dan kun je een burn-out creëren.
Maar, dit gezegd hebbende, dit kan wel heel eng zijn als je heel lang heb gestudeerd om arts te worden, advocaat, of weet ik voor wat beroep, omdat het een logisch beroep leek op basis van je CITO of je decaan-advies. Of weet ik veel wat voor een test.
En je hebt al die jaren geïnvesteerd en je merkt dat je leegloopt. Dat is klote. Kijk, dan moet je dus wel aan de bak om je leven dusdanig om te gooien om weer in lijn te komen met je batterij.
Ik heb mensen die starten een onderneming na een training, of die stoppen er een. Beginnen met een relatie of eindigen. Mensen uit de kast gekregen, eh een leiderschapstraining.
Maar het kan soms zo hard binnenkomen dat mensen ontdekken dat ze op heel veel facetten niet congruent zijn. Niet begrepen seksualiteit, ingeslikte kinderwens, ondernemers die erachter komen dat angst en onzekerheid een dusdanige energielek is dat ze zeggen: Ja, daarom slaap ik al jaren niet! Nee, eh je bent dus geen ondernemer.
Dan kun je misschien het vak wel leuk vinden of het product, maar dan is die ondernemerstatus' niet voor jou. Dat kun je een tijdje proberen te negeren. Maar als je dat te lang doet, dan gaat je lichaam dus interveneren', dan krijg je dus hartproblemen, of veel erger.
Ik ben een tijdje bijzonder geïnteresseerd geraakt in de psychosomatiek, in de mind-body-relation met Deepak Chopra destijds en Louise Hay. En later is dat ook wetenschappelijk onderbouwd door een aantal neuropsychologen waar ik kennis mee heb gemaakt.
En die zeggen dus heel duidelijk, en heel lineair dat lang genoeg niet in je vel zitten maakt dat je vel niet meer lekker zit.
Dus een burn-out is nog een vriendelijke variant. Want je kunt helemaal kapot gaan op iets wat niet bij je past. Maar als je dus 12 jaar hebt gestudeerd en je komt erachter dat je een arts bent die zonder kwispel naar het werk gaat, ja dat is even schrikken. Maar ja, de keerzijde is dat je langzaam kapot gaat als je blijft volhouden.
Ik ken ook mensen, dat is nog erger, die in een familiezaak zo vast zitten (maar ja eh alles draait dan om zo'n persoon), die dragen op een gegeven moment over en dan vallen ze dood neer. Op hun 59ste. Dat soort verhalen hoor je.
Dus je moet wel aan de bak! Ik vind de Ik-ologie het belangrijkste vak op aarde. Remcologie in mijn geval. En als je daar dingen ontdekt, dan moet je er een vervolg aan geven.
In principe is het heel simpel. Je bent op dit moment het gevolg van jouw vorige beslissing. Sociaal, emotioneel, materieel, fysiek, alles. Dat wetende, dan word je dus het gevolg van jouw nieuwe beslissingen. Hoe jij volgende week in je vel zit, volgende maand of over twee jaar.
Dat is dus een enorm verantwoordelijkheidsbesef van it's up to me! Dus, dat wetende moet je dus eh daarom leer ik mensen veel serieuzer omgaan met beslissingen naar de toekomst.
Maar dat kan haast niet als je niet weet wie je bent en wat je wilt. Want dan weet je niet welke richting je moet beslissen.
Paula van Gemen: dus daar begint het mee. En je zei net, je moet het omdraaien naar het voordeel naar anderen.
Remco Claassen: ja, dat is het laatste deel. Eerst moet je volledig ontdekken wat nou energie geeft en wat energie kost. Daar ga je een levenspad van maken, een mission statement van maken. Noem het een vision board. Als je het maar snapt. En als dat in kaart is, dan komt eigenlijk het sociale slagkracht deel. Dat je dus jouw batterij omklapt in voordeel naar anderen.
Paula van Gemen: Voor je mission statement heb je ook een website. En je hebt ook een workshop Ik de workshop
Remco Claassen: ik heb eigenlijk twee hoofdstromingen:
Voor het eerste deel zou je naar missionstatement.nl kunnen gaan. Of bepaaljerichting.nl Ik heb ook apps ontwikkeld om mensen daarin te begeleiden. I-mission voor de Apple-aars. Voor het Android-volk heb ik A-mission. Het zijn simpele tools, ze zijn gratis.
Ze zijn simpel maar wat erachter zit is wel briljant. Alle stappen je krijgt een 5-stappenmodel zijn gebaseerd om vanuit je batterij je competenties te linken naar een pad dat bij je past. Dat is in principe niet moeilijk maar je moet het wel even doen.
Als je namelijk geen plan maakt voor je eigen leven wordt je ingezet in de plannen van anderen.
Paula van Gemen: (Ik zet die websites ook zeker nog onderaan deze podcast zodat je daar naartoe kunt gaan en gebruik van kunt maken.) Uh dan moet je het dus omdraaien naar het voordeel naar anderen want je kunt die veranderingen niet in je eentje doen. Je hebt daar mensen voor nodig. Je moet gebruikmaken van je omgeving. Van je netwerk, van iedereen om je heen.
Remco Claassen: Als je dus steeds congruenter wordt, vind ik dat de noodzaak is om dat te gaan delen. Als ik heel kort probeer eh ik ben niet gelovig meer. Ik geloof wel dat er veel is wat we nog niet snappen.
En ik geloof ook dat er heel veel waarde zit in boeken als de Bijbel, de Koran, de Kabbalah en de Ayurveda en noem maar op. Maar ik geloof niet dat het ingegeven is vanuit een entiteit ergens op een wolk.
Maar als ik dan toch vanuit een spiritueel perspectief mensen wil bekijken dan denk ik dat je twee taken hebt hier op aarde:
Dus uh dit is geen altruïstische tip van zorg dat je alleen maar anderen blij maakt en gelukkig. Nee, 90% van deze podcast gaat over egocentrisme.
Kom in je eigen kracht, blijf bij je eigen kwispel. Maar om in die modus te blijven, denk ik dat het het beste werkt als je voordeel voor anderen creëert en geeft. Dat kost dus in principe niks als je congruent bent.
Ik maak heel veel mensen blij, en die vragen me dan weer terug. Zo houd ik mijn werk. En de mate waarin ik hun blij maak zit op het fundament dat ik mezelf blij maak.
Het was ook de subtitel van mijn eerste boek, het is er niet doorheen gekomen. Ze vonden hem te complex. Ik vond hem briljant. Ik wilde bij het IK-boek: Fundamenteel egocentrisme als basis voor sociale slagkracht . Als je de podcast nou hebt beluisterd, dan is dit gewoon briljant.
Dus als de congruente basis bestaat, denk ik dat je primaire focus moet zijn: hoe kan ik vanuit die batterijkracht anderen blij maken?
Wat is jouw energetische footprint. En mensen die dat doen, merk ik, hebben altijd werk. Worden altijd teruggevraagd. Ik krijg vaak vragen van: Hoe kan ik mensen beïnvloeden op een netwerkborrel? , Hoe kan ik een klant beïnvloeden in het kiezen voor mij?
Ik probeer altijd te adviseren: zorg dat je zoveel mogelijk energie toevoegt. Desnoods gratis. Ik ben mijn eerste trainingen gaan weggeven. Ik wilde gewoon kijken hoe het voelde bij mijzelf.
En toen kwam ik erachter: als je mensen blij maakt gaan ze collega's sturen. Hun partner of een vriend. Dus ik heb eigenlijk vanaf 1994 tot nu, nog nooit een klant binnengehaald anders dan door alleen maar keihard te werken om de vorige blij te maken. En dat is begonnen met niks tot wat ik nu binnenhark.
Maar heel veel mensen beginnen niet met dat congruentie-pad. En dan voelt het zaaien als weggeven. Als energie verliezen. En dan stoppen ze ermee. Ik heb eigenlijk nog nooit iemand gezien die lekker vrolijk in z'n vel zit tijdens z'n werk en die dan niet wordt teruggevraagd als ie waarde vertegenwoordigt.
Dus ik geef heel veel weg. Boeken weggeven. Mensen uitnodigen voor trainingen. Als ik een klant leuk vind en iemand is enthousiast dan zeg ik: nou, stuur je baas. Ja maar hij heeft geen budget, nou laat hem er lekker bij zitten.
En als je dan doet wat je moet doen, vanuit de congruentie, anderen waarde toevoegen, dan komt die vanzelf terug! Of niet
Ik krijg soms aanvragen van mensen die zes jaar geleden van een vriend hebben gehoord.
We hebben nu behandeld Als je geen plan heb voor je eigen leven word je ingezet in andermans plannen , dat is een belangrijk thema waarop ik werk. Een andere thema dat ik zeer hoog heb als wet laat ik maar zeggen is: Mensen willen wel veranderen maar willen niet veranderd worden.
Dus als het primaire gedrag van de mensen niet inside-out is maar eerder outside-in, gaan tegenwoordig eerder de hakken in het zand dan dat mensen conformiteit laten zien. Dat wetende je weet dus dat je niet rechtstreeks door jouw gedrag mensen kunt beïnvloeden dan kun je maar het beste gewoon een heleboel geven. Een hele hoop luisteren, een hele hoop energie toevoegen. En dan hopen dat de ander dat als value adding heeft ervaren, dus een plus. En vanuit die plus ontstaat er gunningkracht. En dan word je vanzelf teruggevraagd.
Paula van Gemen: en die wederkerigheid, ik krijg even een idee. Spontaan. Ik zie hier op jouw kantoor jij deed net even de kast open en daar lagen een heleboel mooie boeken.
Remco Claassen: ja, jij gaat wat weggeven namens mij. Dat is goed.
Paula van Gemen: Moeten mensen daar iets voor doen?
Remco Claassen: Wat mij betreft niet. Ik vind dat als mensen voelen dat ze aan zichzelf moeten werken dan ben ik al bereid om te investeren. Terugdoen komt vanzelf. Als ze door die boeken meer energie halen uit hun eigen leven gaan ze daar toch over praten. En dan kunnen ze weer iemand anders besmetten. Zo werkt het.
Remco Claassen: We gaan nog een keer een podcast doen over het blauwe boek. Dan geven we nu een IK en een WIJ weg.
Paula van Gemen: En het blauwe boek, even voor de luisteraars, dat is Verbaal Meesterschap. Daar gaat het in een andere podcast over. Nu geven we het groene en het oranje boek, oranje is IK en het groene is WIJ. Eén exemplaar?
Remco Claassen: Laten we er een stuk of drie per boek doen. En dan mag jij verzinnen wie daarvoor in aanmerking komt.
Paula van Gemen: Ik heb een vraag van Robin gekregen, en die gaat over invloed. Alles wat jij doet, zeker het WIJ verhaal gaat over invloed. Hoe krijg je anderen zover dat ze meegaan in jouw plan. Dat ze jou kunnen ondersteunen, dat ze jou helpen.
Remco Claassen: Er is maar één oplossing: preventief ruimten. Gewoon van de planeet afduwen.
Paula van Gemen: het is je baas.
Remco Claassen: Dan zeker! Vertrekken, gif in zijn thee. Nee eh een poging tot een serieus antwoord. Je hebt geen kans. Als mensen niet openstaan voor wie je bent of wat je wilt, dat is kansloos. Mensen willen wel veranderen maar willen niet veranderd worden.
Dat is al een wet in het universum. Als mensen het ook nog eens met negatieve energie hebben, dus ze zijn allergisch voor jouw plannen of voor jouw zijns-niveau of wie jij bent, dan is het kansloos. Dan kun je alleen met geweld iets afdwingen. En dat mag tegenwoordig niet meer.
Je kunt het wel omkeren maar dat kost heel veel tijd. Dan moet je dus in de gratie komen. Likken, slikken, honing en noem maar op.
Ik ben fan van Stephen Covey, dat weten veel mensen, die heeft het over de emotional bankaccount. Wat heb je aan tegoeden? Je kunt in de gratie komen, maar dat kan heel veel tijd kosten.
Stel dat iemand een negatieve lading bij je voelt, dan moet je dat eerst neutraal krijgen door een excuus of positief verbazen. Je moet iets anders doen dan wat je tot nu toe hebt gedaan. Want dat heeft gemaakt dat die persoon jou niet mag of niet genegen is om mee te gaan met je.
Dus dan zou je dat moeten herstellen en daarna in de plus geraken. Wat dus heel veel werk en investering vraagt. En soms moet je ook afvragen van Hey, heeft dit wel zin?
Heb je Lagerhuis wel eens zien eindigen in Oh, je hebt helemaal gelijk! We gaan met z'n allen naar die andere kant. Nee, never!
Paula van Gemen: Maar dan ben ik wel benieuwd. Je zegt nu dat is eigenlijk negatief als iemand geen ruimte geeft aan iemand. Maar Robin zegt dat iemand geen oor lijkt te hebben.
Remco Claassen: Ik pak de zwaarste opening. Mensen mogen je niet en hoe zou je dat kunnen ombuigen. Het kan, maar dat kost heel veel tijd. Je moet dus in de gratie komen en in de plus komen. Stel dat het alleen op content is, maar dat is net zo erg. Ego en mening, ego is de bron van de mening.
Dus, stel dat iemand een bepaalde positie heeft ingenomen en hij zegt A. Jij zegt B is veel beter. Dan wordt dat heel moeilijk om dat zonder het ego te beslechten. Of er moet heel veel bankaccount zijn. Waar we het net over hadden.
Stel dat ik een bepaalde mening heb over jouw performance als trainer of als tekstschrijver. En ik heb heel veel krediet bij jou. Dan zou jij open kunnen staan voor mijn mening. Omdat je van mij houdt, of dat je mij heel erg respecteert.
Dit omdraaiende moet je dus zorgen dat mensen heel erg van je houden of jou heel erg respecteren willen ze meegaan in jouw gedachtegang.
Ik heb ruzie gehad, een professionele ruzie met Roos Vonk. Die zei: zelfs een tip doet pijn. In mijn trainingen haal ik feedback geven finaal onderuit. Het is de meest vreselijke sociale interventie. Compleet misbegrepen.
Mensen maken alles kapot met feedback. En daar wordt nog training in gegeven ook. Je moet beschrijven wat je ziet wat er gebeurt. Je moet zeggen wat je voelt en wat het met je doet. En daarna moet je een vraag stellen. Fok everybody, dat werkt niet. Dit is een trainingsblok van een paar uur. Dus dit is wel een beetje een kort door de bocht ding.
Feedback is al vreselijk, maar zelfs een tip is een min. Het voelt op ego-niveau als een hiërarchisch verschil. Ik ga jou iets vertellen wat jou beter maakt. Ergo ik weet het beter dan jij. Ons ego kan dat niet plaatsen. Of er moet veel bankaccount zijn.
(Sirene komt voorbij): Zie je wel, er heeft iemand een feedbacksessie gehad. Ik weet het zeker! En dat is het resultaat.
Dus zelfs het omvormen van iemands mening vergt een hele hoop werk op emotioneel gebied. En daarmee hebben we eigenlijk het verhaal weer rond. Want het gaat dus over in je energie komen en energie geven.
Dus als je iemand anders mening wilt geven, een ander pad, ze moeten je kopen', dan kan dat alleen op basis van een energetische transactie. Ben jij in staat een plus te vormen bij die ander?
Paula van Gemen: Kun jij die ander laten kwispelen? Eigenlijk zijn we dadelijk allemaal hondjes die aan het kwispelen zijn.
Remco Claassen: Ja maar dan niet denken dat het allemaal te maken heeft met wegcijferen! Daarom hebben wij die vijftig minuten van dit uur alleen maar gekeken naar hoe kom je in je eigen kracht'. Dus als ik mensen manupihelp', door heel veel toe te voegen, ben ik niks aan het verliezen. Ik ben wie ik ben, ik doe dit graag, het kost mij niks. Toen jij zei: wil je een podcast doen? Fantastisch!
Ik raak dus niks kwijt en wie weet kan dit over een jaar een nieuwe cursist opleveren. En ik heb dus niks verloren en ik krijg iets. Zo gaaf.
Dus het is niet het wegcijferen. Maar wel in je achterhoofd houden dat je mensen niet rechtstreeks direct kunt beïnvloeden.
Paula van Gemen: En wat zou Robin nu kunnen doen. Ik weet niet of het om zijn leidinggevende gaat of iemand met wie hij heel veel moet samenwerken. Hij kan dus aan zijn bankaccount werken. Zijn emotionele bankaccount.
Remco Claassen: Je moet eerst afvragen, heb ik genoeg honing om dat te overleven? Kan ik likken, slikken, bukken. Kan ik in de gratie komen? Speel het spel. Als je weet wat de ander wil Luister dus naar wat de anderen willen en ga dat invullen. Het liefste nog met iets meer dan dat ze verwachten.
Ik vind dat zo mooi, dat noemen de Amerikanen: going the extra mile. Positief verbazen. Hey, ik heb het sneller, mooier en goedkoper dan dat ik ooit had verwacht. Die ga ik nog eens terugvragen.
We zijn met wat culi-maatjes naar NOMA geweest. En we waren nog niet binnen, toen hadden we al kwispels. Er kwam iemand naar buiten en we waren natuurlijk selfies aan het maken van Wereld, kijk waar wij nu zijn! En toen kwam iemand naar buiten en zei: O wat gaaf, jullie zijn vroeg! En pakte ons fototoestel af. En een hele fotoshoot. Dan ben je klaar!
Dan smaakt de amuse al 10% lekkerder. Al is het bagger. Dus wat voor energieveld wek je op. Dat maakt je saleskracht.
Paula van Gemen: Ik heb nog een vraag. En die past ook wel heel mooi hierbij ook. Die vraag is van Annemarie en ze zegt: hoe kun je mensen in een netwerkgesprek triggeren zodat ze voor jou aan de slag gaan. Dat heeft denk ik ook met die bankaccount te maken?
Remco Claassen: Haar vraag is al beantwoord. Zie mensen als bankrekeningen. Die jou nog niet kennen. Dus je moet zorgen dat ze jou eigenlijk snappen van hey, hier is een depot waar ik iets aan heb.
Dus ik zou zoveel mogelijk weggeven. Neem gratis boekjes mee. Neem een beetje op mooi papier gemaakte uitnodigingen mee voor een gratis seminar.
Als mensen niet weten wat ze van je kunnen krijgen, het gaat niet met argumenten en een salespitch van oh ik ben zo geweldig en ik kan goed teksten schrijven. Ik heb werk van jou gezien en toen ben ik geïnteresseerd geraakt in jouw talent. Ik weet niet meer hoe het op mijn pad is gekomen maar jij hebt dus eerst waarde toegevoegd.
En daarom zeg ik ook ja tegen deze podcast. Ik word heel vaak gevraagd voor dit soort dingetjes. En niet altijd zeg ik ja. Want heel veel mensen vragen iets en hebben nooit iets gegeven.
Paula van Gemen: En het begint dus allemaal, want we gaan nu eindigen, bij die IK.
Remco Claassen: Ja, als jij niet klopt op batterij-niveau, als jij geen energie hebt om te geven, dan blijft het werken.
Paula van Gemen: Wij gaan vandaag nog heel veel plezier maken denk ik. Want eh, wij werken niet.
Remco Claassen: Nee, dit was alleen maar kwispelen.
Paula van Gemen: Bedankt voor het kwispelen Remco.
The post Remco Claassen | Als jij geen plan maakt voor je eigen leven, word je ingezet in andermans plannen appeared first on Schrijftraining van tekstmodel.
Zoek je een nieuwe baan? Wil je promotie maken? Of ben je een ondernemer die opdrachten wil binnenhalen? Dan is deze podcast met Gertien Beijering interessant voor jou!
Gertien is spreker, auteur, coach, trainer en ondernemer. Zij helpt sollicitanten, werknemers, organisaties en ondernemers bij het verhogen van hun gunfactor. Want: hoe hoger de gunfactor, hoe beter!
In deze podcast van 26:19 minuten leer je:
Luister hier naar Gertien Beijering en Paula van Gemen …
Werken aan je #klantrelatie = ervoor zorgen dat je er continu voor die ander bent Tweet
Je #gunfactor verhogen begint met antwoord op de vraag Wie ben ik, en wie wil ik zijn?' Tweet
The post Gertien Beijering | Hoe hoger je gunfactor, hoe beter. Wees onderscheidend! appeared first on Schrijftraining van tekstmodel.
Hoe zorg je ervoor dat je bedrijf toekomstbestendig is? Welke richting sla je in om je concurrenten voor te blijven? Jan van der Spoel, specialist in klantgedrag, vertelt erover.
Als Creative Director voor o.a. Unilever, Nutricia, Philips en KNVB raakte hij steeds meer gefascineerd door gedragspsychologie en neuromarketing. Met name de vertaling van wetenschappelijke theorieën naar begrijpelijke uitleg en praktische toepassingen hebben zijn bezielde aandacht.
In deze podcast van 31:49 minuten ontdek je dit en meer:
Luister hier naar Jan van der Spoel en Paula van Gemen …
Is jouw klant ongelukkig als hij niet meer met jouw dienst of product mag werken?' Tweet
Als luisteraar van deze Podcast krijg je een gratis aandachtgesprek als je je inschrijft voor de Workshop persona ontwerpen.
Als luisteraar van deze Podcast krijg je een gratis aandachtgesprek als je je inschrijft voor de Workshop persona ontwerpen.
In de corporate wereld zijn we niet zoveel met instinct bezig, maar we hebben er wel mee te maken.' Tweet
The post Is jouw klant ongelukkig als hij niet meer met jouw dienst of product mag werken? appeared first on Schrijftraining van tekstmodel.
Ben jij een professional met uitstelgedrag? Wat is de functie ervan? In deze podcast vind je niet 10 snelle tips over het aanpakken van uitstelgedrag.
Als snelle tips zouden werken dan zou volgens procrastination coach Angela van Son uitstelgedrag geen issue meer zijn. Uitstelgedrag aanpakken met een blijvend resultaat. Dát is waar Angela naar streeft in haar coaching. Hoe je dat doet?
In dit interview van 42 minuten ontdek je:
Luister hieronder naar Paula van Gemen en Angela van Son …
Podcast Notities
Paula: De podcast van vandaag gaat over uitstelgedrag. Angela van Son is mijn gesprekspartner. Zij is procrastination coach en helpt mensen om eindelijk te gaan doen wat ze niet doen. Start doing what you don't is het moto.
Hoi Angela, welkom!
Angela: Hi, dank je wel dat ik er mag zijn.
Paula: Ja, hartstikke leuk. Ik heb twee jaar geleden jouw cursus gevolgd en ik heb daar ontzettend veel geleerd. Ik zou hem eigenlijk nog een paar keer kunnen volgen. Dat sowieso. En ik weet zeker dat jouw verhaal anderen ook enorm kan inspireren.
Paula: Ik wil beginnen met iets wat ik heel vaak hoor en nu ook van heel veel luisteraars heb teruggekregen. Eigenlijk zeggen mensen vaak: ik weet wel hoe het moet en ik kan bijvoorbeeld heel goed planningen maken, maar toch doe ik het niet. Dus ik weet hoe het moet, ik weet hoe ik moet voorkomen dat ik uitstelgedrag heb, ik weet hoe ik dingen voor elkaar moet krijgen, maar ik doe het niet. Waar komt dat door? Weet jij het antwoord?
Angela: Dat komt onder andere door de aard van uitstelgedrag, dat het geen oppervlakkig fenomeen is, maar dat het een fenomeen is dat diepere wortels heeft en dat het vaak geen uitstellen om het uitstellen is. En dat is ook precies de reden waarom mensen bij mij terechtkomen. Ze zeggen: ik heb al alles gegoogled, en ik heb die cursus timemanagement al gehad en wat ik merk is dat ik het gewoon niet toepas. Dan komt de motivatie van hé, wat dan. In principe hebben mensen behoefte aan geef maar wat tips en trucs en dan ben ik klaar. Met die vraag komen sommige mensen ook bij mij binnen en als we aan de slag gaan merken ze van hé, er valt meer te doen en daar wil ik eigenlijk wel mee verder want dan krijg ik blijvend resultaat. Met die kanttekening. Dat wat jij net zegt, van ik had er heel veel aan en dat wil niet zeggen dat ik genezen ben van mijn uitstelgedrag, dat klopt, zo werkt het ook niet. Al die eindeloze tips op internet met 10 dingen om … De mensen die zich wetenschappelijk hebben beziggehouden met uitstelgedrag, die daar onderzoek naar hebben gedaan, die het uit eigen ervaring kennen, die daar de belangrijkste boeken over geschreven hebben die zeggen ook; ik heb nog steeds de neiging tot uitstelgedrag maar ik kan er anders mee omgaan.
Paula: Oké, dus je zegt: vaak komen mensen bij jou en zeggen geef me wat tips en trucs misschien, maar dan blijkt al heel gauw dat het dus veel dieper ligt.
Angela: Ja, het zit in de aard van de mens. We willen er graag snel en makkelijk weer vanaf want dan kunnen we weer gewoon gaan doen waar we ons wel mee bezig willen houden. Mensen zeggen van nature niet van: leuk, ik ga me met mijn uitstelgedrag bezighouden.
Paula: Nee, inderdaad. En ik kan me voorstellen dat er veel mensen zijn die, misschien maak je dat ook wel mee, dat mensen denken: ik heb helemaal geen uitstelgedrag. Nee hoor, dat heb ik niet.
Angela: Klopt, dat kom ik ook wel eens in workshops tegen. Ik moet zo lachen want sommige mensen komen uit de workshop met het inzicht van oh, ik heb wel uitstelgedrag.' Kijk, ik probeer niemand iets aan te praten, zeker niet! Maar dan blijkt bijvoorbeeld dat mensen een beperkte definitie hadden over uitstelgedrag toen ze de workshop binnen kwamen. Dus ja, op mijn werk doe ik alles altijd. Maar thuis … uh Selfcare, goed voor jezelf zorgen of allerlei andere klussen, wij hebben het op andere plekken of andere manieren wel. Uitstellen om vrienden te bellen omdat ze last hebben van de telefoon oppakken. Uitstellen kan overal en altijd plaatsvinden.
Paula: Uitstelgedrag is dus eigenlijk veel breder. Je bent dus misschien geneigd om te kijken naar op mijn werk dan volg ik mijn planning gewoon en dan doe ik alles. Dus heb ik geen uitstelgedrag. En die conclusie is misschien wel heel kort door de bocht want het gaat eigenlijk over je hele leven. En niet alleen over 1 stukje. Je noemde net selfcare bijvoorbeeld. Kun je daar iets over vertellen?
Angela: ja, het was voor mij in eerste instantie een verrassing toen ik ontdekte dat klanten die op mij afkwamen juist heel hard werkende mensen waren die de lat hoog legde, die heel veel voor elkaar krijgen en van zichzelf de overtuiging hadden dat zij heel veel uitstelgedrag hadden. En als we daar dan langer naar keken, dan bleek het eigenlijk ook een kwestie te zijn van voortdurend van zichzelf vinden dat ze van alles en nog wat moesten doen en daardoor niet aan een aantal andere dingen toekomen, zoals ontspannen, sporten, en voldoende slaap. En het bleek voor hen dat als ze veel beter voor zichzelf gingen zorgen, dat die neiging tot uitstelgedrag veel minder werd. Bijvoorbeeld simpelweg meer slapen. Ik heb het in een blog genoemd: de saaiste tip tegen uitstelgedrag die ik je kan geven. Meer slapen betekent dat mensen soms minder de neiging krijgen tot uitstelgedrag. Ik zeg soms omdat ik van niets geloof dat het altijd werkt.
Paula: Waar wordt uitstelgedrag dan door veroorzaakt? Je zegt het zit in de aard van het beestje. Je zegt dat als je meer slaap krijgt dan kan het zijn dat je minder last hebt van uitstelgedrag. Er is dus ook niet 1 oorzaak te noemen of wel.
Angela: Ja, dat is ook leuk. Want als je de literatuur induikt dan worden er op een gegeven moment steeds meer genoemd. En eigenlijk houd ik het onderscheid om het overzichtelijk te houden tussen 2 dingen: de triggers en de dieperliggende oorzaken. Dus het kan zijn dat je wel een trigger hebt maar geen dieperliggende oorzaken en soms treedt het dan niet op. Maar als je ze allebei hebt, dan is het wel moeilijker. Ik zal het concreet maken: de 4 triggers die bekend zijn uit de literatuur bijvoorbeeld weerstand of een afkeer van een taak. In het Engels heet dat task aversiveness. (ik werk veel in het Engels). En die kennen we allemaal wel. Je hebt geen zin in de taak zelf, of geen zin in de uitkomst van de taak. Ik heb bijvoorbeeld nooit zin in afwassen. Geen zin in de uitkomst van de taak is bijvoorbeeld dat je een slechtnieuwsgesprek moet voeren met iemand en dat naderhand jij of de ander zich rot voelt. En dat geeft bijvoorbeeld een afkeer van de taak.
Paula: Ik heb aan de luisteraars gevraagd om vragen in te sturen. Janneke schrijft dat ze dingen vaak niet doet uit angst voor het gevolg. Dus ze schrijft letterlijk; als ik iets op Marktplaats.nl (link) zet krijg ik gezeur. Als ik de schilder regel dan moet ik er daarna weer wat mee. Dus ze is bang voor het werk wat er daarna gaat komen. Dus het is niet zo dat ze de actie zelf uitstelt, ja ze stelt hem uit omdat ze bang is voor het gevolg.
Angela: Dat is een prachtig voorbeeld van precies die afkeer van de taak of het gevolg. Bij sommige mensen helpt alleen dat inzicht al van oké, dat is wat erachter zit. Andere mensen hebben zoiets van oké, ik heb het door, wat nu. En dat is ook de reden dat ik op mijn social media niet de hele tijd allerlei tips post. Want dan is de vraag hoe kan ik?'. En dat zal per persoon verschillen, ermee dealen dat ik eigenlijk last heb van uitstelgedrag. Is dat een kwestie van anders denken, is dat een kwestie van grenzen stellen. Wat speelt er en wat kun je daarmee. En dat zal per persoon verschillen.
Paula: Ja, je moet dieper gaan dan alleen die oppervlakte
Angela: Nou, je moet niks en dat meen ik serieus. Ik wil mensen niks aanpraten. Het is alleen mijn insteek in het vak en waar ik in geloof en het zijn ook mensen waarmee ik werk die daar wat mee hebben die zelf ook denken van oh ja, ik wil ook dat proces wel aangaan.
Paula: En dit was er eentje die je noemde he, een trigger. En de andere?
Angela: Een andere veel voorkomende is eigenlijk weinig vertrouwen dat je het kunt. Dat je zelf al verwacht, het zal toch wel niet lukken. Of ik ben er niet goed in. De derde, ik zal eerst het overzicht afmaken, is dat de deadline nog ver weg voelt en niet reëel. En dan zijn allerlei acute en dichtbij liggende taken altijd belangrijker voor ons brein, ons menselijke systeem. En de vierde trigger die heet selfregulation. In het Nederlands heet het moeilijkheden of problemen met zelfregulatie'. En dat kan staan voor impulsiviteit, moeilijk de focus kunnen houden, moeite hebben met structuur aanbrengen, met dingen plannen. En dat zijn bijvoorbeeld dingen waar mensen met ADHD of ADD-verschijnselen tegenaan kunnen lopen. En niet alleen zij hoor. Gewoon als voorbeeld omdat veel mensen daar een plaatje bij hebben.
Paula: Oké, dat klopt, daar kreeg ik ook een vraag over. Ik kreeg letterlijk een vraag van iemand met ADHD die zei: ik heb hier zoveel moeite mee. Wat kan ik doen. Daar komen we zo vast ook aan toe.
Angela: Ik kan er nu al een eerste antwoord op geven. Ook daar zijn eigenlijk twee varianten mogelijk. De ene is de structurele aanpak en dat is serieus kijken naar ondersteuning bij plannen, focus aanbrengen et cetera. En het kan dan ook zijn dat daar gespecialiseerde hulp voor nodig is. Maar dan kom je wel op blijvend resultaat uit. Want daar zijn natuurlijk ook gewoon mensen in gespecialiseerd. En als je gewoon snel iets praktisch nodig hebt dan kijk ik altijd met mensen naar hoe kun je werken met wie je bent. Dus al je wel enigszins kunt plannen kun je wel met iemand samen een planning maken. Maar ook, maak een realistische planning die past bij wie je bent. Kun je je kort concentreren, werk dan in blokjes van een kwartier. Dus schrijven, een kwartier iets anders doen, weer een kwartier schrijven, zodat daar steeds die afwisseling in zit.
En ook als je weet dat je wel een planning maakt en je er nooit aan houdt, plan dan middelen in die je helpen herinneren aan je planning. En als je al weet dat dat soort korte praktische dingen niet helpen, ja dan lijkt het al snel dat een structurelere aanpak behulpzaam zal zijn. Dus ook hier zijn weer niet echt quick fixes maar kijken wat er het beste dient. Mensen worstelen vaak al zo lang met dingen. Ik vind die quick tips vaak ook een soort van belediging. Als het zo makkelijk was dan hadden mensen het al opgelost.
Tegelijkertijd zitten er ook altijd hele goede tips tussen. Het is niet zo dat niemand wat aan die snelle tips heeft, maar er wordt zoveel over gepubliceerd. En er staat altijd, pas deze 10 dingen, 7 dingen toe en dan ben je er.
Paula: Maar dan ben je er niet volgens jou
Angela: In elk geval niet de mensen waar ik mee werk. En ik ben heel blij dat er mensen zijn die er wat aan kunnen hebben maar ik ben ook een beetje allergisch voor de valse belofte die het inhoudt.
Paula: Maar ik ben ook nog wel heel nieuwsgierig naar eh, je hebt nu de triggers genoemd. En het zijn veel verschillende soorten triggers. Ik kan me voorstellen dat het heel erg afhangt van wat voor persoon jij bent. En dat jij als je iemand leert kennen misschien al kan inschatten wat voor die persoon de trigger zal zijn om uitstelgedrag te hebben.
Angela: Nou, sterker nog, ik zou het willen verbijzonderen dat het niet zozeer van de persoon afhangt maar dat mensen met dezelfde persoonlijkheid bij verschillende taken of op verschillende momenten verschillende triggers kunnen hebben. Dus voor mij is onderzoek naar uitstelgedrag vaak ook echt een kwestie van dat mensen leren om zichzelf te observeren en zich af te vragen, he wat is het in dit geval.
Paula: Het is niet zo simpel. Het is niet 1 ding.
Angela: Nee, en er kunnen natuurlijk wel persoonlijkheidskenmerken bijzitten want bij de dieper liggende oorzaken bijvoorbeeld is perfectionisme is eentje die altijd naar voren komt in alle literatuur. Nou, faalangst en de minder bekende de angst voor succes, autonomiekwesties, dat uitstelgedrag voortkomt uit: ik bepaal zelf wel wat ik doe en wanneer ik het doe. En ik zelf heb daar een redelijk komische vorm van. Als ik iets op mijn to-do-lijstje zet, dan weet ik al dat het een to-don't lijstje wordt omdat ik het moet van mezelf. Dat ik me begin te verzetten tegen het moeten en ik moet het nota bene van mezelf dus dat is wel een hele bijzondere autonomiekwestie.
Paula: Dus je bent allergisch voor je eigen autonomie
Angela: Nee, voor mijn eigen moeten. En op andere dagen kan ik het prima hebben dus dan is ook de vraag die ik aan mezelf stel van waarom ben ik vandaag allergisch voor moeten. Nou, meestal betekent het dat ik eigenlijk een beetje aan mijn tax zit en behoefte heb aan rust, ontspannen of iets anders dan wat er daar op dat to-do lijstje staat.
Paula: Nu denk ik aan een vraag die Sonja mij stelde op Linkedin (link) over uitstelgedrag. Want ik heb mensen de mogelijkheid gegeven om vragen te stellen en zij stelde de vraag: heeft uitstelgedrag eigenlijk ook een functie?
Angela: Ahh briljant. Je hebt slimme luisteraars, erg leuk. Ja dat heeft het absoluut. En de grap is ook dat het soms heel moeilijk is om van uitstelgedrag af te komen als je niet kunt ontdekken wat de functie is die het voor jezelf heeft. Want uitstelgedrag geeft ook een bepaalde beloning. Perfectionisme is een mooi voorbeeld daarvan. Je ziet dat een aantal perfectionisten echt last heeft van uitstelgedrag, en het voordeel dat ze hebben aan het te laat aan dingen beginnen is dat op het moment dat je te laat begint kun je er weinig tijd in steken. Levert het een resultaat op dat eigenlijk niet aan je kwaliteitseisen voldoet … ja eh je had er niet voldoende tijd voor.
Paula: Het is een excuus voor hun perfectionisme?
Angela: Excuus voor het niet kunnen voldoen aan hun eigen lat. En zeker de die-hard perfectionisten die zijn zo goed in die lat opschuiven dat voldoen aan hun eigen perfectionisme ook eigenlijk een onmogelijke opgave is. Want als het goed is kan het beter. En als een element tot in de puntjes geregeld is dan zou er in de context daarvan ook nog iets tot in de puntjes geregeld moeten zijn dus. Voldoen aan je eigen perfectionisme is vaak, ik zou bijna zeggen, vechten tegen een windmolen en dan is te laat aan iets beginnen … dan ligt het niet aan jou, dan heb jij niet gefaald, dan heb jij het niet verkeerd gedaan. Want bij perfectionisme zit vaak de angst voor of de interpretatie van falen, het is niet perfect dus ik heb het niet goed gedaan, dus ik ben niet goed. Nee het lag aan … ik heb er te weinig tijd in gestoken. En dat is veel prettiger. Het bedreigt je persoon niet.
Paula: Ja, dus je kunt een andere oorzaak aanwijzen. Die buiten jou zelf ligt. Ja, maar ik had er ook te weinig tijd voor. Oké, dat is de functie die het voor een perfectionist heeft.
Angela: Ja, wat ik ook veel bij mijn klanten terug zie, veel hard werkende mensen, is dat uitstelgedrag ze helpt om weer even op adem te komen. En ik ken ook iemand, dat was wel grappig, ze zei dat letterlijk: Ik weet niet of ik aan mijn uitstelgedrag wil werken want daardoor doe ik gewoon af en toe niks en gun ik mezelf wat chillen.' Ik zei, ik kan het me heel goed voorstellen. De vraag die ik voor haar had was: lukt het je ook om dat zonder schuldgevoel te doen. Want wat je vaak ziet is dat uitstelgedrag tot schuldgevoel leidt. En dan denk ik joh dan ben je wel vrijer als je jezelf gunt om echt die vrije tijd te nemen dan wanneer het via de omweg van uitstelgedrag moet.
Paula: Dus als antwoord op de vraag van Sonja, heeft het een functie? Ja, voor iedere individu heeft het misschien een andere functie en het is goed om daarover na te denken.
Angela: Ja, en het kan ook weer per taak verschillend zijn. Een ander voorbeeld is dat soms als je kijkt in huishoudens waar bepaalde taken blijven liggen, daar kan ook een autonomiekwestie achter zitten. Dus dan lijkt het uitstelgedrag en dat lijkt het dat beide partners last hebben van uitstelgedrag. Maar als je verder kijkt, heeft een het gevoel van, nou ik doe dit en dat al, en jij mag ook wel eens iets doen. Dus de taak laat liggen. Terwijl de ander denkt: ja maar, het moet ook altijd op jouw manier en als ik het doe is het toch niet goed. En ook die taak laat liggen. Dus een conflict over hoe doe je dingen nu eigenlijk. En dat kan natuurlijk ook op de werkvloer. Dat je baas met iets komt en dat jij denkt: ja maar wacht eens even. Bijvoorbeeld over een adviesrapport waarin jij al weet dat het niet de beste oplossing is maar dat het een politieke keuze is en je staat er inhoudelijk niet achter. Ja dan is uitstelgedrag ook een soort methode om terug te vechten zeg maar. Uiteindelijk win je er niet mee. Maar dat het in elk geval voor jezelf een vorm van invloed uitoefenen is. Verzet tonen.
Paula: Ik wil nu even graag kijken naar tips voor uitstelgedrag bij schrijven. Ik kan er zo volgens mij een heleboel op noemen maar misschien kan jij er minstens zoveel opnoemen. En kun je gelijk ook adviezen daarvoor geven van hoe kun je daar dan mee omgaan. Als je bijvoorbeeld een writersblock hebt, als je zit aan te hikken tegen een heel moeilijke mail die je moet gaan schrijven. Of je moet een lange brochure in elkaar zetten en je weet gewoon niet waar je moet beginnen. Heb jij daar tips voor. Specifiek voor mensen die veel teksten moeten schrijven.
Angela: Nou, bij een writersblock is eigenlijk de eerste methodiek die ik voorstel, ga wat anders doen. En dan bedoel ik niet het uitstelgedrag variant. Maar ga iets fysieks doen. Dus bijvoorbeeld wandelen om de blokkade die in je geest zit fysiek los te maken.
Paula: En moet ik tijdens dat wandelen ook bezig zijn met dat onderwerp waar ik over wil gaan schrijven? Of juist helemaal niet.
Angela: Ik zou het vooral niet doen. Want dan kan het in je onderbewuste verder werken. Terwijl bij het bewuste ben je er tegenaan gelopen dat je nadenkt en dat je vast zit, en je onderbewuste denkt ondertussen wel door. Ik kan ook voorstellen dat als je in een organisatie zit dat je denkt, ja, ik kan niet zomaar gaan wandelen. Tegelijkertijd, je merkt bij een writersblock toch wel dat je niet schrijft. Ga dus op z'n minst op zoek naar iemand anders op een andere verdieping of kijk hoe je wel kunt bewegen. Want fysieke beweging is een van de dingen die echt helpt om vast zitten los te maken.
Paula: En heb je een richtlijn voor hoelang?
Angela: Nou, bij mij gebeurt het vaak na 10 minuten dat ik tjokvol ideeën zit maar dat is ook weer per persoon verschillend.
Paula: Oke, maar je kunt dus al heel snel uit je writersblock komen. En dan wel daarna meteen terug.
Angela: Ja, dat zou ik wel doen. Want dan heb je het enthousiasme van, ik heb een idee of ik heb er zin in. Maar ik ben natuurlijk altijd wel kritisch op waar staat het woord writersblock eigenlijk voor. Dus daarin wil ik ook de koppeling maken naar uitstelgedrag want ik denk dat sommige woorden vaak heel licht gebruikt worden terwijl, ja wat is een writersblock eigenlijk. Ik zie een writersblock meer als wanneer je al begonnen bent en vast komt te zitten. Dat is in deze context even mijn definitie.
Paula: Ja precies, dat vind ik een goede inderdaad. Je bent begonnen en je loopt vast. Dan moet je dus gaan lopen en vervolgens weer eraan gaan zitten en dan stroomt het verder.
Angela: Dat kan. Garanties bied ik niet. Maar dat is mijn favoriete tip tegen een writersblock.
Paula: Daarnaast heb je nog zoiets als, ik moet er nog mee beginnen. Zoals ik net zei, die moeilijke mail waar je tegenaan zit te hikken. Van oh, ik moet dat nog doen en ik zie er als een berg tegenop. Ik weet niet eens hoe ik moet beginnen. Ik weet niet eens wat ik wil zeggen.
Angela: Daar noem je al twee verschillende redenen. Wat ik steeds zei, het is de grond van wat erachter ligt. Want om te beginnen weet je niet wat je wil gaan schrijven, dan zit er een ander proces achter dan wanneer je niet weet hoe je moet schrijven. Of dat je van jezelf de verwachting hebt van och, ik ben toch niet goed in schrijven dus dan zal het wel niks worden. Vandaar is de vraag: waar is je ingangspunt. En als je niet weet wat je moet schrijven kan het bijvoorbeeld heel makkelijk zijn om met iemand te bellen of anderszins even live contact aan te gaan via een praatje ontdekken op het moment dat je iets aan iemand uitlegt krijg je vaak al een idee over hoever je er eigenlijk al instaat, maar niet door had dat je dat stuk al helder had.
Paula: Dus als je niet weet wat je moet schrijven, doe je dat. Maar als je bijvoorbeeld bang bent omdat je denkt dat het toch al niet goed gaat zijn wat je moet schrijven dan moet je het anders aanpakken.
Angela: En de andere, die ken je ook uit je eigen praktijk als schrijftrainer. Soms weten mensen ook gewoon niet hoe, en dan is het maken van een schrijfplan waarin al bepaalde lezersvragen staan. In een inleiding wilt iemand weten waar gaat het over, wat krijg ik ervoor terug als ik de moeite neem om door te lezen. Dat soort dingen. En gewoon per stuk dat je gaat schrijven de lezersvragen in beeld hebben en daar antwoord op kunnen geven. Dan geef je al een soort structuur. Dus dan is het schrijfplan een goede methodiek waar mensen snel resultaat mee boeken.
En dan zitten we hier aan de oppervlakkige tips vergeleken met de uitstelgedrag tips.
Paula: Maar er zit dus ook een diepere laag onder, dat kun je ook dieper aanpakken.
Angela: Ja, en sommige tips daarvan zijn ook weer heel simpel. Als je begint uit het idee van iemand heeft afkeer van de taak. Het blijkt uit hersenonderzoek dat hersenen, als je een vervelende taak inschat, reageren vanuit het pijncentrum. Dus je verwachting van rotwerk doet zeer blijkbaar. Ja, dat vind ik heel interessant. En het grappige is dat als je gewoon begint, dan verdwijnt die activiteit in het pijncentrum. Binnen een paar minuten. Dus het kan zijn dat soms gewoon gaan doen, en dus na een paar minuten kijken hoe het gaat, dat dat de oplossing is. Dat noemen ze wel eens de 2 minuten techniek'. Daar kun je de 5 minuten techniek' van maken. Je belooft jezelf om minstens 2 minuten aan het schrijfwerk te werken, meer mag, minder niet. En soms merken mensen als ze eenmaal begonnen zijn oh ja, ik heb eigenlijk nog wel zin om verder te gaan want die 5 minuten haal ik ook wel. Nou, ik heb ook nog voldoende stof voor 7 minuten.' En zo werken ze net zolang door tot ze denken: nou dit werkte. En stoppen op het moment dat ze het gevoel hebben ja nu niet meer.
Paula: Wat geweldig. Dus je voelt pijn doordat je bang bent.
Angela: De hersenen reageren in elk geval vanuit die context. Het voelt natuurlijk niet letterlijk als pijn.
Paula: Oké, het is geen letterlijke fysieke pijn maar je hersenen geven je een zelfde gevoel af alsof jij pijnt hebt. En daardoor doe je dit niet want pijn vermijden we. Maar als je het gaat doen, valt die activiteit in je hersenen weg. Dus het doen is hierbij het medicijn.
Angela: Ja, ook niet altijd he. Want dat hangt ook weer af van de oorzaken. Maar dit is er eentje die absoluut de moeite van het uitproberen waard is omdat hij zo simpel is.
Paula: Ik herinner me nog uit de cursus die ik volgde de techniek eat the frog .
Angela: Slik de kikker, ja die is ook heel goed voor dingen waar je simpelweg geen zin in hebt. Om 's ochtends als allereerste in de planning de taak te zetten waar je al van weet: deze geeft de grootste kans op uitstelgedrag. En dan bedoel ik niet iets waar je de hele ochtend mee bezig bent, maar een klein element uit die tijd zodat het ook te overzien is. En dan, als je dat toepast, dan heb je de hele dag het voordeel dat het al gedaan is, en dat je tevreden, blij of trots bent in plaats van dat je de hele dag tegen iets aan zit te hikken.
En ik weet nog dat ik ooit tegen iemand zei: ja, ik doe dat niet 's ochtends meteen want dan heb ik een ochtendhumeur. En dat hij tegen mij zei, joh dat is toch mooi? Dan heb je een ochtendhumeur en dan doe je iets wat je vervelend vindt, dat matcht toch prima?
Ik heb het inderdaad uitgeprobeerd en ik dacht, ja hij heeft gelijk! Ik vond dat heel komisch. Het was mijn eigen gedachte dat ja tijdens een ochtendhumeur moet ik niets vervelends doen. Een ochtendhumeur is al vervelend. Ja, hij keek daar precies andersom tegenaan. Nou, dat werkte best wel goed.
Paula: Wat ik ook de hele tijd hoor in wat je zegt is uitstelgedrag doet eigenlijk pijn, is vervelend. Daardoor hebben we schuldgevoelens, als je je er bewust van bent he, op het moment dat je dingen gaat doen krijg je een beloning zoals nu het eat the frog-principe. Je bent blij, want je bent al de dag begonnen met iets wat je vervelend vindt en dat heb je dus al gedaan. Dus daar zit je niet meer tegenaan te hikken. Het uitstelgedrag geeft als we dat niet meer toepassen een enorme beloning, en zolang we het wel hebben, straft het ons eigenlijk de hele tijd. Of zie ik dat te zwart wit.
Angela: Nee, zo werkt het niet. Wat mensen gaan doen is zichzelf straffen. Ze denken van zichzelf ik ben stom, ah ik doe het weer enne wat waardeloos, slap. Er zit heel veel zelfkritiek bij uitstelgedrag vaak. Ik zou bijna zeggen, als er geen zelfkritiek bij zit dan is het niet eens uitstelgedrag. Dan is het gewoon iets niet doen en daar geen moeite mee hebben. Het probleem aan uitstelgedrag is dat mensen daar uiteindelijk juist wel moeite mee hebben. En dat ze er zichzelf mee in de weg zitten en het stom vinden van zichzelf dat ze zich ermee in de weg zitten. Wat heel menselijk is maar wat het eigenlijk verergerd. Als je het beeld van jezelf hebt van ik ben er niet goed in, ik doe dat stom, dan zit je weer bij die trigger van weinig vertrouwen in de uitkomst en dan heb je alweer een grotere kans om op uitstelgedrag te vertonen. Het is een zichzelf versterkend mechanisme als je pech hebt.
En ik vind wel, want anders kom ik misschien wel heel negatief over, ik vind het goede nieuws is dat er zoveel verschillende dingen een rol bij spelen is, dat je ook heel veel verschillende aanknopingspunten hebt om er wat mee te gaan doen. En dat je heel veel verschillende dingen kunt uitproberen. En eentje die ik bijvoorbeeld nog niet genoemd heb die met dat zelfbeeld te maken kan hebben: nou, stel je vindt van jezelf, ik kan niet goed schrijven. Op het moment dat je eraan gaat beginnen zeg je tegen jezelf he, ik ben hier niet goed ik, het zal wel niks worden. Dan komt er zo'n negatief gesprek met jezelf in je hoofd op gang. Nou, uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken, en ik zeg omdat het als een tjakka-tip gaat klinken maar hij gaat niet verder dan dat, is dat wanneer iemand tegen zichzelf zegt, ik ben hier niet goed in, dat roept negatieve dingen op dus dat werkt niet. Wanneer je dat vertaalt naar bijvoorbeeld: ik ben iemand die beter aan het worden is in schrijven … het begint met Ik ben , zelfbeeld. En daarna komt iets positiefs. Ik ben iemand die eraan werkt om beter te worden in schrijven en dat doe ik stukje bij beetje. Dat is een veel positievere insteek om hetzelfde te gaan doen. Je kijkt dan niet naar wat er niet goed is, maar waarin je aan het groeien bent. Wat ruimte biedt voordat het nog niet perfect is maar dat je wel steeds iets positief tegen jezelf zegt. Ik ben aan het veranderen. Je richt je er hele andere hersengebieden op.
Paula: Ja, je prikkelt ook de verkeerde hersengebieden door de hele tijd te herhalen: ik kan dit niet, ik kan niet plannen, ik kan niet regelen, ik krijg dingen niet gedaan. Dus de dingen die je tegen jezelf zegt moet je eigenlijk veranderen en daar maak je positieve boodschappen van aan jezelf.
Angela: Ja, en ik merk, voor mij is er wel een verschil met affirmaties, affirmaties zijn positieve dingen die mensen tegen zichzelf kunnen zeggen. Dat is hier niet wat ik bedoel. Toen ik affirmaties voor het eerst uitprobeerde, en ik ben niet de enige, ook hier is wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, was meestal wat ik er achteraan dacht … niet dus.
Paula: Een affirmatie is bijvoorbeeld: ik ben …
Angela: Bijvoorbeeld dat je in de spiegel kijkt en zegt: ik ben mooi. En dat ik dan zucht en denk, wat een onzin. Terwijl, ik ben iemand die eraan werkt om beter te worden in schrijven, daarvan kan ik wel weten dat het waar is. Dat is veel voorzichtiger zou ik bijna zeggen geformuleerd. En als je merkt dat je een formulering hebt waarvan je zelf denk: ja duh … dan zit je ook niet bij de goede formulering.
Ik kan goed schrijven. Als je dat als affirmatie gebruikt terwijl je het zelf niet gelooft, dat zoeken we dus niet. Dus ik noem niet een affirmatie maar een ik ben en daar een positief zelfbeeld rondom aan toevoegen waarin ruimte is voor groei, voor ontwikkeling. Want deze tip kwam uit als iemand het gevoel heeft ik kan dit niet goed, of ik kan dit niet goed genoeg.
Paula: Dus er zit een actie in ook. Ik ben bezig met, ik ben aan het werken aan. En omdat die actie erin zit kun je het zelf ook beter geloven.
Angela: Ja, en als je dus merkt dat je niet gelooft in het werken aan, dan kan het dus zijn dat je tot de conclusie zou willen komen dat je iets wilt doen dat ook helpt om te werken aan, bijvoorbeeld een cursus. Schrijfcursus.
Paula: We zijn nu bij het laatste deel van de podcast. Mensen hebben vragen ingestuurd. En een aantal vragen heb je al beantwoord. Er zijn nog 3 vragen over die nog niet beantwoord zijn. Die ga ik je stellen. Jessica die schrijft: ik denk zelf dat het voortkomt bij mij uit perfectionisme. Beter iets niet doen dan het niet goed kunnen doen. Maar hoe pak je dat perfectionisme dan aan?
Angela: Wat ik leuk vind aan die vraag is de mate van zelfinzicht. Want ik denk ook inderdaad dat voor veel mensen perfectionisme de reden is, de oorzaak en dat je inderdaad niet moet gaan kijken naar hoe pak ik het uitstelgedrag aan maar hoe pak je het perfectionisme aan.
Nou, ook daar zie je op internet zeg maar massa's tips. Maar je ziet dat mensen daar minder makkelijk over doen. Terecht, want perfectionisme is ook een lastig fenomeen. En als ik kijk naar mijn klanten dan zie ik vaak uhm, sommige mensen zijn veel aan het denken zeg maar, en dan kan het onderzoeken van de gedachtepatronen en kijken of je daar de belemmerende, de vervelende, de bezwarende gedachte kunt onderzoeken en uitdagen en vervangen door positieve gedachte. Een ander woord daarvoor is rationele effectiviteitstraining. Dat kan heel erg behulpzaam zijn. En dat kan soms eindigen met oneliners maar dat lukt pas vaak na het zelfonderzoek en niet door dat meteen te gaan doen. Bijvoorbeeld, iemand die ik ken is van het moet perfect' naar done is better than perfect'. Maar als je dat lang geleden tegen hem gezegd zou hebben dan zou hij dat niet geloven. Dus de uitkomst kan een oneliner zijn maar het is ook echt dat proces daarvoor dat iemand zijn perfectionisme onder ogen ziet en de gedachte die daarbij hoort, daar zit m de sleutel. Of zo'n oneliner werkt toch niet.
Bij andere mensen zit het m veel minder in het denken maar in dingen gaan doen. Dus experimenteren met dingen minder goed doen. Dingen minder perfect doen. En van daaruit het leerproces ingaan. En bij bedrijven zou dat bijvoorbeeld kunnen zijn, uh het kan al een te grote stap zijn dit voorbeeld, lever een eerste concept in, gewoon pas een eerste versie. Dus niet waar de perfectionist al tien keer overheen is gegaan, en dat is de concept versie. Nee, echt een … deze kant gaan mijn gedachte op en dit is wat ik er voor de eerste keer over op papier heb gezet. Als iemand merkt, uh een eerste versie is niet echt acceptabel, dan kun je kijken naar, oké, welke ben je wel bereid in te leveren. Dan spreken we van tevoren af dat de vijfde versie als concept voorgelegd wordt. En ook zeg je erbij: dit werk is minder net dan normaal maar ik wil graag in deze fase je feedback. Experimenten ontwerpen met ander gedrag om te kijken van wat heeft iemand nodig om dat experiment aan te kunnen gaan. Hoe groot of hoe klein moet het zijn. En ook, wat gebeurt er wanneer iemand het ook daadwerkelijk doet. Of wanneer iemand het uiteindelijk toch niet doet. Dus via gedrag kun je dat perfectionisme ook onderzoeken en afbuigen zou ik bijna zeggen. Want de wens om het goed te doen is een hele mooie. Maar dat het een eis is, en dat je jezelf afrekent als het niet zo goed is als je wilt, dat is het stuk waar mensen last van hebben.
Paula: We gaan door naar de volgende vraag en dat is Tilly die zegt: Op mijn werk lukt het wel aardig, maar als ik vrij ben bedenk ik zoveel wat ik kan gaan doen dat ik niet weet waarmee ik zal beginnen. Dus, doe ik maar niks.
Angela: Ja, de verlamming van te veel keuzes en misschien ook wel de drang om daarin de goede of juiste keuze te willen maken. Een oefening die ik met mensen doe als ze last hebben van dit soort dingen is dat ze een potje maken met taken erin, en dat ze een lootje kunnen trekken. En dat ze met zichzelf afspreken dat het lootje wat ze trekken ook daadwerkelijk gaan doen. En als mensen dat echt te beperkend vinden dat ze een keer opnieuw mogen trekken als ze het eerste lootje niet accepteren. En soms zeg ik, doe maar een dobbelsteen in plaats van een lootje. Maar dat ze het toeval het werk laten doen in plaats van hun eigen besluitvormingsproces waar het stokt.
Paula: Geweldig. Ik denk dat ik zo'n pot ga maken thuis. Op mijn werk niet. Want ik geloof dat ik me daar moet houden aan de afspraken die ik met klanten maak maar thuis lijkt me dit geweldig.
Angela: En wat ook altijd goed is om te checken als je last hebt van iets als dit is kijken of het niet een vorm van oververmoeidheid is. Zo klinkt de vraag niet zoals ze hem stelt. Maar soms verkleden fenomenen zich als iets anders. Dus als je de hele dag hard gewerkt hebt en je komt thuis en daar liggen dan ook nog 1000 taken te wachten, ja dan wil je eigenlijk gewoon ontspannen.
Paula: Dan is het misschien ook logisch dat je ook niks doet.
Angela: Dan is uitrusten soms de beste remedie tegen uitstelgedrag omdat je na verloop van tijd wel zin krijgt. Ik heb in mijn e-cursussen soms, mensen werken vaak meerdere keren met mij. Wat jij in het begin ook zei: Nou ik heb de cursus gedaan en ik heb er veel aan gehad. Ik zou nog wel meer willen. Dat gebeurt grappig genoeg bij veel van mijn klanten. En eentje die op een gegeven moment zei: ik heb zo'n last van uitstelgedrag, ik geef mezelf maar gewoon een dag vrij want blijkbaar heb ik het nodig. Die werd aan het eind van de dag heel productief toen ze uitgerust was en dacht: ja ik wil toch een paar dingen nog voor elkaar krijgen. Dus soms is het eraan toegeven hetgeen wat werkt. Als keus. Niet als automatisme.
Paula: Ja, als keus. Niet als verlamming. Maar ik ga nu niks doen.
Angela: Ja, ik ken de verlamming erg goed hoor. Die kan ik zelf ook goed hebben. Vandaar ook dat ik ooit met dat idee van een potje met lootjes gekomen ben. Ik oefen heel veel op mezelf.
Paula: Ik ben benieuwd of je de derde vraag ook herkent. Vast wel uit je praktijk. Dit is Karlijn. Die schrijft een leuk verhaal en zegt: hier de uitstelkoningin. Ja, ik wil mijn website herschrijven. Alvast een nieuwe training ontwikkelen. Mijn administratie bijhouden. Maar zit er een deadline aan vast? Nee. Dus ga ik vrolijk op ikea.nl zoeken om een nieuw bed voor mijn dochtertje uit te zoeken. Zo heeft ze nog heel veel voorbeelden schrijft ze. Is de nood niet hoog genoeg dan vertoon ik ontwijkend gedrag. En natuurlijk weet ik heel goed hoe het moet. NLP, hoe zou jij je voelen als je het wel deed et cetera. Maar ja, ondertussen doet ze dus niet de dingen die ze echt vindt dat ze moet doen. Of die ze wil doen. Angela, wat kan jij met deze vraag.
Angela: Ik werk altijd heel graag met mensen die dat hebben. Dat ze al heel veel weten en al heel veel kunnen en inderdaad zeggen van ja, ik krijg het niet op mezelf toegepast, het werkt niet. Daar word ik extra nieuwsgierig bij. Maar wat is het nou. Is het nou echt die deadline? Dan zou het een voorbeeld kunnen zijn van die trigger van he, een datum moet dicht genoeg bij zijn. En als het echt aan de deadline ligt, dan is harde tussen-deadlines plannen, waarin je met iemand uh dat concept van je website al bespreekt, en met die persoon afspreekt dat als je de afspraak verzet dat die iets met jou doet wat voor jou helpt. Soms kan het zijn, streng zijn. Dit mag 1 keer, de volgende afspraak afzeggen doen we niet dus hoe ga jij je eraan houden? Maar het kan ook zijn dat iemand meer baat heeft bij een coachende benadering. Maar dat wat de Engelsen accountability noemen, namelijk dat je iemand helpt om zich aan zijn eigen afspraken te houden, dat dat voldoende zou kunnen zijn. Dus sub-deadlines, die met behulp van iemand anders bewaakt worden. Wat ik vaak ook zie bij mensen die met deadlines werken dat ze zeggen: ja de deadline is datgene wat het doet. Dat ik denk, nou zou er ook niet iets anders achter kunnen zitten. Want doet die persoon echt alles in zijn leven pas bij die keiharde deadline. Dus pas eten wanneer de honger enorm is, pas plassen als de nood ontzettend hoog is, pas bij vrienden op bezoek gaan als er totale vereenzaming dreigt. Of gebeurt het bij sommige items wel en bij andere niet. En dan is het vaak toch een kwestie van, he zou er iets met de items kunnen zijn. En een nieuwe website maken kan een kwestie zijn van ik weet niet wat, ik weet niet hoe, er zitten ontzettend veel keuzes aan vast, de hele eindeloze keuzes die gemaakt moeten worden. Of ik weet niet hoe ik daar een betrouwbare partner in moet zoeken. Dat vind ik een vervelend proces dus … Daar kunnen, en nogmaals, kunnen hele andere dingen onder zitten. Die vanzelf opgelost worden inderdaad als de druk maar hoog genoeg is. Want dan is het even schakelen. Maar die misschien ook anders gekund zouden hebben. En ik ken daadwerkelijk iemand die floreert gewoon bij deadlines. En die heb ik ook gezegd van joh, maar dan is het toch goed. Als het werkt, werkt het. Het wordt pas interessant als het niet werkt. Als iemand er niet tevreden mee is.
Paula: Dus als jij dingen echt niet gedaan krijgt en je er ongelukkig van wordt.
Angela: Ja, en als iemand een kick van krijgt van de deadline en het is mijn stijl van werken en ik lever een goede kwaliteit op en ik heb geen stress die mijn gezin beïnvloedt of mezelf op een manier die niet prettig is. Nou, dan is dat prima. Dat zijn de heel snelle coachings.
Paula: Geweldig. Hiermee ben ik aan het einde gekomen van al mijn vragen en ook aan deze podcast.
.
The post Uitstelgedrag op de werkvloer, heeft het een functie? appeared first on Schrijftraining van tekstmodel.
De 6 beïnvloedingstechnieken van Cialdini. Als je ze goed wilt beheersen, moet je ermee aan de slag. Elke dag! Luister, en ontdek wat jij ermee kunt.
Maarten Oosterhoff is een bevlogen trainer in beïnvloeding. En een verbaal meester. Hij kan de principes van Cialdini dromen. Ook past hij ze toe in zijn dagelijks werk als interim-manager. In deze podcast vertelt hij hoe je deze principes kunt gebruiken in je dagelijkse werk. Met veel voorbeelden dus!
In dit interview van 27 minuten ontdek je:
Luister hieronder naar Paula van Gemen en Maarten Oosterhoff …
Podcast Notities
The post 6 beïnvloedingstechnieken van Cialdini die je vandaag nog kunt toepassen appeared first on Schrijftraining van tekstmodel.
Wat is heldere taal? Waarom is het voor jou als professional zo belangrijk? En wat zijn de verschillen met schrijven op taalniveau B1?
Wie kan deze vragen beter beantwoorden dan Paula van Gemen. Paula is de oprichter van tekstmodel.nl. Ze is tekstspecialist, sparringpartner en trainer. Sinds 2000 houdt ze zich bezig met heldere, klantgerichte teksten.
In deze eerste podcast van tekstmodel wordt Paula zelf geïnterviewd. Over heldere taal natuurlijk! En over b1-schrijven.
Ontvang 6 voorbeeldbrieven »
Luister hieronder naar Paula van Gemen …
Podcast Notities
Deel via Twitter
Henry: Eind vorig jaar heb jij Tekstmodel opgericht. Waarom een tweede bedrijf?
Paula: Ik was op zoek naar een manier om klanten nog beter te kunnen helpen. En met Tekstmodel, die site is heel erg op online gericht. En met Tekstmodel kan ik dus echt al mijn kennis en ervaring, alles wat ik de afgelopen jaren heb geleerd en elke dag heb toegepast, kan ik online delen met mensen. Nou ja, ik deel daar dus kennis, ik schrijf blogs, ik maak podcasts zoals deze, online trainingen. Eigenlijk gebeurt alles online op Tekstmodel. En dat kon ik met de Tekstlounge niet. En dat is dus wat Tekstmodel mij biedt. En online heeft de toekomst.
Henry: Ja, absoluut. Dat weet ik wel zeker. Nou, je deelt dus de kennis over helder schrijven. Helder schrijven, ik vind het wel een mooie term. Maar wat houdt het nou eigenlijk in, helder schrijven'? Waar moet ik dan aan denken?
Paula: Nou, het houdt heel veel in en daar kan ik ook uren over praten. Daar zal ik je niet mee vermoeien, maar wat ik je wel kan zeggen, is dat als jij helder schrijft dan schrijf je een tekst op zo'n manier dat je je doel bereikt.
Henry: Ja, hoe werkt dat dan?
Paula: Je kunt op verschillende niveaus naar een tekst kijken. Op verschillende manieren. Misschien kan ik dat het beste illustreren als ik een voorbeeld geef. Verplaats je in de lezer en stel je voor dat je een lange lap tekst voor je krijgt, zonder witregels, geen kopjes, gewoon een hele brij aan woorden. Heb je dan zin om het te gaan lezen?
Henry: Nee. Niet echt.
Paula: Nou precies. Dat is meteen de eerste stap in helder schrijven. Zoek voor overzicht. Op het moment dat je overzicht hebt, dan trek je de lezer jouw tekst in, want als jij een tekst ziet die helder is gestructureerd, kopjes erboven, witregels; dan wil je wel gaan lezen. Dus dat is eigenlijk de eerste stap van helder schrijven. Dat is een van de dingen die je moet doen om heldere teksten te kunnen krijgen. En het tweede ding is dat je moet zorgen dat de inhoud dat die ook echt aansluit bij wat de lezer zoekt, wat de lezer vraagt. En dat die ook in een volgorde geschreven die past bij de lezer. Stel dat je bij de gemeente bezwaar indient tegen de hoogte van je OZB. Dus jij dient het bezwaar in en je krijgt een brief terug. Wat wil je dan weten?
Henry: Ik wil graag lezen dat mijn OZB wordt verlaagd.
Paula: Ja, precies. Dus jij hebt 1 ding in je hoofd en dat is: jij wilt weten gaat die OZB omlaag of blijft die staan? Wat hebben ze met mijn bezwaar gedaan? Dat is de kernboodschap voor jou. Dat is voor jou het allerbelangrijkste. Het grappige is dat voor die gemeenteambtenaar die de brief opstelt, voor hem is het allerbelangrijkste dat hij goed naar de wet heeft gekeken, dat hij heeft gekeken of het binnen de termijn is binnengekomen. Hij toetst het aan de wet. En je krijgt dus van veel gemeentes nog steeds een tekst terug die dan heel erg gaat over de wet'. En dan staat ergens onderaan, en dus verklaren we uw bezwaar voor gegrond. Om maar even met die ambtelijke termen ook te spreken. Dus dat is echt zo'n enorme trechter. Terwijl, ja, wat wil jij weten? Jij wilt weten gaat die OZB omlaag of gaat hij niet omlaag. Dat is meteen de tweede stap: ik denk dat je dit ook wel herkent. Die trechter.
Henry: Het is wel heel herkenbaar. En ja mensen doen dat in gesprekken ook hè.
Paula: Ja dat klopt. Dat klopt inderdaad. Wat je in een gesprek hebt; stel je voor dat die gemeente ambtenaar dat tegen jou zou zeggen, en die gaat met een half uur lang over een wettekst zitten praten, dan is er een kans dat jij hem in de rede valt en zegt meneer mag ik u even onderbreken, wordt mijn OZB nou verlaagd of niet? Dat heb je op papier niet. Op papier heb je niet dat persoonlijke contact met elkaar. Wat heel belangrijk is, is dat je dus altijd aan het nadenken bent over die lezer en over hoe dingen bij hem aankomen. Wat is belangrijk voor hem, welke vragen heeft hij. Wat wil hij weten. En als je daar dus heel erg mee bezig bent, met die lezersvragen. Met die lezer. Dan krijg je, dan is de kans ook groot dat je tekst helderder wordt in ieder geval. Dat zijn dus die 2 stappen. En dan heb je nog eigenlijk op een heel, op microniveau noem ik dat, dat is de derde stap. Dan kijk je echt naar de woorden. Welke woorden gebruik je. Welke zinnen. Hoe lang zijn die zinnen. En dan gaat het om eenvoudige woorden, woorden die vaak voorkomen, geen vakjargon gebruiken tenzij je met een vakbroeder schrijft. Een advocaat die met een advocaat communiceert, kan welk vakjargon gebruiken natuurlijk. Je moet altijd nadenken ook over wat is het kennisniveau van de lezer. En daar laat je je woorden ook bij aansluiten. Ja, en zorg dat je je zinnen niet te lang maakt.
Henry: Ok, dat zijn dus de 3 dingen, de 3 ingrediënten voor helder schrijven. Dat zijn de basisstappen.
Paula: Ja, ja die 3 dingen zijn sowieso nodig voor een heldere tekst. En weet je, dan zorg je ervoor dat de lezer heel goed weet wat de bedoeling is wat je van hem vraagt wat hij moet doen wat hij moet weten. Ja, dat is helder schrijven. Ik ga altijd nog een stap verder. Want als je het puur zakelijk bekijkt en alleen maar op helderheid alleen maar op eenvoudige woorden, dan mis je een heel belangrijk deel eigenlijk en dat is het persoonlijke contact met je lezer. Zorg dus ook dat je de lezer persoonlijk aanspreekt, dat je hem echt centraal zet in de tekst dat je regelmatig u' gebruikt en niet alleen over wij' praat. Zorg dat je de lezer vriendelijk toespreekt of aanschrijft. Je ziet het op heel veel blogs van mij, die gaan daarover. Die spelen heel erg in op hoe kun je nou echt service bieden, hoe kun je nou net wat meer doen voor je lezer, want daar gaat het natuurlijk om, dat je hem of haar een goed gevoel geeft.
Henry: Nou ja, dat is mooi. Duidelijk. Maar het lijkt me wel ontzettend lastig om jezelf te beoordelen of een tekst helder is.
Paula: Ja
Henry: Je moet dan wel jezelf in de klant gaan verplaatsen. Heb je daar tips voor om dat te gaan doen.
Paula: Het is inderdaad lastig. Je hebt eigenlijk een handicap. En dat is dat je zoveel kennis hebt dat je niet meer zelf kunt zien of het helder is wat je doet. Nou, ik heb daar leuke tekst, uh, test voor: de wenkbrauwtest. Wat doe je als je iets ziet wat je niet begrijpt, niet snapt. Dan ga je fronzen. Dat gebeurt gewoon automatisch, dat doen je spieren gewoon, dat is ene automatische reactie. As je een tekst hebt geschreven, en het is heel belangrijk dat deze helder is, leg hem voor aan een collega van je of neem hem mee naar huis en leg hem aan je partner voor of aan een familielid. En vraag aan hem of haar om die tekst hardop te lezen. En je moet er dan bij blijven en goed luisteren maar vooral ook heel goed kijken naar het gezicht van die persoon. En wat het mooie is, is dat je dan, dan zul je zien op een paar punten als de tekst dus niet helemaal helder is, dan komen er vast een paar fronsmomentjes voor.
Paula: Nou, dat is dus de wenkbrauwtest. Dus fronsmomentjes.
Henry: Dat klinkt wel heel makkelijk.
Paula: Nou, zo makkelijk is het dus ook.
Henry: Dan moet je het nog aan gaan passen en hoe doe je dat dan.
Paula: Ja, nou ja, dat is dus een stukje moeilijker. Want daarvoor heb je wel echt schrijftechnieken nodig. En daar komt dus tekstmodel om de hoek kijken. Stel dat ik online alle kennis deel op tekstmodel en dat doe ik onder andere door een gratis lidmaatschap aan te bieden.
Paula: Mensen kunnen gratis lid worden en dat betekent dat ze, ze krijgen voorbeeldteksten te zien, schrijftips, webinars, er is een vragenforum op het online gedeelte.
Henry: Ja webinars, dat is heel populair momenteel. Wat ga jij daarmee doen Vertel daar eens over.
Paula: Nou, ik ga dus ook webinars geven. En sterker nog, het eerste webinar komt deze week online. En dat wordt een Q&A webinar; vraag en antwoord. Leden kunnen mij dan vragen stellen van tevoren en ik geef daar in dat webinar antwoord op. En ik neem dat van tevoren op.
Henry: Ok, niet live.
Paula: Nee, dat doe ik nu nog niet live. Dat is in de toekomst wel de bedoeling. Maar op dit moment vraag ik dus van tevoren aan mensen, stuur vragen in. En als we het live gaan doen dan kun je dus live vragen stellen aan mij en die beantwoord ik live.
Henry: Leuk.
Paula: Ja.
Henry: Wat voor vragen kreeg je dan?
Paula: Heel verschillend. Dat vond ik zelf ook spannend. Wat voor vraag ga ik krijgen. Iemand had een vraag over kleine woordjes. Wat je daarmee doet. Dus voorzetsels en zo en dat ze daar zich weleens mee vergist. Daar gaat een onderwerp, daar ga ik het over hebben in het webinar. Maar ook iemand stelde vragen over clichés bijvoorbeeld en hoe je ze kunt vermijden. Er was een ergotherapeut, dat was ook grappig, die schrijft veel adviezen voor artsen en ze zei ja ik vind alles belangrijk, maar hoe kan ik nou het advies zo opstellen dat die arts ook echt die indicatie gaat geven? Die dat aantal uren ergotherapie gaat voorschrijven die ik belangrijk vind voor deze patiënt? Dus hoe kan ik een goed advies voor een arts schrijven.
Henry: En daar kan jij bij helpen?
Paula: Ja, daar kan ik bij helpen inderdaad. Dat heeft alles ook met helder schrijven te maken. En met je doel bereiken natuurlijk. Ja, en ik kreeg een leuke vraag over B1-schrijven.
Henry: Toen ik deze vragen ging opstellen, nou ja, B1-schrijven dat kom je in een zoekmachine hartstikke vaak tegen. Kan jij eigenlijk vertellen wat B1 is?
Paula: Pff, ja. Dat vraag je me in dit interview? Even in een korte podcast? B1 is enorm complex.
Henry: Ja, dat viel me al op. Misschien kan je dat even uitleggen? Zo makkelijk mogelijk. Zo helder mogelijk.
Paula: Zal ik op taalniveau B1 uitleggen wat B1 inhoudt? Misschien is dat een goed idee inderdaad. Nou, ik ben er ook veel mee bezig. Dat is inderdaad heel erg in. Ik begeleid ook een aantal klanten daarbij. Ja, taalniveau B1. Kijk, heel simpel gezegd is het eenvoudige, prettig leesbare taal en prettig leesbaar voor iedereen. Maar goed dat daarmee, dan weet je nog niet wat B1 inhoudt. Het gaat om taalniveaus. Je hebt 6 taalniveaus: A1, A2, B1, B2, C1, C2. Dus. Dat zijn de 6 taalniveaus. A is het makkelijke laagste taalniveau en C is het hoogste taalniveau. Heel veel meer, ja ik weet niet of het heel handig is om er heel diep op in te gaan waar het allemaal vandaan komt
Henry: Misschien voor een andere podcast of blog.
Paula: Ja. Maar wat heel belangrijk is om te weten over die taalniveaus is dat uit onderzoek blijkt dat 40% van de bevolking, van de volwassen bevolking, heeft taalniveau B1. En heel veel teksten voor de Nederlandse bevolking, vanuit het bedrijfsleven, vanuit de overheid, die zijn geschreven op taalniveau C1.
Henry: Veel hoger.
Paula: En C1 is dus een veel hoger taalniveau.
Henry: Dus dat betekent dat 40% die teksten niet kan lezen.
Paula: Ja, 40% van die mensen, nou eigenlijk nog meer mensen. Want je hebt ook de bevolkingsgroepen, mensen die hebben, begrijpen, die hebben taalniveau A1 en A2, dat is ongeveer 20% bij elkaar. Dus inderdaad als jij teksten schrijft op een hoog taalniveau, dan mis je een heel groot deel van de bevolking. Nou ja, dat is best wel erg.
Henry: Ja, dat geeft wel aan hoe belangrijk het toch wel is.
Paula: Ja, het is heel belangrijk. Het is niet voor niks hip' of een hype', alleen dat klinkt altijd negatief. Het is maar een hype, dat gaat wel weer over. Maar het is echt iets waar heel veel waarde in zit en waar je ontzettend veel mee kunt.
Henry: Wat mij ook opviel is dat je dus met B1 zoeken, dat je, ja, je hebt de pro's en de contra's (Paula lacht). Waar om is er überhaupt weerstand als je het hebt over helder schrijven of B1 schrijven.
Paula: Nou ja dat is wel grappig. Die pro's en contra's herken ik inderdaad. Er is ontzettend vele over te doen en ook als ik trainingen geven bij bedrijven, dan krijg ik soms ook mensen tegenover me die zeggen nou ik vind dat helemaal niks dat B1-schrijven. Maar ik denk dat dat echt komt door een aantal misvattingen die er zijn over B1. Het is natuurlijk iets waar heel veel over geschreven en gesproken wordt. En het kan dan net zijn dat je iets verkeerds pikt, en dat dat je dat onthoudt, en dat je dan denkt B1 ik vind het helemaal niks. Ja, en er zijn veel discussies op internet waardoor je het idee kunt krijgen dat B1 alleen maar over makkelijke woorden gaat. Dat het alleen maar Jip-en-Janneketaal is of heel simpel, kinderachtig, dat soort dingen. Maar het is echt een grote misvatting, dat is meteen de grootste misvatting; het gaat niet alleen maar om woorden. Zoals ik net ook al zei. Het gaat ook om die structuur het gaat ook om dat overoverzicht en juist ook om de inhoud. Ja, weet je, als je het alleen maar over woorden hebt, ja een tekst met alleen maar makkelijke woorden en korte zinnen, dat kan even goed een heel slechte tekst zijn. Dus dat is niet een voorwaarde. Ik schrijf B1 ik schrijf makkelijke woorden, en dus is mijn tekst goed. Zo werkt het niet. Je hebt meer nodig. Ook juist die goede structuur wat ik net aangaf en nou je merkt als ik dit uit ga leggen dan wordt de weerstand automatisch minder en dan zien mensen ook van oh, maar ik kan er ook eigenlijk wel heel veel mee.
Henry: Is er nog een misvatting?
Paula: Ehm, ja ja ja ja. Nou dit is er dus eentje. De andere is wat ik heel vaak hoor, en ik zei het net al. Jip-en Janneketaal, te kinderachtig en wat ik ook vaak hoor: nou, dit is te kinderachtig voor mijn doelgroep. Zo kan ik niet schrijven. Ik heb een keer een cursist gehad, dat was wel mooi, die werkte bij een heel sjiek makelaarskantoor en hij zei: ‘nou, hier kan ik echt niet mee aankomen bij mijn klanten. Als ik dit doe, dan denken ze dat ik dronken ben’. Nou, ik vond het wel een heel mooi voorbeeld. Nou, dat is dus het idee dat jij als schrijver hebt. Schrijvers hebben dus ook soms het idee van ik moet mijn expertise daar laten zien, juist door die moeilijke woorden te gebruiken, juist door die lange zinnen te gebruiken. Maar het leuke is, dit was in de beginjaren van B1-schrijven trouwens dat ik deze opmerking kreeg. Er is een enorme verschuiving gaande de laatste jaren. Iedereen, iedereen vind het fijn om een heldere tekst te lezen. Met gewone begrijpelijke woorden. Niemand wil een tekst twee keer hoeven lezen. En het mooie is, ik zei net van die verschuiving… steeds meer bedrijven, maar ook gewoon bedrijven die iedereen kent, die zijn hier mee bezig.
Henry: Noem eens, wat voor bedrijven?
Paula: Verzekeringsmaatschappijen. Die moeten het, vanuit de AFM zijn die verplicht om B1 te schrijven. Ditzo doet het heel goed. Die was toen een van de eersten die heel vlot ging schrijven. FBTO is er ook goed mee bezig, die hebben Algemene Voorwaarden bijvoorbeeld ook heel erg 'vereenvoudigd'. Goudse verzekering trouwens ook. BKR, Bureau Kredietregistratie en het NIBUD kun je je ook iets bij voorstellen van hoe belangrijk het is. Hoe belangrijk het voor hen is dat zij een heel brede doelgroep kunnen bereiken met hun teksten. Gemeentes. Steeds meer gemeentes zijn er mee bezig. Maar ook NOS. Het NOS journaal, NOS.nl. Die teksten, als je wilt weten hoe B1 eruit zit, ga je gewoon op de websites kijken: Ditzo.nl, NOS.nl, Coolblue.
Henry: Ja, die ken ik wel ja.
Paula: Ja, en Coolblue doet het heel goed. En dan heb ik wel een tip trouwens. Dat is wel echt leuk om te zien. Los van die site, los van wat ze op de site zetten. Klik bij Coolblue eens naar de Algemene Voorwaarden. Daar word je blij van. Daar word ik in ieder geval heel blij van.
Henry: Ga ik straks eens even kijken.
Paula: Nou ja goed, dat zijn dus allemaal bedrijven die zijn dus bezig. Die hebben ook hoogopgeleiden natuurlijk in hun doelgroep zitten. Die hebben een heel brede doelgroep en die zeggen nou wij gaan gewoon voor begrijpelijke, prettig leesbare, heldere taal.
Henry: Nou ja goed, Coolblue die ken ik. Dus ik heb wel een beetje een beeld. Dat vind ik echt een superprettige site.
Paula: Ja, nou dat is mooi. En ja het is misschien nog iets wat ik daarover, wat die bedrijven heel goed doen, die zijn niet alleen maar bezig met het moet B1 zijn, maar die zijn met name bezig met onze klant moet het prettig vinden om de teksten te lezen'. En dat is een verschil in perspectief. En dat is wat ik heel regelmatig zie op het moment dat er B1-projecten worden gestart bij een klant. Dan krijg je cursisten die een beetje mopperen van ‘we moeten B1-schrijven’. Maar uiteindelijk, ja, je moet' B1-schrijven, maar het gaat erom dat je niet meer zo niet alleen maar naar het B1 kijkt. Want dan ben je alleen met je tekst bezig. En juist als je met je tekst bezig bent, het is heel goed om met je tekst bezig te zijn natuurlijk, maar als je alleen maar daarmee bezig bent en B1 als een soort van doel hebt, een soort van zaligmakend doel, van nou, als we dat doen dan zijn we er. Nee, dan sla je volgens mij ook de plank mis. Dan mis je iets heel belangrijks en dat is de klant.
Henry: Heb je een concreet, heb je een tip voor mij. Hoe doe ik dat dan? Ik schrijf een tekst en hoe zet ik mezelf in het hoofd van die lezer.
Paula: Ja, ok. Aan de ene kant let je dus ook op de voorwaarden van B1. Dus daar let je op. Maar inderdaad je moet altijd met de lezer bezig zijn. Hoe doe je dat? Ik visualiseer de lezer. Ik maak gewoon een beeld van de lezer. En ik had laatst wel een mooie. Vorige week gaf ik een training bij de gemeente Valkenburg, aan Wmo-consulenten. Die hebben te maken met de zwakkeren' in de maatschappij, laat ik het zo zeggen. Oudere mensen, mensen met een beperking, mensen die hulp nodig hebben. Zij zei: ‘Bij alles wat ik schrijf, denk ik aan mijn ouders’. En denk ik zouden zij dit kunnen begrijpen?'.
Henry: Dat is een prachtig voorbeeld.
Paula: Dat is een heel mooi voorbeeld. Zo kun jij ook iemand, afhankelijk van het werkt dat jij doet, kun je ook iemand voor ogen hebben, van is dit waar de doelgroep op zit te wachten?'. Zit die persoon erop te wachten en begrijpt hij of zij dit?
Henry: Heb je nog een mooi voorbeeld of een tip?
Paula: Even kijken. Ja. Ja, ik heb nog een mooi voorbeeld inderdaad. Dat is ook met het inleven in de lezer. Ik noemde net de ouders van deze dame. Maar nou weet ik het ook bij de gemeente Kerkrade op Sociale Zaken dat daar, dat ze daar vrouw Hoepertz' in het leven hebben geroepen. Dat is dus ook een oude dame, die heeft dus ook echt een gezicht gekregen, een leeftijd, die heeft er een aantal beperkingen bij gekregen. Dat is het boegbeeld van de afdeling Sociale Zaken. En bij alles wat zij doen, bij alle formulieren die ze maken, maar zelfs ook bij het beleid dat ze maken, bij alles wat ze doen denken ze; wat zou vrouw Hoepertz hier van vinden, zou vrouw Hoepertz dit begrijpen, kan vrouw Hoepertz dit formulier invullen, Dus dat is nog een voorbeeld van een beeld dat je kunt maken van een klant.
Henry: Onvoorstelbaar dat het eigenlijk zo simpel kan werken.
Paula: Ja, en het werkt heel sterk. Het is echt een heel krachtig instrument. Ik zou dat iedereen ook aanraden om zoiets te doen. Om die klant te visualiseren en los te komen ook van dat computerscherm. Ja, nou ja, dat is dus een ding, dat is niet per se B1-schrijven hè, als je nadenkt over die doelgroep. Maar ja, het helpt je wel om je teksten dus meer naar B1-niveau te krijgen.
Henry: En dan kom je weer terug op wat het belangrijkst is om het doel van jouw brief. Dat is het belangrijkste. Wat wil je bereiken? En of dat nou B1 is of taal. Het gaat om de klant.
Paula: Ja, ja, klopt.
Henry: Nou, ik kan nog veel meer tips aan jou gaan vragen nu. Maar we moeten wel een beetje op de tijd gaan letten.
Paula: Ja, en er komt een webinar over hè. Dit was dus ook echt een van de vragen die ik ook kreeg voor het webinar. Daarin ga ik nog veel meer over B1 vertellen. En ook echt tips geven. Concrete adviezen over hoe je het kunt doen met voorbeelden erbij.
Henry: Nou, ik ben benieuwd. En wat krijg je nog meer als lid van Tekstmodel?
Paula: Je krijgt elke week een schrijftip in je mailbox, voorbeeldbrieven heb ik online staan, podcasts dus, een vragenforum. Dat is wel een hele goede. En daar kun je echt al je vragen stellen die je hebt, wat je maar wilt. Als het maar over tekst en taal gaat. En op die manier delen we dus ook weer kennis, en deel je ook kennis met andere leden. Iedereen kan vragen iedereen kan bij mij een antwoord zien. En zo groeit het netwerk en daar gaat het om.
Henry: Fantastisch mooi. En dan ben je nog lang niet klaar. Er komt nog een hoop aan.
Paula: Klopt, ja, zeker. Ik ben nu bijvoorbeeld ook bezig met tekstmodellen. Daar moest ik wel meekomen natuurlijk met deze bedrijfsnaam. Ik ben tekstmodellen aan het maken voor elke tekstsoort, voor verschillende tekstsoorten en tekst moet dan, moet je voorstellen een A4'tje waarop staat hoe je een tekst goed kunt indelen, wat een goede structuur is voor een tekst en nog een aantal tips geef ik erbij. Nou, die zijn later ook beschikbaar voor lezen. Nu nog niet, daar ben ik nu nog mee bezig. Maar er ligt inderdaad wat je zegt enorm veel werk.
Henry: Leuk, nou dit is jouw eerste podcast. Wat kunnen we nog verwachten in de podcasts? Want je gaat nog veel meer podcasts maken.
Paula: Ja, ik ga nog veel meer podcasts maken.
Henry: Vandaag heb ik jou wat vragen gesteld. Maar het is dus de bedoeling dat jij bij de volgende podcasts de vragen stelt.
Paula: Ja, daarop stel ik de vragen. Ja precies, ik ben op zoek naar boeiende verhalen van mensen uit het bedrijfsleven maar ook zzp'ers, ook mensen van de overheid. Eigenlijk maakt me het niet uit waar je werkt, maar als je maar, het kunnen mensen van verschillende vakgebieden, coaches trainers presentators, bloggers, timemanagers, schrijvers, iedereen die op een of andere manier bezig is met communicatie en die een boeiend verhaal te vertellen heeft. Die wil ik interviewen. Die ga ik interviewen. Ik heb al een aantal afspraken gepland staan voor de komende weken. Zo ga ik een procrastination coach interviewen. Dat is een vrouw die adviezen geeft over hoe je om kunt gaan met uitstelgedrag. Dat komt veel voor, als je teksten moet schrijven. Zeker als je het in jouw werk moet doen en het is niet jouw hoofdbezigheid, dat is soms zo lastig. En dan schuif je het maar voor je uit. Hoe kun je daarmee omgaan, hoe kun je ervoor zorgen dat je dan toch die tekst gaat schrijven. Ik heb een afspraak met iemand staan, een LEAN manager, die veel bij bedrijven, die bedrijven adviseert natuurlijk over LEAN management. En hij heeft ook een hele mooie kijk op hoe je je je e-mailafhandeling bijvoorbeeld heel efficiënt kunt inrichten en dan gaat het dus over communicatie in de breedste zin van het woord.
Henry: En dan, ehm, ja, dan is eindelijk jouw doel om ons mee te nemen in een andere vorm van communicatie waar we ons voordeel mee te kunnen doen in schriftelijke communicatie.
Paula: Ja, dat klopt. Het zou ook kunnen, ik heb ook een afspraak bijvoorbeeld met iemand die ontzettend sterk is in mondelinge communicatie. In hoe impact te creëren op het podium. En dat is ook waar iedereen mee te maken krijgt. In ieder geval iedereen waar ik me op richt. Dat zijn, als ik nadenk van wat boeit mij? Ik ben een professional die veel schrijft. Het is mijn vak. Maar ik richt me ook op professionals die in hun werk regelmatig tekst moeten schrijven, maar ik weet ook zeker dat die regelmatig voor een groep mensen moeten spreken die regelmatig met dat soort zaken te maken hebben. Dus ik kijk naar wat boeit mij en ik weet bijna zeker, dat dat ook meteen iets is wat mijn doelgroep boeit. En waar ze meer verder kunnen.
Henry: Nou, super interessant. Ik kijk even naar de tijd. We moeten gaan afronden.
Paula: Ja.
Henry: Ik vond het superleuk om jou beter te leren kennen. En tot de volgende podcast.
Paula: Ja, nou, leuk.
Henry: Succes ermee.
Paula: Dankjewel. Heel leuk. Dankjewel voor het leuke interview! En hierna mag ik.
The post Drie misvattingen over B1-schrijven waardoor schrijvers weerstand voelen appeared first on Schrijftraining van tekstmodel.
The podcast currently has 7 episodes available.