Eind maart werd bekend dat Astrid Roemer de Prijs der Nederlandse Letter zou krijgen, vermoedelijk de belangrijkste literaire prijs voor Nederlandstalige literatuur. Sindsdien raakte de schrijver in opspraak, met name door haar uitspraken over de voormalige dictator en president van Suriname, Dési Bouterse. De kwestie vraagt om context. Waar komen Roemers uitspraken vandaan? Waarom zijn ze zo gevaarlijk? En wat zegt het over de literaire cultuur dat deze prijs gegeven wordt aan een schrijver wiens werk nog maar nauwelijks is gerecipieerd? Om antwoorden op die vragen te vinden praten we met Daphne Bakker, redacteur van Failed Architecture en Surinaamse.