Een arme man wil komkommers stelen om ze te verkopen en met het geld een succesvol leven op te bouwen, inclusief het bewaken van zijn eigen komkommerveld. In zijn fantasie roept hij hard tegen de bewakers. De bewakers die hem horen, slaan hem.

In Lycië wordt een koning geplaagd door een monster. Bellerophon droomt van de godin Minerva die hem een gouden hoofdstel geeft en vindt het 's ochtends. Bij een bron ziet hij Pegasus, een gevleugeld paard. Hij doet het hoofdstel om en berijdt Pegasus. Ze doden het monster en bevrijden zo het land. Bellerophon bevrijdt Pegasus, maar Pegasus komt later terug om te helpen bij andere heldendaden en ze blijven goede vrienden.

De Watersnoodramp van 1953 in Nederland, veroorzaakt door een zware storm en hoogwater, leidde tot dijkdoorbraken en overstromingen, vooral in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Door het tijdstip en gebrekkige communicatie vielen er 1.835 doden en was er veel schade. Internationale hulp kwam op gang. De ramp leidde tot de Deltawerken, een grootschalig project ter bescherming tegen toekomstige overstromingen, dat met succes werd voltooid in de jaren negentig. De herinnering aan de ramp leeft voort in de Nederlandse cultuur door herdenkingen, boeken, liedjes en films.

Prinses Ozma en de Tovenaar van Oz reizen door het land Oz om te zien of iedereen gelukkig is. Ze ontmoeten een man die klaagt over drie ondeugende Dwergen die mensen lastig vallen. De Tovenaar probeert de Dwergen in struiken, varkens en duiven te veranderen, maar ze blijven ondeugend. Uiteindelijk verandert hij ze in knopen en stopt ze in zijn zak. Ozma zegt dat hij de knopen nooit mag gebruiken. De Tovenaar is van plan de knopen te gebruiken en hoopt dat de Dwergen na een tijdje berouw zullen tonen en dat de knopen van metaal zullen veranderen, waarna hij ze weer in Dwergen zal veranderen met mooie namen en ze goede burgers van Oz zullen worden.

De Vogelverschrikker en de Blikken Houthakker gaan varen, maar de Blikken Houthakker valt in het water en roest vast. De Vogelverschrikker probeert hem te redden met behulp van kraaien, maar die tillen hen beiden op en hangen ze aan een dode boom. De Tovenaar van Oz komt langs en helpt hen te ontsnappen. De Blikken Houthakker wordt geolied en belooft nooit meer in een boot te stappen.

Twee slimme broers gaan naar het koninklijk hof om de prinses het hof te maken, omdat ze met degene zal trouwen die het beste uit zijn woorden kan komen. Domme Hans wil ook mee, en rijdt op een bok. Onderweg vindt hij een dode kraai, een oude klomp en modder. De broers bereiden mooie toespraken voor, maar kunnen niets zeggen als ze de prinses ontmoeten. Domme Hans biedt aan om zijn kraai te laten roosteren, gebruikt de klomp als pan en de modder als saus. De prinses waardeert zijn humor en spontaniteit en kiest hem als haar echtgenoot.

Een paard en een hert zijn rivalen, en het paard vraagt een jager om hulp om wraak te nemen op het hert. De jager stemt toe, maar alleen als het paard een bit in zijn mond en een zadel op zijn rug toelaat. Het paard stemt toe, en met de hulp van de jager verslaat het paard het hert. Het paard vraagt de jager om het bit en het zadel te verwijderen, maar de jager weigert, omdat hij het paard liever gedomesticeerd houdt.

Elsa verdwaalt in het bos en vindt onderdak bij Ulric, een kluizenaar. Ze zorgt voor hem en ze wonen jarenlang samen in zijn vervallen landhuis. Ulric vertelt Elsa over een vloek die op hem rust door zijn wrede verleden. Elsa's liefde en mededogen verbreken de vloek, waardoor Ulrics overleden vrouw uit een lange slaap ontwaakt en de lente terugkeert naar het landgoed. Het blijkt dat Elsa de dochter is die jaren geleden door de dienstmeid in veiligheid werd gebracht.

Een plaag teistert de dieren en de Leeuw stelt voor dat de grootste zondaar zich moet opofferen om de goden te behagen. De Leeuw bekent zijn zonden, maar de Vos verdedigt hem. Andere roofdieren bekennen ook, maar worden verontschuldigd. Wanneer de Ezel bekent dat hij ooit gras van een priester heeft gegeten, wordt hij als de zondaar beschouwd en door de andere dieren gedood, in een poging de plaag te stoppen.

Een Ram en een Luipaard bouwen onwetend samen een huis. Ze besluiten samen te wonen en hun zonen worden vrienden. De Luipaard is jaloers op de jachtkunsten van de Ram en zijn zoon ontdekt dat de Ram dieren doodt door ze te rammen. De Luipaard wordt bang wanneer de Ram per ongeluk achteruit glijdt op een gladde vloer, omdat hij denkt dat de Ram hem wil aanvallen. Hij vlucht het bos in met zijn zoon, waardoor Luipaarden in het bos gaan wonen en Rammen thuis blijven.