Middernacht, een akelige kobold, plaagt bosdieren en wordt verstoten. Eenzaamheid maakt hem verdrietig en hij verlangt naar vrienden. Hij redt een pop voor een klein meisje, waarna hij onzichtbaar de familie helpt. Op nieuwjaarsdag wordt hij bijna verbrand, maar verandert in een gouden vlam. Hij maakt het goed met de bosdieren, brengt vreugde en helpt ze. De hele dag en vele dagen daarna danste en zong de kobold en hielp hij mensen en vogels en andere boswezens. Hij fonkelde buiten net zo vrolijk in de zon als toen hij danste in het vuur, de kinderen warmde en liedjes voor ze zong. Het verhaal leert over spijt, verandering en het vinden van vreugde in het helpen van anderen.