Fluent Fiction - Dutch:
Ice and Laughs: Bram's Winter Tale of Friendship Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.com/nl/episode/2025-02-12-23-34-01-nl
Story Transcript:
Nl: Het was een koude, winterse dag vol sneeuwvlokken hangend in de lucht.
En: It was a cold, wintry day full of sneeuwvlokken hanging in the air.
Nl: Het ijs glinsterde in het zachte licht van feestelijke lampjes.
En: The ijs glistened in the soft light of festive lights.
Nl: In het midden van de drukke schaatsbaan stond Bram, zijn gezicht rood van de kou en spanning.
En: In the middle of the busy skating rink stood Bram, his face red from the cold and tension.
Nl: Zijn blik was gefixeerd op Sofie, die soepel over het ijs gleed als een echte schaatsprinses.
En: His gaze was fixed on Sofie, who smoothly glided over the ijs like a real skating princess.
Nl: Ze had een lichte sjaal om haar nek en haar wangen gloeiden van plezier.
En: She had a light scarf around her neck, and her cheeks glowed with joy.
Nl: Bram wilde indruk maken op Sofie.
En: Bram wanted to impress Sofie.
Nl: Hij had gehoord dat ze van schaatsen hield, en hij had het idee opgevat om zijn vermeende schaatskunsten te laten zien.
En: He had heard that she loved skating, and he had the idea to show off his supposed skating skills.
Nl: Het probleem was dat hij eigenlijk niet kon schaatsen.
En: The problem was that he couldn’t actually skate.
Nl: Zijn vriend Jasper stond naast hem en schudde lachend zijn hoofd, vol verbazing over Bram's zelfvertrouwen.
En: His friend Jasper stood next to him, shaking his head with laughter, amazed at Bram's self-confidence.
Nl: Jasper, een uitstekende schaatser, probeerde Bram nog wat tips te geven.
En: Jasper, an excellent skater, tried to give Bram some tips.
Nl: "Gewoon ontspannen, Bram!"
En: "Just relax, Bram!"
Nl: lachte Jasper.
En: laughed Jasper.
Nl: "Je moet er zelf ook een beetje van genieten."
En: "You need to enjoy it a little yourself too."
Nl: Bram knikte, maar voelde zich nog steeds nerveus.
En: Bram nodded but still felt nervous.
Nl: Hij besloot dat hij het gewoon moest proberen.
En: He decided he just had to try.
Nl: Toen was het moment daar.
En: Then the moment was there.
Nl: Hij stapte voorzichtig het ijs op.
En: He stepped carefully onto the ijs.
Nl: Zijn benen voelden wiebelig aan, maar hij hield zich groot.
En: His legs felt wobbly, but he put on a brave face.
Nl: Sofie keek nieuwsgierig naar hem, glimlachend van de kant.
En: Sofie looked at him curiously, smiling from the side.
Nl: Bram haalde diep adem en ging ervoor.
En: Bram took a deep breath and went for it.
Nl: Al snel begreep hij dat schaatsen veel moeilijker was dan het eruitzag.
En: He soon realized that skating was much harder than it looked.
Nl: Hij strompelde en wankelde als een pinguïn op glad ijs.
En: He stumbled and wobbled like a penguin on slick ijs.
Nl: Jasper kon het niet laten om grapjes te maken, wat Bram juist meer onzeker maakte.
En: Jasper couldn’t resist making jokes, which only made Bram more insecure.
Nl: Ondanks zijn gebrek aan vaardigheden besloot Bram toch om een gedurfde draai te proberen.
En: Despite his lack of skills, Bram decided to attempt a daring turn.
Nl: Hij zwenkte met zijn arm en – krak!
En: He swung his arm and—crack!
Nl: De schaats gleed weg en hij viel als een zak aardappelen op zijn achterwerk.
En: The skate slipped away, and he fell like a sack of potatoes on his backside.
Nl: Zijn voeten schoten in de lucht, en hij raakte de jongen naast hem, die weer een ander raakte, waardoor er een komische domino-effect ontstond op de ijsbaan.
En: His feet shot into the air, and he hit the boy next to him, who then hit another, creating a comical domino effect on the rink.
Nl: Even was het stil.
En: For a moment, it was silent.
Nl: Toen klonk er gelach.
En: Then laughter rang out.
Nl: Sofie kwam zijn kant op, haar lach was aanstekelijk.
En: Sofie came toward him, her laughter infectious.
Nl: Ze hielp hem omhoog, en haar ogen twinkelden van plezier.
En: She helped him up, and her eyes sparkled with delight.
Nl: "Je bent misschien geen schaatstalent, maar je hebt me wel aan het lachen gemaakt," zei Sofie vriendelijk.
En: "You may not be a skating talent, but you did make me laugh," said Sofie kindly.
Nl: Bram keek wat schaapachtig naar zijn voeten, terwijl Jasper lachend op zijn rug klopte.
En: Bram looked sheepishly at his feet while Jasper laughingly clapped him on the back.
Nl: "Zie je, eerlijk zijn is altijd beter!"
En: "See, being honest is always better!"
Nl: riep Jasper opgetogen.
En: called Jasper cheerfully.
Nl: Bram kon er niet anders dan om lachen en besefte dat het prettig was om zichzelf te zijn.
En: Bram couldn’t help but laugh and realized that it was nice to be himself.
Nl: Vanaf dat moment genoot hij van de rest van de middag op het ijs, zonder druk om iemand anders voor te doen.
En: From that moment on, he enjoyed the rest of the afternoon on the ijs, without the pressure to pretend to be someone else.
Nl: En zo eindigde de dag, niet zoals Bram had gepland, maar wat hij wel had geleerd was veel waardevoller.
En: And so the day ended, not as Bram had planned, but what he had learned was much more valuable.
Nl: Hij maakte geen indruk op een spectaculaire manier, maar won toch Sophie's hart door gewoon zichzelf te zijn.
En: He didn’t impress in a spectacular way, but still won Sophie's heart by just being himself.
Nl: Samen dronken ze warme chocolademelk, genietend van de warmte die vriendschap en eerlijkheid kunnen bieden op een koude winterdag.
En: Together they drank hot chocolate, enjoying the warmth that friendship and honesty can offer on a cold winter day.
Vocabulary Words:
- wintry: winterse
- glide: gleed
- supposed: vermeende
- self-confidence: zelfvertrouwen
- wobbly: wiebelig
- insecure: onzeker
- daring: gedurfde
- brave: groot
- curiously: nieuwsgierig
- stumbled: strompelde
- sparkled: twinkelden
- sheepishly: schaapachtig
- honest: eerlijk
- cheerfully: opgetogen
- pretend: voordoen
- valuable: waardevoller
- festive: feestelijke
- scarf: sjaal
- tension: spanning
- fixed: gefixeerd
- impress: indruk maken
- tips: tips
- slick: glad
- domino effect: domino-effect
- infectious: aanstekelijk
- realized: besefte
- delight: plezier
- gaze: blik
- bright: zacht
- attempt: proberen