Aflevering: Hoe overtuigingen je sturen (zonder dat je het doorhebt)
Hoe overtuigingen — vaak onbewust — je denken, voelen, keuzes en gedrag sturen. Niet de werkelijkheid beperkt je, maar wat je gelooft over de werkelijkheid.
Belangrijkste punten
Je brein werkt als een algoritme dat draait op oude software (je verleden).
Overtuigingen zijn geen feiten, maar aannames die je voor waar aanneemt.
Veel overtuigingen zijn aangeleerd via omgeving, herhaling en taal.
Taal verraadt overtuigingen: “ik ben nu eenmaal…”, “altijd”, “nooit”, “kan niet”.
Overtuigingen filteren wat je waarneemt (confirmation bias).
Beperkende overtuigingen kunnen worden herkend en herzien.
Herkaderen kan via het Meta Model (precisievragen).
Concepten
Overtuiging: een innerlijke zekerheid over oorzaak–gevolg of over mogelijkheden.
Ontstaan: herhaling, cultuur, ouders, emoties, labels.
Functie: filters; bepalen waarneming en keuzes.
Taal als ingang: precieze vraagstelling breekt patronen.
Beperkend vs. bekrachtigend: niet waarheidswaarde, maar bruikbaarheid telt.
Voorbeelden
“Ik ben nu eenmaal verlegen.”
“Ik ben geen spreker.”
“Zichtbaar zijn = opscheppen.”
Herkaderen:
“Zichtbaar zijn betekent anderen helpen met mijn bijdrage.”
Oefening
Kies een doel dat je maar niet bereikt.
Noteer wat je tegen jezelf zegt.
Herken woorden als: kan niet / moet / mag niet / altijd / nooit.
Stel jezelf:
Is dit feit of overtuiging?
Waar heb ik dit geleerd?
Wat als het tegenovergestelde waar was?
Maak er een 2.0-versie van die wél helpt.
Kernquote
“Je overtuigingen bepalen je grenzen — tot je ze durft te onderzoeken.”
Geef een rating in je podcast-app. Deel de aflevering met iemand die dit kan gebruiken.
Volg op Instagram: @capitalheroes • @cindy.peerlings • @kevinnagtzaam
Meer info via capitalheroes.nl