Gebruik van nanodeeltjes (deeltjes met afmetingen in de orde van miljoenste millimeters) kan slecht zijn voor het milieu en ook voor dieren die in de bodem leven. Zinkoxidenanodeeltjes worden gebruikt in zonnebrandcrèmes als UV-beschermer en komen zo in het milieu terecht. Pauline Waalewijn-Kool onderzocht de giftigheid van zinkoxidenanodeeltjes voor een springstaart, een geleedpotig dier, dat een goed voorbeeld is voor organismen die in de bodem leven. Zowel op korte als op lange termijn hebben zinkoxidenanodeeltjes minder negatieve effecten dan vrij zink.
Giftigheidtesten met de springstaart worden uitgevoerd volgens ISO richtlijn 11267. Deze methode blijkt ook geschikt voor het bepalen van de giftigheid van zinkoxidenanodeeltjes. Nanodeeltjes kunnen als droog poeder of als vloeistof in de grond komen. Waalewijn-Kool ontdekte dat zinkoxidenanodeeltjes en niet-nanozinkoxide even giftig zijn, wat suggereert dat de deeltjesgrootte geen belangrijke rol speelt voor de giftigheid in de bodem. Het vrijkomen van zinkionen van de zinkoxidenanodeeltjes blijkt de oorzaak voor de giftigheid. Gedurende een jaar blijven de zinkoxidenanodeeltjes oplossen, waardoor er steeds meer vrij zink in het bodemvocht terecht komt. Maar de giftigheid van de zinkoxidenanodeeltjes in de verouderde grond neemt drastisch af in een jaar. Zinkoxidenanodeeltjes met een organische ‘coating’ zijn giftiger dan niet-gecoate zinkoxide, maar na een jaar neemt ook de giftigheid van gecoate deeltjes voor de springstaart af. Niet alleen zijn de eigenschappen van de zinkoxidenanodeeltjes bepalend voor de giftigheid, ook de eigenschappen van de grond spelen een belangrijke rol. In zure grond zijn zinkoxidenanodeeltjes beter oplosbaar en giftiger, maar de giftigheid wordt niet beïnvloed door het organische stofgehalte van de grond.
Nanodeeltjes moeten net als andere chemische stoffen geregistreerd worden en hierbij zal veilig gebruik aangetoond moeten worden. Dit gebeurt in het kader van de Europese wetgeving (REACH). Voor zink is al een uitgebreide risicobeoordeling voor mens en milieu beschikbaar. Omdat zinkoxidenanodeeltjes minder negatieve effecten dan vrij zink hebben, kunnen de risico’s van zinkoxidenanodeeltjes geëvalueerd worden op basis van de huidige risicobeoordeling van zink.