Vaak kijken we naar organisaties al stabiele eenheden – eenmaal iets ingeregeld dan werkt het zo totdat we andere keuzes maken. Maar in de praktijk zijn organisaties alles behalve stabiel. Mensen komen en andere mensen gaan, we groeien (of juist niet), werken op meerdere locaties of deels digitaal… en zo ontstaat er ‘ruis’ in de organisatie. Die ruis kunnen we nog wel handelen, totdat we het niet meer kunnen. Het gaat goed, tot het niet meer goed gaat.
Vanuit de begeleidingspraktijk bespreken Karin en Marischka twee voorbeelden hiervan: de eerste vorm is dat er afstand ontstaat en daardoor de informatiestromen niet meer goed lopen (‘we raken elkaar kwijt’ en ‘vroeger was alles veel beter’). De andere vorm is onduidelijkheid wie waarover mag meepraten en waarover mag (mee)beslissen.