Zit je met een espressootje in de ochtendzon de krant te lezen, krijg je dit. Een spiegel voor je neus. In de zomermaanden publiceerde het NRC, één van de beste, zo niet dé beste krant van Nederland, een reeks artikelen over Noordwijk en de Bollenstreek. Verspreid over vier reportages werd de vraag gesteld hoe Noordwijk en het achterliggende Bollenland er voor staat. De 6000 woorden bieden ruimte voor maar één antwoord: Noordwijk, de eens zo bruisende badplaats, is al jaren aan het verloederen. Het achterland, bestaande uit de Bollendorpen, is bovendien verpauperd en rommelig.
Als buitenstaander met afstand kijk je altijd anders. Helderder. De economieredactie van NRC legt met klare taal en een scherpe pen de vinger op de zere plek. Wat zeg ik; de vinger op een zwerende wond. Een wond die we zelfs niet meer met een pleister van melancholie en nostalgie kunnen wegmoffelen. Hoe moeten we de woorden wegen? Wonen we permanent in een achterstandsgebied? of kunnen we het tij nog keren?