Winter stuurt een boodschapper (een vorstnacht) om de komst van de winter aan te kondigen. De natuur en mensen reageren op verschillende manieren: bomen laten hun bladeren vallen, dieren bereiden hun schuilplaatsen voor, boeren oogsten hun gewassen en mensen halen warme kleding tevoorschijn en helpen de armen. Het verhaal laat zien hoe iedereen zich voorbereidt op de winter en hoe sommigen, door middel van vrijgevigheid, moedige antwoorden kunnen geven op de boodschap van de Winterboodschapper.

Meneer Weerwijzer, een opschepperige man die beweert het weer te kunnen beheersen, wordt uitgedaagd door de Weerelfen. De Noorden-, Zuiden-, Oosten- en Westenwind komen langs, maar Meneer Weerwijzer stuurt ze allemaal weg omdat ze niet het juiste kerstweer brengen. Uiteindelijk, ondanks de chaos, werken de Weerelfen en Meneer Weerwijzer samen om een perfecte kerstdag te creëren met sneeuw, warmte en een heldere lucht. Het verhaal benadrukt het belang van samenwerking en respect.

Klein Knopje, een meisje geboren uit een wit ei in een vogelnest, helpt verbannen elfjes terug te keren naar Feeënland. Ze smeekt Koningin Dauwdruppel om vergeving voor de elfjes, die vervolgens moeilijke taken moeten uitvoeren om hun waarde te bewijzen. De elfjes zijn aanvankelijk teleurgesteld, maar Klein Knopje inspireert hen om goede daden te verrichten. Uiteindelijk bewijzen ze zichzelf waardig, maar als ze Feeënland betreden, verliezen ze hun kracht weer omdat ze de goede daden niet uit zichzelf deden. Na nog meer vriendelijke daden te verrichten, verdienen ze eindelijk vergeving en worden ze met vreugde ontvangen in Feeënland. Klein Knopje vertrekt zonder beloning, tevreden met de vreugde die ze heeft gebracht.

Oom Paul en Jules zoeken rupsen, maar er komt een storm op. Oom Paul merkt de tekenen van de naderende storm op en waarschuwt Jules. Ze zoeken onderdak in een hol in de rotsen. Jules wil onder een grote dennenboom schuilen, maar Oom Paul staat erop om weg te gaan. Kort daarna slaat de bliksem in de boom waaronder ze wilden schuilen. Oom Paul legt uit dat hij intuïtief wist dat de boom gevaarlijk was en ze zo aan de dood zijn ontsnapt.

De houthakker Peter vindt een babymeisje, Greta, en neemt haar mee naar huis, maar zijn vrouw Martha behandelt haar slecht. Roberts, de zoon van Martha, behandelt haar als een bediende. Op een dag vlucht Greta het bos in en ontmoet een gewonde zwarte kat. Ze verbindt zijn poot en tot haar verbazing spreekt de kat en leidt haar naar een grot waar de heks woont. De kat onthult dat hij een betoverde prins is en dwingt de heks om een goede fee op te roepen. De fee verbreekt de betovering, transformeert Greta in een prinses en ze trouwen. Ze belonen Peter voor zijn vriendelijkheid, maar Martha en Robert blijven onwetend over Greta's ware identiteit.

Lily wordt met een rode paraplu de lucht in geblazen en belandt in Snoepland, een wereld van snoep en suiker waar ze zich tegoed doet aan lekkernijen en bevriend raakt met snoepmensen. Na een tijdje verveelt ze zich en reist ze door naar Taartland, waar ze leert taarten bakken van Peperkoekje. Hij promoveert naar Broodland, waar Lily hem volgt en leert over gezond eten en de kunst van het brood bakken. Uiteindelijk keert ze met haar zelfgebakken brood terug naar huis, een stuk wijzer en gezonder, en inspireert ze anderen om ook gezond te leven en te koken.

In de groene heuvels van Portugal leeft de legende van de Betoverde Moura. Ze was de dochter van een Moorse koning en werd betoverd door een rivaliserende koning en verbannen naar een oude bron. Elk jaar op Sint-Jansavond verschijnt ze en vaart ze over het water, terwijl ze de liederen van haar volk zingt. De legende zegt dat alleen een echte prins de betovering kan verbreken door de magische woorden uit te spreken. Door de eeuwen heen hebben veel prinsen het geprobeerd, maar zijn ze allen gefaald.

De verteller, een jonge jongen, gaat met zijn vrienden naar het bos om noten te verzamelen en raakt verdwaald. Hij vindt een huisje en smeekt de vrouw die daar woont om hem binnen te laten. Ze waarschuwt hem dat haar man een oger is die mensen eet. Ze laat hem toch binnen, maar de jongen wordt bijna ontdekt. Hij weet te ontsnappen en vindt beschutting in een ton. De volgende ochtend klimt hij in een hoge boom en laat zich naar beneden vallen, de schoorsteen van zijn huis in. Hij keert veilig terug naar zijn ouders, die dolblij zijn hem terug te zien, en heeft nog steeds noten bij zich.

Achilles, een legendarische krijger uit het oude Griekenland, was door zijn moeder onkwetsbaar gemaakt, behalve zijn hiel. Getraind door Chiron, werd hij een van de beste strijders. In de Trojaanse oorlog wreekte Achilles de dood van zijn vriend Patroclus met felle vastberadenheid, maar werd dodelijk getroffen door een pijl in zijn hiel. Ondanks zijn dood leefde Achilles' nalatenschap voort als een symbool van moed en kracht.

De Wind en de Zon strijden om wie de sterkste is, door te proberen een reiziger zijn mantel uit te laten doen. De Wind probeert met brute kracht de mantel af te rukken, maar de reiziger houdt hem juist steviger vast. De Zon schijnt zachtjes en warm, waardoor de reiziger vanzelf zijn mantel uittrekt omdat het te warm wordt. De Wind erkent dat de stille, gestage kracht van de Zon sterker is dan zijn brute kracht.