Piet-Jan van Rossum kleurt zwaar over de randjes. Het huis van componist Piet-Jan van Rossum ligt aan de dijk in Fijnaart, een dorp in de gemeente Moerdijk. Er staan kasten vol platen met ranzige muziek, want daar houdt ie van. Hij heeft honderden films op dvd, van het intelligentere soort en verder schilderijen, beelden, poezen, meters stripboeken, een oude piano en een vleugel. Hij heeft naast muziek en lezen een fascinatie voor film.
Hij groeide op in het Westland en ging in 1985 compositie studeren in Den Haag oa. bij Louis Andriessen, Jan Boerman, Peter-Jan Wagemans en orgel bij Rienk Jiskoot.
Zijn bouwjaar is 1966, maar hij voelt zich oud. Van Rossum richt zich bovenal op het componeren. In zijn eigen woorden: “Ik ben lid van een oeroude stam wilde en schuwe vertellers, spelend met tijd en vorm, met vensters naar tuinen waar de tijd trager verloopt.” Piet-Jan van Rossum, de plattelandscomponist: “ergens in de verte is dat wat ik wil aanpakken: de decadentie van de Westerse samenleving, de arrogantie om mens en natuur te scheiden en onszelf tot koning te kronen en met mijn bescheiden muziek, die zich niet opdringt en niet wil sturen het luik openkrijgen dat bij ons allen zit dicht gesoldeerd. Zodat we onszelf en onze taak weer in proportie zien. Klein, bescheiden, geliefd en belangrijk.”