"Het is een verhaal van Harm Snitjer, een binnenvaartschipper die samen met zijn vrouw aangemeerd lag in Wezuperbrug. In zijn memoires schreef hij dat als er een varken doodging, er een controleur moest komen omdat alles moest worden gemeld bij de Duitsers. Die wilden precies weten hoeveel vee een boer had en hoeveel oogst er was et cetera. Als er een varken doodging werd dat varken gemeld, en dan snel bij een andere boer in het hok gelegd. Dáár werd ook een dood varken gemeld, en dat herhaalde zich nog een keer. Een gezond varken werd uit het hok gehaald en verstopt, die kwam vrij voor de clandestiene slacht. Als het dode varken begon te stinken was dat het einde van het spelletje."