Fluent Fiction - Dutch:
All-In Magic: A Winter's Tale of Poker and Friendship Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.com/nl/episode/2024-12-27-08-38-19-nl
Story Transcript:
Nl: Het was een koude winternacht in Amsterdam.
En: It was a cold winter night in Amsterdam.
Nl: Sneeuw dwarrelde zachtjes neer op de grachten.
En: Snow was gently falling onto the canals.
Nl: De straten, bedekt met een dunne witte deken, weerspiegelden de lichte kerstverlichting.
En: The streets, covered with a thin white blanket, reflected the light from the Christmas decorations.
Nl: Binnen in een knusse kroeg, "De Gelukkige Kaartspeler", zaten Sander, Lotte en Jeroen rondom een tafel vol pokerfiches.
En: Inside a cozy pub, "De Gelukkige Kaartspeler", Sander, Lotte, and Jeroen sat around a table full of poker chips.
Nl: De ruimte was warm en gezellig, met zachte kerstliedjes op de achtergrond en lampjes die vonkelden aan de muren.
En: The room was warm and cozy, with soft Christmas songs playing in the background and lights twinkling on the walls.
Nl: De geur van glühwein en gebrande kastanjes vulde de lucht.
En: The scent of mulled wine and roasted chestnuts filled the air.
Nl: Sander speelde voorzichtig, maar zijn handen jeukten om een grote gok te wagen.
En: Sander played cautiously, but his hands itched to take a big gamble.
Nl: Jeroen, aan de andere kant van de tafel, glimlachte breed.
En: Jeroen, on the other side of the table, smiled broadly.
Nl: Hij had al vaker gewonnen en genoot van de uitdaging.
En: He had won many times before and enjoyed the challenge.
Nl: Voor hem was het niet alleen een spel, maar een traditie om het jaar af te sluiten.
En: For him, it wasn't just a game, but a tradition to end the year.
Nl: Lotte zat naast Sander, haar ogen scherp en steunend.
En: Lotte sat next to Sander, her eyes sharp and supportive.
Nl: Ze wist hoe graag Sander deze keer wilde winnen.
En: She knew how much Sander wanted to win this time.
Nl: De kaarten werden gedeeld.
En: The cards were dealt.
Nl: Sander bestudeerde ze aandachtig.
En: Sander studied them closely.
Nl: Zijn hart klopte sneller, want hij had eindelijk een goede hand.
En: His heart beat faster, as he finally had a good hand.
Nl: Maar twijfel knaagde aan hem.
En: But doubt gnawed at him.
Nl: "Zou hij alles riskeren?"
En: "Would he risk it all?"
Nl: dacht hij.
En: he thought.
Nl: Lotte leunde naar hem toe.
En: Lotte leaned towards him.
Nl: "Speel slim," fluisterde ze zachtjes.
En: "Play smart," she whispered softly.
Nl: Hij keek haar aan en glimlachte.
En: He looked at her and smiled.
Nl: Haar blik gaf hem moed.
En: Her gaze gave him courage.
Nl: Jeroen keek zelfverzekerd.
En: Jeroen looked confident.
Nl: Sander had gezien dat Jeroen vaak blufte, maar dit keer zag Jeroen eruit alsof hij écht goede kaarten had.
En: Sander had seen that Jeroen often bluffed, but this time Jeroen looked like he really had good cards.
Nl: Het was een moment van spanning.
En: It was a moment of tension.
Nl: Iedereen in de kroeg richtte zijn ogen op de tafel.
En: Everyone in the pub focused their eyes on the table.
Nl: Sander zuchtte diep en nam een besluit.
En: Sander sighed deeply and made a decision.
Nl: Misschien was het de kerstgeest, misschien de druk om te winnen, maar hij ging ervoor.
En: Maybe it was the Christmas spirit, maybe the pressure to win, but he went for it.
Nl: "All in," zei hij vastberaden en schoof zijn fiches naar voren.
En: "All in," he said with determination and pushed his chips forward.
Nl: Een stilte viel over de kroeg.
En: A silence fell over the pub.
Nl: De spanning hing in de lucht.
En: Tension filled the air.
Nl: Jeroen keek verbaasd en twijfelend.
En: Jeroen looked surprised and hesitant.
Nl: Zou dit de bluf van Sander zijn?
En: Was this Sander's bluff?
Nl: Of had hij echt geluk deze keer?
En: Or was he truly lucky this time?
Nl: Na een moment van aarzeling, besloot Jeroen om mee te gaan.
En: After a moment of hesitation, Jeroen decided to go along.
Nl: De beslissende kaarten werden onthuld.
En: The decisive cards were revealed.
Nl: Sander had een full house.
En: Sander had a full house.
Nl: Verrassing en ongeloof tekenden Jeroens gezicht.
En: Surprise and disbelief marked Jeroen's face.
Nl: Sander had gewonnen.
En: Sander had won.
Nl: Een golf van applaus klonk in de kroeg.
En: A wave of applause echoed in the pub.
Nl: Lotte gaf Sander een warme omhelzing.
En: Lotte gave Sander a warm hug.
Nl: Het voelde goed, echt goed.
En: It felt good, really good.
Nl: Maar terwijl de vreugde om zijn overwinning door de kroeg golfde, realiseerde Sander zich iets belangrijks.
En: But as the joy of his victory swept through the pub, Sander realized something important.
Nl: Jeroen lachte en feliciteerde hem, en voor een moment voelde het gezelschap beter dan de smaak van overwinning.
En: Jeroen laughed and congratulated him, and for a moment, the companionship felt better than the taste of victory.
Nl: Het voelde niet meer alleen als een spel.
En: It no longer felt like just a game.
Nl: Het was het samenspel, het lachen, de vriendschap en het delen van het moment dat echt telde.
En: It was the camaraderie, the laughter, the friendship, and sharing the moment that really mattered.
Nl: Sander keek naar Lotte en Jeroen.
En: Sander looked at Lotte and Jeroen.
Nl: In dat moment wist hij dat hij de respect van zijn vrienden had gewonnen.
En: In that moment, he knew he had earned the respect of his friends.
Nl: Niet alleen door het spel, maar door het delen van de ervaring.
En: Not just through the game, but by sharing the experience.
Nl: Hij voelde zich zelfverzekerd, niet alleen als speler, maar als vriend.
En: He felt confident, not just as a player, but as a friend.
Vocabulary Words:
- gently: zachtjes
- canals: grachten
- blanket: deken
- cozy: knusse
- pub: kroeg
- itching: jeukten
- gamble: gok
- broadly: breed
- challenge: uitdaging
- tradition: traditie
- sharp: scherp
- supportive: steunend
- dealt: gedeeld
- studied: bestudeerde
- gnawed: knaagde
- risk: riskeren
- whispered: fluisterde
- courage: moed
- confident: zelfverzekerd
- bluffed: blufte
- tension: spanning
- determination: vastberaden
- hesitant: twijfelend
- decisive: beslissende
- surprise: verrassing
- disbelief: ongeloof
- applause: applaus
- companionship: gezelschap
- camaraderie: samenspel
- respect: respect