Prinses Graciosa, door haar vader uitgehuwelijkt aan de gemene hertogin Grognon, ondergaat zware beproevingen. Haar gered door de feeënprins Percinet en het verhaal dat het ware geluk ligt in wederzijdse liefde en trouw.

Een moederkrab bekritiseert haar zoon omdat hij zijwaarts loopt en instrueert hem om recht vooruit te lopen met de tenen naar buiten. Wanneer ze het zelf probeert, faalt ze en valt. Het verhaal leert over het belang van zelfreflectie en accepteren van de eigen beperkingen, en het niet bekritiseren van anderen voor iets wat je zelf niet kunt.

Een Schildpad wil de wereld zien, maar kan niet reizen vanwege zijn schild. Twee Eenden bieden aan hem door de lucht te dragen als hij een stok vasthoudt. Een Kraai ziet dit en roept uit: "Is dat Koning Schildpad?". De Schildpad, in zijn ijdelheid, wil antwoorden, maar laat de stok los en valt dood. Het verhaal leert over de gevaren van ijdelheid en het belang van stil zijn en niet overmoedig worden.

Een Luipaard en een Vos maken ruzie over wie er mooier is. De Luipaard prijst zijn gevlekte vacht, de Vos zijn slimheid. De Vos zegt dat verstandelijke vermogens belangrijker zijn dan uiterlijk. Het verhaal leert dat innerlijke kwaliteiten waardevoller zijn dan uiterlijk schoon.

Rai-Den, de Dondergod, stuurt zijn zoon Rai-Taro naar de aarde, waar hij wordt aangenomen door een arm boerengezin. Rai-Taro helpt hen met zijn weersvoorspellingen en toewijding. Op zijn achttiende keert Rai-Taro terug naar de hemel, door zijn pleegouders verdrietig achterlatend. Het verhaal leert over goedheid, dienstbaarheid, de band tussen ouders en kinderen en dat het helpen van anderen groter is dan wat voor goud dan ook.

Een reiger loopt langs een beek, op zoek naar ontbijt. Hij wijst kleine visjes af en dan ook nog een jonge baars. Wanneer de zon opkomt, zijn alle vissen weg. Uiteindelijk moet hij genoegen nemen met een kleine slak. Het verhaal leert kinderen en ouders om tevreden te zijn met wat je hebt en niet te kieskeurig te zijn, anders loop je alles mis.

Een arme vrouw verbergt haar mooie dochter, Blanca, onder een zwarte kom. Het meisje werkt op het land en trekt de aandacht van een liedjeszanger en een rijke boerenzoon. Ze trouwt met de boerenzoon en tijdens de bruiloft spat de kom uiteen, waarmee een regen van juwelen vrijkomt, maar voor hem zijn haar ogen veel waardevoller. Het is een sprookje over innerlijke schoonheid, armoede, eerlijkheid en een ware liefde vinden.

Een Geit en een Ram worden weggestuurd door hun baasjes en ontmoeten Wolven die hen willen opeten. De Geit gebruikt slimheid door te doen alsof de Ram Wolvenkoppen verzamelt. De Wolven vluchten uit angst. De Geit en Ram ontsnappen opnieuw door de Ram per ongeluk op een Wolf te laten vallen, waardoor de Wolven weer in paniek raken. Het verhaal leert over slimheid, samenwerking en hoe je door listigheid gevaarlijke situaties kunt overleven.

Een Haan zit in een boom als een Vos aankomt en hem vertelt over een nieuw vredesverdrag tussen alle dieren. De Haan doet alsof hij Honden ziet aankomen en de Vos vlucht, bang dat de Honden nog niet van het verdrag weten. De Haan is slim en slimt een vijand af. Het verhaal leert kinderen en ouders, dat je niet alles moet geloven wat men zegt en dat je je verstand moet gebruiken om jezelf te beschermen tegen bedrog.

De Wevende Maagd, dochter van een Godheid, weeft continu tot haar vader haar dwingt te genieten. Ze ontmoet en houdt van de Hoeder van de Hemel, maar haar vader verbant hem. De Goden laten hen één keer per jaar ontmoeten op de zevende dag van de zevende maan. Alleen slecht weer kan hun scheiden. Het verhaal is een romantische mythe over liefde, verplichting, opoffering en de strijd tegen het lot.